Buitensport voor mannen

Bovenaan: ons startpunt aan het Waterlandplein (links staat Jago). Heen lopen we gezamenlijk naar het speelveld hierboven, terug loop ik langs ongebaande paden onderaan de snelweg terug naar huis.

Hoewel ik Zeillemaker heet, ben ik nooit op zee geweest, op een reisje met de stena Line van Amsterdam naar Noorwegen na. Ik heb dus nooit geleerd me op de sterren te oriĂ«nteren – al heb ik de stand van de zon wel als kompas gebruikt. Voor de rest heb ik m’n weg moeten vinden op herkenning, al of niet geholpen door een kaart. Waar dan op het laatst nog de TomTom bij kwam – die door sommigen als een ‘degeneratie’ van ons natuurlijke gevoel van richting beschouwd wordt. Maar toen ik tijdens een groepsreis naar China, moederziel alleen verloren in de miljoenenstad Chengdu stond, heb ik gezworen dat nooit meer zonder iPhone te doen – gelukkig kwam ik toen een Engelse scholiere tegen, die me de weg kon wijzen naar Baoguang Si.

Dat dat gevoel van richting van ons een bijna instinctief gegeven is, daar ben ik hard mee geconfronteerd toen ik een beschadiging aan mijn visuele cortex opliep – op bezoek bij een oude bekende, was ik me ‘een beroerte geschrokken’ toen zij plotseling alles uit haar handen liet vallen en wartaal sprak. Soms ben je gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plek…
Omdat ook mijn blikveld beschadigd was, heb ik sindsdien twee jaar lang begeleiding gehad van een gespecialiseerde verpleegkundige van het O.L.V.G., die om de maand bij ons langs kwam. Geweldig!
`Daarna kreeg ik via mijn huisarts te horen, dat ik nu wel moet blijven bewegen om herhaling te voorkomen…
En zo kwam ik bij Jago Bunnik terecht, van oorsprong fysiotherapeut, die nu aan ‘buitensport voor mannen’ doet, met accent op ‘langzaan bewegen’.

Klaaske ging in eerste instantie mee – haar wekelijkse yoga-lessen staan sinds enige tijd stil, omdat de docente uitgevallen is. Maar ze vond het toch te ongestructureerd. Dat het in de app-groep een ‘Mannengroep’ heette, vond ze maar bijzaak – maar wel komisch, natuurlijk…
Voor mij voelt het juist heel comfortabel dat, in de drie kwartier die we daar hebben, elk van de deelnemers zijn eigen programma afwerkt – weliswaar aan de hand van vier basisoefeningen die we gekregen hebben, maar ieder binnen zijn eigen grenzen en op zijn eigen tijd.
Dat er toch ‘samenhang’ blijkt te zijn, is dan een bijna magisch gegeven, wat zich aandient als wisselwerking tussen je eigen inspanning en wat je om je heen ziet gebeuren. Prestatie is daarbij irrelevant.

Ik ga nu op eigen kracht door – ik vond onze locatie-met-rekstokken in het park langs de ringweg wel iets aantrekkelijks hebben. En je kunt daar nog pingpongen ook!

Maar er wordt natuurlijk ook getraind: opdrukken, strekken, lopen en liggend omwentelen, voor het geval je ooit nog eens een been breekt – het dringt steeds meer tot me door dat ‘Hals- und Beinbruch’ (zoals de Duitsers het noemen) in onze maatschappij als een doem boven het hoofd van de oudere hangt. Gelukkig maar dat Jago daar speciaal op gespitst is.

Als je dan weer thuis bent, voel je je wel even gebroken… Ook al heb je in je leven dan van alles uitgespookt – waarbij shaken mijn specialiteit is – een getraind lichaam heb je niet zomaar terug.

Tijd om even weg te dromen…