Zorg voor de ziel

Al schrijvend aan De duivel zit in het detail... werd ik me er weer eens van bewust, dat ik in mijn leven ongelofelijk veel geluk heb gehad.
In de allereerste plaats door mijn ontmoeting met Maarten Houtman, die ik dertig jaar mee heb mogen maken en die me weer met de voeten op de aarde heeft gezet – die ons allen draagt en voedt.

Maar lang voordat ik Maarten leerde kennen, had ik in mijn jeugd nog een andere ontmoeting gehad, die een beetje naar de achtergrond was verdwenen.
Temidden van alle gereformeerde predikheren waartussen ik toen verkeerde, met hun moraliteit, heb ik toen ds. R. Valkhoff ontmoet – bij wie ik rond 1960 een jaar catechisatie liep. En ik zag me daar plotseling weer zitten op die catechisatie, en besefte hoe ik geboft had…
De dominee die ik daar trof was een ‘bekeerde Jood’, zoals dat heet. Iemand die dus heel bewust voor het Christendom gekozen had – en zich daarmee totaal geïsoleerd had binnen het intellectuele Joodse milieu waar hij uit afkomstig was. Maar zijn ernstig kijkende vrouw woonde, samen met hun kindertjes, zijn diensten regelmatig bij…
Deze dominee, Reinhard Valkhoff heette hij, was een bewogen man (ik heb in het ‘Zen als leefwijze Blog’ al eens eerder aandacht an hem besteed, in een artikel over Simone Weil die ook een ‘bekeerde Jood’ was), die soms zichtbaar leed onder de omstandigheden waarin hij terecht gekomen was.
Mijn ouders – die altijd al iets met zielzorgers hadden gehad – liepen met hem weg… Eenmaal riepen ze zijn hulp in.

Tijdens de catechisatie oefende hij geen enkele druk op je uit. Van hem hoefde je geen ‘belijdenis’ te doen, als je het maar in je hart meedroeg…
Ik herinner me met name één scène, waarin hij uitlegde hoe hij de ‘predestinatie’ zag: dat het voorbestemd is of je ziel ‘verloren’ zal gaan of niet.
Dat was een gereformeerd hoofdpijndossier. Calvijn had met die leer een dam op willen werpen tegen de idee van de ‘Goede Werken’ en de Aflaat (de afkoop van zonden) van de Katholieke Kerk – die volgens de kerkhervormer niets aan die lotsbestemming konden veranderen: als God je uitverkoren had, was dat niet om je ‘eigen verdienste’, maar louter uit genade. En dan moet ik weer denken aan de gepijnigde juffrouw Rolloos van het snoepwinkeltje onderaan de dijk in Krimpen a/s Ijssel – en dat ik zelf ook uit die wereld kwam…[1]

Ds. Valkhoff legde ons die leerstelling als volgt uit:
‘Je bent als een piepklein vogeltje in de grote hand van God – waarmee Hij je door het leven heen beweegt (dat beeldde hij dan heel plastisch uit). Maar dat vogeltje pikt met zijn snaveltje in die grote hand van God, om aandacht te vragen voor de eigen noden en wensen.’
Dat beeld – en zijn verbeelding ervan – vond ik zo ontroerend, dat ik alle dogmatische krakeel eromheen totaal vergeten was…

Ik heb achteraf geen idee wat ds. Valkhoff’s ‘roeping’ geweest kan zijn. Maar wat een moedig man was hij…

[1] Zie ook De Heren van Bestemming en van het Lot van Maarten Houtman, dat een Oosterse visie op de lotsbestemming geeft.