Torens van ivoor en staal

Interview met de Israëlische onderzoeker Maya Wind.
NRC woensdag 8 mei 2024

Maya Wind is Postdoctoral Fellow bij de afdeling Antropologie van de Universiteit van British Columbia. Haar beurs onderzoekt in grote lijnen hoe kolonisten-samenlevingen en mondiale systemen van militarisme en politie in stand worden gehouden, met bijzondere aandacht voor de reproductie en export van Israëlische veiligheidsexpertise. Ze heeft voor haar onderzoek steun gekregen van de National Science Foundation, de Social Science Research Council en de Killam Laureates Trust.
U was al jong geëngageerd en actief. U weigerde dienst te doen in het Israëlische leger.

„Dat klopt. Ik ben opgegroeid in Jeruzalem en tijdens mijn middelbareschooltijd politiek bewust geworden. Dat was tijdens de Tweede Intifada, [de Palestijnse opstand van 2000-2005]. De bezetting en het verzet ertegen waren toen al sterk aanwezig in mijn leven. Ik kon er niet omheen, ik ben toen betrokken geraakt bij een kleine groep gewetensbezwaarden en heb me verzet tegen de dienstplicht. We wilden het leger onze arbeid onthouden.”

Hoe liep dat af?

„Je kunt in IsraĂ«l vrijstelling van dienstplicht krijgen op orthodox-religieuze gronden, maar dat ging voor ons niet op. Ik heb vier maanden vastgezeten, eerst in militaire hechtenis en toen in een gevangenis. De anderen ook. We wilden een statement maken. Toen ik vrijkwam ben ik me gaan inzetten voor de Palestijnse bevrijdingsbeweging. Die gebruikte toen al begrippen die nu wijder verbreid zijn geraakt: dat IsraĂ«l een project is van vestigingskolonialisme dat is uitgemond in een apartheidsstaat. Mensen schrikken van die termen, maar je ziet dat Amnesty International, de VN en toonaangevende onderzoekers ze nu gebruiken. Palestijnen deden dat altijd al.”

Welke reacties ziet u in Israël?

„Veel IsraĂ«lische academici en intellectuelen uiten zorgen over het momentum dat de boycotbeweging nu aan het krijgen is. Maar geen van hen heeft de totale vernietiging van de onderwijsinfrastructuur in Gaza veroordeeld. Ze gaan niet in op de kern van de zaak, namelijk – dat is de boodschap van mijn boek – dat de IsraĂ«lische academische wereld medeplichtig is aan de vernietiging van Palestijnse kennis en identiteit, en inmiddels aan genocide. In het Westen leeft nog steeds het idee dat IsraĂ«lische universiteiten bolwerken zijn van liberalisme en democratie. Wat ik laat zien is de kloof tussen die mythe en de werkelijkheid. Academische instellingen zijn diep verwikkeld in de repressie. Niet alleen door samenwerking met de IsraĂ«lische veiligheids- en defensie-industrie, maar ook door in archeologisch onderzoek en in geschiedschrijving het Palestijnse perspectief uit te wissen.”
In mijn eigen post De tuin van koning David, was ik al tegengekomen dat bij de aanleg van een kabelbaan vanuit de Palestijnse wijk Silwan in Oost-Jeruzalem naar de Olijfberg en Getsemane, ‘opgravingen er de Joodse claim op het land moeten ondersteunen.’
Tegenstanders van het kabelbaanproject, waaronder Palestijnse inwoners van Silwan en de Israëlische ngo Emek Shaveh, die zich verzet tegen de politisering van archeologie, dienden verschillende petities in bij het Israëlische Hooggerechtshof. In mei 2022 bepaalde dat hof dat het niet tegen het project zou ingrijpen.

We zijn inmiddels een dag verder, het is donderdag Hemelvaartsdag, de christelijke agenda loopt door.

