Hide not behind the veil, my love

Hoe ontdek je... 
Dat is de vraag die aan alle vragen vooraf gaat.
Maarten Houtman had het in dat verband over ‘doen zonder voornemen’ – iets wat je overkam.
 Maar hij zei ook: “Kijk eens naar wat er gebeurt tussen het moment dat je iets voorneemt, en het doet.”

‘Zonder voornemen’, dat lijkt op de tastende wijze waarop de evolutie zelf te werk gaat – waar de natuur zijn gang gaat, speelt met de elementen, evolueert, muteert... En iets ontstaat dat vorm aanneemt, en op zijn beurt opnieuw kan muteren, in een reeks zonder eind...

Wat is daarbij het leidend principe?
Wij mensen zeggen dan dat de natuur ‘blind’ is, dat daar het toeval heerst. Maar er gelden ook ijzeren wetten – en als het resultaat daarvan afwijkt, noemen we dat ‘een speling van de natuur’. 
Daarmee zeggen we óók dat er bij ons sprake is van een zekere bewustheid – wij hebben we het niet voor niets over iets ‘dat uit liefde geboren is’. Dat is hoe de natuur, waar wij ook toe  behoren, ons onze gang laat gaan – ons wordt toegestaan dat we erbij kunnen zijn, dat het met bewustheid gebeurt, in volle aandacht.
Wij zijn al een stapje verder in het grote spel, wij zijn het spel – ‘Jij bent het spel.’
“Echte  meditatie is ongelofelijk revolutionair. Het is de eerste en de enige werkelijke revolutie. Alle andere revoluties zijn in de marge, die veranderen een gewoonte. Dit verandert jou totaal, maakt je van een gevangene tot een vrij mens.
Daarom zijn, de hele geschiedenis door, mensen die het doorhadden vervolgd. De Soefi meesters zijn zelfs gestenigd.
Dat is heel duidelijk, want dat zijn de enige mensen die werkelijk een gevaar zijn voor het systeem van macht. Dat is zo duidelijk, het wordt niet geaccepteerd...”
Maarten Houtman, De eerste en enige werkelijke revolutie, Maarssen, mei 2001

Hide not behind the veil, my love,
I long to have a glimpse of you.

Without my love, I feel like mad,
People around me laugh at me.
He should come and cheer me up,
This alone remains my plea.

Hide not behind the veil, my love,
I long to have a glimpse of you.

Your slave is being auctioned free
Come my love and rescue me
No longer can I perch elsewhere
I am the Bulbul of your tree.

Hide not behind the veil, my love,
I long to have a glimpse of you.

Bulleh! Who is He?
A queer type friend!
He has the Quran in His hand
And in the same the holy thread.

Baba Bulleh Shah


Van de Soefi dichter Hazrat Baba Bulleh Shah (1680-1757) wordt gezegd dat hij ‘een baken van vrede’ was. Toch werden zijn bemoeienissen met de, veelal religieuze, conflicten van zijn tijd – met name die tussen Moslims en Sikhs – hem niet in dank afgenomen


Tombe van Hazrat Baba Bulleh Shah, Qasur, Punjab, Pakistan

Dat het leven moge stromen…
zonder reflectie, remming, bedenking,
de taal als water door mijn handen loopt –
en dan niet van A naar B, doelloos zoekend
naar een opening, elke fixatie meesleurend.

Als een dijkdoorbraak, ineens, zonder borden
‘dijkdoorbraak toegestaan’ of ‘rechts houden’,
het gebéurt gewoon, zonder opgaaf van redenen,
zoals je geboren wordt en weer doodgaat – zo
gewoon… Hooguit een herinnering blijft bestaan.

Hein Zeillemaker, 19 juni 2020

Man Kunto Maula is een Manqabat Qawwali lied, gecomponeerd door Amir Khusro ter ere van Ali ibn Abi Talib. Het lied is gebaseerd op een hadith, d.w.z. een uitspraak van de Profeet Mohammed: ‘Wie mij als meester accepteert, Ali is ook zijn meester.’
OVER bron: Wikipedia.
Ali ibn Aboe Talib, ook imam Ali of kalief Ali, was een neef en schoonzoon van de islamitische profeet Mohammed. Hij was voor de soennieten de vierde kalief of opvolger van Mohammed en voor sjiieten en alevieten tevens de eerste imam van de Twaalf Imams. Zij beschouwen zijn drie voorgangers dan ook als usurpators.
Geboren: 17 maart 599 n.Chr., Mekka, Saudi-Arabië

