Toekomstmuziek, #4 begin en einde

Dat wij de wereld ervaren als een continuĂŒm met een begin en een einde, komt door ons onvermogen onszelf als tijdelijke, zich voortgaand ontwikkelende levensvorm te beleven. En zonder het besef van het betrekkelijke ervan, conditioneert iedere volgende ervaring ons verder

Maarten Houtman, Begin en eind

En het gebeurde in die jaren dat de onvoorstelbaar grote krachten van voortplanting en seks uit de knop barstten â€“ bij mij voorlopig in m’n verborgen leven. Maar hoe kom je er vervolgens mee voor de dag?
Zoals gezegd, het ‘milieu’ zat daarbij alleen maar tegen, ik had ouders die onder de druk van de toenmalige economische crisis zeven jaar verloofd waren geweest, mĂ©t ‘onthouding’… Onvoorstelbaar.
Toch leek het met Klaaske en mij dezelfde kant op te gaan. In die vier lange schooljaren zaten we wel eens bij elkaar thuis op de kamer ‘huiswerk te maken’, dat was heel spannend… Maar seks? Nee.

Ik flapte daar op de Driehuizerweg er een keer zomaar uit ‘dat ik geen kinderen wilde’. Misschien een verkapte manier van zeggen dat ik juist wĂ©l seks wilde… En ook begreep wat de gevolgen konden zijn.
Toch kon, wat ik daar stamelde, óók een kennisgeving zijn van een inzicht dat inmiddels in mij gerijpt was: dat ik in deze wereld vol horror â€“ de net voorbije oorlog, het dreigend nucleair Armageddon, gevoegd bij de ‘onmin in eigen kring’ (zie afl. #3) – geen kinderen wilde ‘neerzetten’…

Maar intussen had het leven alles overhoop gegooid: Klaaske in haar piere eentje in Amsterdam, ik vertwijfeld nogmaals in die klas. Maar toen later de militaire dienst kwam, opende zich een geheel nieuwe wereld: ik ‘kwam op voor m’n nummer’ en was een nummer, belandde in een exclusieve mannenwereld, en werd door de training snoeihard met m’n lichaam geconfronteerd â€“ dat daardoor een hele transformatie onderging.
Ik overleefde het – met moeite. Maar viel vervolgens op de stormbaan door m’n lip…
Stante pede stond er een jeep voor me klaar en ik werd als een prins naar het ziekenhuis gereden, waar de chirurg mijn ‘hazenlip’ vakkundig repareerde. Eenmaal terug in de kazerne – de pleister was er inmiddels af – vroeg een Sergeant 1klasse (hij had nog in Korea gevochten) waarom ik geen snor zou laten staan…
Gevleid door die aandacht – of was het ‘misleid’, wilden ze een aansprakelijkheidsclaim voorkomen? – liet ik een ‘krijgshaftig’ snorretje staan.

Met verlof bij mijn ouders thuis, samen met Klaaske

Als dienstplichtige mocht je om de week een weekend met verlof. Maar door mijn strafoverplaatsing naar Hohne aan de Oost-Duitse grens – ik had geweigerd tot officier opgeleid te worden… – werd ik maar eens in de zes weken losgelaten, maar wel voor een hele week.
Ik was niet meer te houden… En reisde linea recta naar Amsterdam om Klaaske te zien.
En zo is het gekomen…

Klaaske bleek een riant studentenappartement te hebben, dat ze van een nicht kon overnemen. Met beneden een wc bij een min of meer coulante hospita. Ze had het daar die winter wel ijzingwekkend koud gehad – net als ik trouwens in mijn tent op de LĂŒnenburgerheide.
Ook Klaaske was in een totaal vreemde wereld terecht gekomen, met grote eenzaamheid in haar eerste jaar.

Inmiddels was ik hier in Oirschot gelegerd, waar ook al een heide was om doorheen te ’tijgeren’. Toen ze me na veertien maanden definitief loslieten, waren wij eindelijk bij elkaar…

Er is al weer een nieuw cello-fenomeen opgestaan: Maya Fridman