Ik was gisteren behoorlijk geschokt door het verhaal van Maya Wind, ook over haar persoonlijke lotgevallen: dat je in zo’n land zomaar voor maanden in de gevangenis verdwijnt als je dienstweigert – iets wat ik zelf ook heb gedaan. Het is een belangrijk signaal hoe het met de persoonlijke vrijheid in een land is gesteld, of je er met huid en haar aan het systeem overgeleverd bent…

En plotseling zag ik mezelf weer langs de St. Annastraat in Nijmegen staan – het moet rond 1960 geweest zijn – waar op de laatste dag van de Vierdaagse een peloton vrouwelijke IsraĂ«lische soldaten voorbijtrok. Ze hadden gelijk mijn hart gestolen… Nu denk ik: dat was gewoon propaganda

‘IsraĂ«l’ is voor ons altijd van een andere orde geweest, het vormt een vitaal onderdeel van ons Westers waardesysteem: het geboorteland van Jezus, waar hij zijn ‘blijde boodschap’ verkondigde en zijn wonderen verrichtte. Kortom, het ‘Heilige land’– lees de websites van de Evangelicals er dezer dagen maar op na.
En dat staat nu plotseling allemaal op z’n kop
 En het wordt nog eens op scherp gezet door de wereldwijde protesten.

Zelf voldeed ik aanvankelijk aan m’n oproep en ging in militaire dienst. Pas toen ik opgeroepen werd voor herhaling, werd ik dienstweigeraar – een lang en moeizaam traject.

Militaire dienst is in feite de absolute onderwerping aan het systeem – na mijn middelbare school werd ik direct opgeroepen. ik was toen inmiddels twintig – meer vrijheid dan Ă©Ă©n keer blijven zitten werd je niet gegund. Ik was de eerste ‘rekruut’ uit het gezin, mijn oudere broer kreeg vrijstelling vanwege zijn studie theologie, net zoals dat in IsraĂ«l het geval is.

Bij de ‘selectie’ vooraf hadden ze wel iets in me gezien, ik kwam op in de officiersopleiding. Maar na vier maanden werd het me daar te zwaar en ik gaf er de brui aan. En zei dat ik ‘gewetensbezwaren’ had – ik had de klok horen luiden.
Maar het bood helaas weinig soelaas… Per direct werd ik overgeplaatst naar een onderdeel van de ‘Limburgse Jagers’, dat al de volgende dag naar Seedorf vertrok, vlakbij de Oost Duitse grens…
Zo werd ik ‘voor straf’ – zo voelde het – gebombardeerd tot poortwachter bij het Ijzeren Gordijn


Ook al was ik dan inmiddels een ‘kneusje’, ze wisten heel goed gebruik van je te maken: mij werd gevraagd daar een bar te beheren, die speciaal bedacht was voor onze compagnie van de Limburgse Jagers – die konden daar ’s avonds hun heimwee weg drinken
 Het kwam dus goed uit dat ik zelf niet dronk.
Ik heb daar in de barre winter van ’63-’64 ook nog een grote oefening meegemaakt op de LĂŒneburger Heide, waarbij ik in een tentje sliep.
Intussen had het maar een haartje gescheeld, of ik was daar aan dat Ijzeren Gordijn Ă©cht in actie moeten komen… De Cuba Crisis brak uit, we verkeerden een week lang in de hoogste staat van paraatheid.

Een halfjaar later gingen we terug naar Nederland en kwamen in Oirschot terecht.
We waren daar nog maar nauwelijks bekomen, of er kwam een opgeblazen tambour-maütre langs, die kandidaten zocht voor het klaroenkorps van het garnizoen. Nu speelden meerdere van mijn Limburgse maten in een fanfare, dus dat kwam wel goed. Al helemaal, toen ik zei dat ik klarinet speelde – en toen aangesteld werd als 
 tamboer!
Zo heb ik daar de rest van mijn dienst als een soort vrijgestelde gesleten – als we les kregen in bajonet vechten, zei ik gewoon ‘nee’. En dat werd gepikt…
Uiteindelijk mocht ik met ‘studieverlof’, ik zwaaide drie maanden eerder af dan de anderen. Zo kon ik in september 1964 in Amsterdam mijn studie psychologie beginnen.