Shah-E-Mardaan, Shair-E-Yazdaan,
Qoowwat-E-Parwardigaar,
La Fata illa Ali,
La Saif illa Zulfiqaar

King of the brave, the Lion of God
The Strength for The Lord,
There is none like Ali,
There is no sword like Zulfiqaar*)

Man Kunto Maula
Khwaja Ali-Un Maula

Whoever I am master to,
Venerable Ali is his Master too.**)

(Abstract Sufi Chants follows)

Dara Dil E Dara Dil E Dar E Dani
Hum Tum Tanana Nana, Tana Nana Ray
Om Tum Tanana Nana, Tana Nana Ray
Yalali Yalali ala, Yala Ray
Tanana Tanana Tanana Tanana
Tum Tanana Nana, Tana Nana Ray…

Enter into the heart,
Enter into the heart,
Melt therein, You and me
Sing inside in sweet melody.

Maula Ali Maula
Maula Ali Maula

Master is Ali,
Master is he

Ali Shaah-e MardaaN, Imaam-ul-Kabiira
ke ba’d az Nabii shud Bashiir-un-Naziira

Ali is the king of men, the great spiritual leader,
Cause after the Prophet he became
the bearer of glad tidings and warner for mankind.

Yeh soch na hi bass hae
Kaha haha hae Ali?
Jaha jaha hae haqiqat, uha uha hae Ali
Idhar hae Zaat e Muhammad
Udhar hae Zaat e Khuda
Ini lati huyi hizaboka darme aae Ali Maula,
Maula Ali Maula Maula Ali Maula, Maula Ali Maula

This shall suffice if you realize
at which station is Ali.
Wheresoever inner reality to be found,
there will be found Ali.
There is the mystery of Muhammad,
Here is the mystery of Lord,
and sitting at the secret threshold
is my master Ali.

Her Qalb Ali, Jism Ali, Jaan Ali Hai
Mujh BeSar-O-Samaan Ka Samaan Ali Hai
Imaan Ka Matlaash E Ye Imaan Keh Doon
Iman To Yeh Hai Mera Imaan Ali Hai
Ali Maula, Maula Ali Maula
Maula Ali Maula, Maula Ali Maula

In every heart Ali, face is Ali, my life is in Ali
My faith is this that I have my master Ali
Master Ali, Ali is the Master

____________________

*) Zulfiqaar was the sword of Ali presented to him by Muhammad.
**) A famous tradition (hadith) of Prophet Muhammad. Ali was his cousin and son-in-law.

Maarten onderwijzend in de Sjoel in Huissen tijdens de sessie van december 1999.
SHAKE V/D WEEK

The Idan Raichel Project – Mon Amour

Dedicated to victims and survivors of the attack on the International Trance Music Festival on October 7, 2023 in Be'eri, Israël.
Re'im music festival massacre
From Wikipedia, the free encyclopedia
On 7 October 2023, Hamas militants initiated a surprise invasion of Israel from the Gaza Strip and massacred 270 civilians, injured a greater number, and took an unknown number of hostages at the "Supernova Sukkot Gathering", an open-air psychedelic trance music festival celebrating the Jewish holiday of Sukkot near kibbutz Re'im.

“The clouds that parted following the end of the Cold War are gathering once more. We have been extraordinarily lucky so far. But luck is not a strategy. Nor is it a shield from geopolitical tensions boiling over into nuclear conflict. Today, humanity is just one misunderstanding, one miscalculation away from nuclear annihilation.”
AntĂłnio Guterres, Secretary-General of the United Nations.
Nuclear Non-Proliferation Treaty 10th Review Conference, Augus 1, 2022

Afvalverwerking

Ik was vannacht op weg naar een geavanceerde afvalstort, in gezelschap van iemand die er alles van wist – die wist hoe je volgens de nieuwste technieken je afval kon scheiden, en zo verantwoord kon storten.
Ik werd bij de hand genomen en rondgeleid, op weg naar de bestemming. Maar die bleek niet eenduidig te zijn, we gingen van de ene locatie naar de andere. Waarbij ik ook nog van begeleider wisselde.
En net toen ik dacht dat ik mijn container met afval eindelijk kwijt was, ontdekte ik tot mijn ontzetting dat ik hem verwisseld had … het was de verkeerde geweest. Zo droeg ik mijn oude last nog steeds met me mee…

De droom week – waarbij nog plotseling de gedachte me bekroop dat het geld wat ik op het lijf had gehad er niet meer was, dat ik het te midden van alle poespas kwijt was geraakt – waar was m’n geld?

Ik werd in een neerslachtige stemming wakker, de droom tolde door me heen. Paranoia tegen alles en iedereen vervulde me. Wie was nog te vertrouwen…

Naast mijn bed lag de iPhone gereed voor de energie-oefening. Ik legde mijn tongpunt tegen mijn verhemelte, klaar om aan de oefening te beginnen.
In deze lichamelijke sensatie verdwenen geleidelijk aan de rondtollende gedachten. Ik hoorde de vertrouwde stem van Maarten:
“Je bent net uit jezelf wakker geworden, de dag die komt is nog ver weg. Je voelt hoe je ligt, op je rug of op je zij. Op je rug is het beste…”

Aan het eind van de oefening was mijn neerslachtige stemming verdwenen, de bui was overgedreven.
Wat blijft is mijn verwondering hoe ons lichaam het elke keer weer van ons overneemt – waarbij die energie een go-between is tussen geest en materie.

Dat witte Iittala Teema kopje met koffie, is vaak mijn eerste stap terug naar de materie…

Afbeelding geheel boven: Klaaske aan het Zuidlaardermeer, 3-11-2020.

Boeklancering ‘Kunst in de Molenwijk’ in de Kleine Oase

We mogen uit de toon vallen. Dat is niet erg. Het is een speelveld waar we wel eens rare dingen doen. Maar we worden niet met plechtige gezichten herinnerd aan al die dingen waar we dan naar ons gevoel gefaald hebben. Want dan gaan we natuurlijk wel de mist in. Zoals mijn vrouw overkwam toen ze voor het eerst naar school moest en in tranen was en zei: “Ja maar, ik kan nog niet lezen…”
“Ja,” zeiden die ouders tegen haar, “lieve kind, je gaat juist naar school om te leren lezen.”
“Ja maar, ik kan nog niet lezen!”
Maar zo doen wij eigenlijk allemaal. Dat is echt waar. Daar kunnen we gewoon op een dag mee ophouden en zeggen: ‘Goed, ik moet nog leren lezen, ik moet er nog doorheen, ik ben nog niet volmaakt, dus ik zal fouten maken
’
Maarten Houtman, Een gevoel waar het eigenlijk om gaat, Huissen, december 1993.

Zoals de God van Abraham, Isaak en Jakob de wereld uit het niets tot aanzien riep, zo draaide het in de scheppende arbeid van Hanna Mobach allemaal om haar handen.
Ze was van huis uit een ambachtsvrouw, een handwerkster, met hoge achting voor het vak. En keek met enig dedain neer op mensen die intellectuele arbeid verrichten â€“ alsof ze hun ware aard, hun scheppende natuur, verloochenden: het beoefenen van de levenskunst. 
Hanna was een kunstenaar in bijna archetypische zin â€“ Ă©Ă©n met een grote K. Kunstenaars waren voor haar de ware elite â€“ de niet-creatieven kwamen daar mijlen ver achteraan. Ze ging kunstgeschiedenis studeren en maakte een kunstreis naar ItaliĂ« â€“ het walhalla met de halfgoden van de renaissancekunst.
Een beetje elitair? Misschien wel â€“ hoofdwerkers, de mensen van de grote woorden, kon ze wel slaan.
En misschien wel omdat ze, ondanks zichzelf, ondanks al haar kneden en kleien … zelf toch ook een intellectueel was. Sowieso een liefhebster van literatuur, van schrijvers als György KonrĂĄd.

Ik kan het nauwelijks over m’n lippen krijgen: Hanna een intellectueel…
Misschien is het wel mijn stille wraak voor al die keren dat ze, terwijl we samen achter mijn computer zaten te werken aan haar website – kijkend, bouwend, wikkend en schikkend op het beeldscherm – mij keer op keer toeriep: â€œJij moet iets met je handen gaan doen!”

Nu was het daar even feest in Molenwijk…

Op deze laatste dag van september is er een feestje in en rond Hanna’s oude atelier – dat kunstcriticus  Sietske Roorda â€˜de kleine oase’ noemt, in de gelegenheidsuitgave â€˜Kunst in de Molenwijk’. Dat boekje werd daar die dag feestelijk gepresenteerd … en wel rond en in die ‘Kleine Oase’.
Maar die kleine oase van Hanna heeft wel een gedaantewisseling ondergaan, ze heet nu stoer Werkplaats Molenwijk …‘een plek voor kunst en cultuur, waar ruimte is voor samenwerking met buurtbewoners; zij kunnen programma’s initiĂ«ren en deelnemen aan de organisatie.’