Maar in Amsterdam speelde toen ook andere zaken die mijn aandacht vroegen: het was de tijd van de provo-rellen, de Vietnam demonstraties en de Maagdenhuis-bezetting. En langzaam raakte ik ‘gepolitiseerd’.
Toen ik een oproep kreeg voor ‘herhaling’, weigerde ik dienst – ‘niet nĂłg eens!’, dat wist ik zeker…
Ongeveer in diezelfde tijd begon ik, samen met wat vrienden, aan een eigen studieproject in de polemologie – de ‘wetenschap van oorlog en vrede’ was in Nederland geĂ«ntameerd door de Groningse volkenrechtskundige prof. Röling.
Röling was jurist betrokken geweest bij het het Internationaal Militair Tribunaal van Tokio. Hij zag het daarna als zijn plicht onafgebroken te waarschuwen voor een nucleaire catastrofe-op-termijn – een gedachte die ook toen al sterk aansprak. Vol idealisme richtten wij de Polemologische Studiegroep Amsterdam op, waar we in interdisciplinair verband ‘Peace Research’ beoefenden. In de bloeitijd telde de groep wel zeventig deelnemers – een getal wat helaas omgekeerd evenredig was aan resultaat en onderling vertrouwen. Al helemaal, toen een aantal leden ‘scholingsbijeenkomsten’ ging te organiseren o.l.v. een CPN-kaderlid…
Een van onze deelnemers was zoon van PSP senator Mr. Hein van Wijk – die ik al spoedig te hulp zou vragen bij mijn dienstweigering. Want toen ik voorkwam bij de Commissie voor Dienstweigering, werden mijn ‘gewetensbezwaren’ in eerste instantie niet erkend… Ik moet te weinig ‘principieel’ geklonken hebben en trapte pardoes in hun politieke valstrikken…
Er volgde tweede ronde. Toen had ik inmiddels geleerd te zeggen wat er van mij verwacht werd…
Het gesprek vond plaats in het gebouw van de Tweede Kamer, mijn commissie bestond uit kamerleden, onder wie KVP senator prof. Beel – het was een procedure die in ere gehouden werd. Ik deed er vanachter een lessenaar mijn prevelementje en beantwoordde vragen – en werd deze keer ‘erkend’! Ik had de heren overtuigd.

Het project van Maya Wind, die onderzoekt ‘hoe kolonisten-samenlevingen en mondiale systemen van militarisme en politie in stand worden gehouden’, deed mij even denken aan mijn verhaal met de polemologie – ook al zijn de omstandigheden beduidend anders.


Dat het bij een weigerachtige houding in militaire dienst, ook heel anders kan aflopen dan bij mij, hoorden we op diezelfde dag van 8 mei nog van Hans, medebewoner van ons stadsdeel Amsterdam Noord. Hij kwam op het Buikslotermeerplein onverwachts aan ons tafeltje zitten bij Roezemoes – ik was nog helemaal in de ban van het krantenbericht, en stak gelijk van wal

Maar Hans – die een paar jaar ouder is dan ik – vertelde vervolgens een heel ander verhaal

Hij weigerde meteen bij opkomst dienst en werd toen in een speciaal bataljon ‘voor moeilijke gevallen’ geplaatst. Toen ze op oefening waren in La Courtine, kreeg hij er genoeg van en had uit protest de bajonet in de grond gestoken, onder de uitroep: ‘Ik ga naar huis!’
Hij was stante pede voor de krijgsraad gedaagd
 Daar vroegen ze hem toen ‘hoe hij aan zulke idiote ideeĂ«n kwam…’
Later hoorde hij, dat ze in zijn woonplaats Ermelo navraag bij hun buren hadden gedaan – bij de buren, nota bene… Alsof hij een staatsgevaarlijk sujet was…
En dat had hem voor het leven getekend… Sindsdien staat er een kruisje in zijn paspoort … een kruisje??
Maar is het eigenlijk niet hetzelfde verhaal dat je nu hoort over mensen, die om onnaspeurlijke redenen als ‘terrorisme verdacht’ te boek staan? En kom daar dan maar eens af!
We zeiden tegen Hans: ‘Gelijk je dossier opvragen en dat kruisje weg laten halen
’
Maar het voelde wel heel ongemakkelijk aan


Terug naar Israël.
Zal Maya Wind daar nu als ‘staatsgevaarlijk’ te boek staan?
Maar zie hoe ze de ban gebroken heeft, dat ‘anti-IsraĂ«l’ in deze kwestie hetzelfde zou zijn als ‘antisemitisch’…
Voor mij heeft ze dat gedaan!

Zo oefenen we met onze labels de meest vreselijke terreur uit. Hoe komen we daarvan los?
Hoe komen we los van een wereld vol geweld: ‘Wat heb ik met oorlog te maken, is de cruciale vraag die Maarten Houtman stelt.
En bovenal: JE MOET DAT ZÉLF ONTDEKKEN, daar helpen geen leraren, cursussen of lieve moedertjes aan…

Foto geheel boven: Maya Wind (foto NRC).