En dan zie ik daar Hanna voor me op haar eentje aan het werk in dat reusachtige atelier … waar ze zich zevenenveertig jaar lang aan de klei overgaf – en daarmee haar wereld vormgaf:
“En de Here God had de mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen de adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.” (Genesis 2:7).
Hanna is, met haar voeten in de klei, haar hele leven Bijbelvast geweest…

Hanna, werkend in haar atelier, annex tentoonstellingsruimte. Op de voorgrond ‘Rood en zwart’, uit 2003 – in de wandeling ‘rode benen’ geheten (foto Ingrid Bakker, 2016).

Sietske Roorda begint haar verhaal ‘De kleine oase’ met een ontroerende passage over hoe Maarten daar ooit als een smekeling aan Hanna’s deur had gestaan:

“Op een dag in 1976 loopt een man met een klein koffertje door de Molenwijk. Waarschijnlijk merkt niemand in de buurt hem echt op, maar de adrenaline giert op dat moment door zijn lijf. Maarten Houtman heeft namelijk net het grootste besluit van zijn leven genomen. Hij heeft zijn vrouw en comfortabele huis in Bilthoven verlaten, en loopt nu naar de parkeergarage van de Handmolenflat. Hij klopt aan op de deur (van het huidige Werkplaats Molenwijk), en beeldhouwer Hanna Mobach doet open. Zij laat hem binnen en biedt hem een kopje thee aan. Ze kent hem via haar werk aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU), waar zij keramiekdocent is. Hij is docent aan het Grafisch Lyceum in Utrecht, en de eerste boeddhistische zenmeester in Nederland. Nu zit hij tegenover haar in haar atelier. Hij is tot over zijn oren op haar verliefd, en verklaart haar de liefde. Zij accepteert.

Vanaf dat moment woont Maarten samen met Hanna in haar atelierruimte onder de parkeergarage. Hun bed staat op een verhoging in een hoek, de rest van het atelier wordt in beslag genomen door verschillende kleisoorten op pallets, grote sculpturen, en een keramiekoven die wel 120 cm hoog is. De vloer is van stelcon platen, de auto’s razen boven je hoofd, en ’s winters zit je met elkaar rond de gaskachel je handen te warmen.”

Gelukkig konden ze na een jaar een comfortabele flat betrekken in de Bovenkruier. Maar Maarten kwam daar natuurlijk regelmatig om het hoekje kijken, zeker als er reuring was:

Foto Hanna Mobach

Zo zat ik die dag, jaren na dato, samen fotografe Ingrid Bakker die me erheen reed, Marokkaanse soep te eten in het atelier – dat nu dus ‘Molenwijkkamer‘ heet. Een verhaal over een verhaal gelegd…
Ik voelde me er een beetje ongemakkelijk onder, zeker toen me gevraagd werd ‘of ik ook een bewoner van Molenwijk was’… Nee mevrouw, ik hoor hier niet thuis, ik ben een voyeur!

Dat gevoel van vervreemding heb ik bij Hanna’s werk nooit gehad â€“ je voelde je eerder een ingewijde…
Hoewel ik die â€˜rode benen’ indertijd wel een beetje ongemakkelijk vond. ‘Je bent een echte gereformeerde jongen,’ zei Hanna dan. En dan kon ik haar wel slaan.

Intussen ging het feestje buiten door:

Foto: Ingrid Bakker

Binnen in het atelier hangt nog steeds de sfeer van aandacht en intensiteit die een halve eeuw Hanna Mobach daar gebracht heeft – we wensen de organisatie en de mensen van Molenwijk alle goeds toe in deze gezegende ruimte.

____________________

[1] Voor de volledige tekst van het artikel van Sietske Roorda, zie: Een kleine oase: Atelier van Hanna Mobach.

Foto geheel boven: Hanna’s voormalige atelier â€“ nu: ‘Werkplaats Molenwijk van Framer Framed’ (foto Ingrid Bakker)

Fixatie

Als je je laat leiden door de aandachtsboog die je met de taoĂŻstische energie-oefening door je lichaam maakt, ga je merken dat je los komt van je fixaties, van de voortdurende opeenvolgende patronen van gedachten en waarderingen, waar je jezelf in eindeloze herhaling aan blootstelt – en waar je zo aan vast komt te zitten.

Als je die bevrijdende werking ontdekt, heb je de eerste stap gezet: je kunt jezelf, en de werkelijkheid om je heen, met nieuwe ogen bezien. Een nieuwe dag is aangebroken.

Hoe nu verder?

Zodra je weer vastloopt, ga je er weer over denken. We pijnigen onze hersens af … om oplossingen te vinden, om eruit te komen – om het weg te hebben, we willen het kwijt.
Dan kun je natuurlijk zeggen dat het bij jou hoort, dat het bij je leven hoort – maar is dat niet een bon mot?

Bij mij komt dan de betoverende formule boven, die Maarten Houtman er in een van zijn laatste toespraken aan gaf (in het weekend in Mennorode van mei 2007):
“Stilstaan bij iets zonder erover te denken, daar gaat het om. Niets weten, alleen de grote vraag staat voor je. En die vraag die voor je staat 
 dat is de hele mensheid die zichzelf ziet. Daarin, in dat erbij stilstaan zonder gedachten, kan er iets gebeuren – ik zeg kán, het is helemaal niet gezegd dát er iets gebeurt. Maar het is mogelijk, en dat is een genade, dat je een moment plotseling beseft wie je bent.”

Het leven gaat door…

Geheel boven: Uit Klaaske's serie ‘Avondluchten boven de Elpermeer’, 04-09-2023 | Boven: ‘Afwas 21-09-2023’ (eigen foto) 

‘Ik hoor de tijd stromen…’

Ik hoor de tijd stromen

En vraag me af: wat doe ik met die tijd die ons voor dit leven toegemeten is. Blijven we leven volgens plan – zijn we ons bewust dat we leven volgens plan?
Volgens plan leven 
 dan vergaat de tijd. Letterlijk.
De dieren hebben geen plan, die leven volgens een vast patroon. De mens heeft de vrijheid om zijn patroon te verlaten.
Maarten Houtman, Jij bent het spel.

Eind 2010 zocht ik Maarten Houtman nog een keer thuis op, niet lang voor zijn opname in het ziekenhuis in Bilthoven.
Er kwamen in die tijd regelmatig mensen bij hem op bezoek, familieleden en mensen die nog een laatste keer met hem wilde praten.
Ook ik was dat jaar regelmatig langsgegaan, spontaan of op uitnodiging van Hanna – het ritje ernaartoe in ons stadsdeel Amsterdam-Noord was voor mij een vertrouwde gang, hun huis in Molenwijk een vertrouwde plek.

Maarten ging nu zichtbaar achteruit – ik had nog nooit een stervensproces van zo dichtbij meegemaakt. 
Het was ook vast onderdeel van het gesprek: wat zijn klachten waren, hoe hij geslapen had, of hij z’n bed nog uit kon komen…
Jaap Koster,  timmerman en leerling van Maarten, had voor hem een leren lus gemaakt aan het plafond, waaraan hij zich kon optrekken. En Hanna kreeg in die tijd hulp van een voortvarende vrijwilligster.

Toen ik die dag binnenkwam, kwam Maarten net moeizaam de gang op met z’n rollator. En hij was zich daar ook bewĂșst van. Hij keek me aan en zei met onvaste stem: “Ik ontdek nog steeds…”

Het was even een schok … ik voelde me er ongemakkelijk onder, mijns ondanks vroeg ik me af: is dit geen farce … JIJ, zoals je nu bent…
Toch was ik diep vanbinnen ook blij met wat hij het zei.

Je kunt je afvragen waarom ‘welzijn’ voor ons zo’n absolute waarde is. Alsof zwakte, ziekte, gebrek, ongeluk, er niet mogen zijn – we willen het zo snel mogelijk vergeten…
Toch lijken zowel ons lichaam als onze geest pas tot bewustzijn te komen, als we ze ‘tegenkomen’, zoals dat heet – dus als we lijden.

Over dat bewustworden van je lichaam, schreef Cees Nooteboom in ‘Rode regen’ , onderstaande vermakelijke passage – net met de boot terug uit Amerika, kwam de auto waarmee hij werd opgehaald, op de kade onzacht in aanraking met een voorligger. Waarna hij had geprobeerd de bumpers uit elkaar te trekken:

“Het leek me een kwestie van tillen.
Vervolgens had ik een rug, en nu, zoveel jaren later, heb ik er nog een. Afgezien van dat tillen, moet het ook iets met schuld en onschuld te maken hebben. Kinderen hebben geen rug, ik kan me er tenminste niets van herinneren. Misschien had ik vroeger wel helemaal geen lichaam. Dat is de paradox: een lichaam krijg je pas als je het kwaad maakt.”

Er zou bij Nootenboom nog een lang traject van de meest wonderbaarlijke behandelaars volgen…[1]

Er is een opmerkelijke parallel in mijn eigen leven – was er bij Nootenboom misschien sprake van bravoure,  bij mij ging het meer om een gestrande poging tot behulpzaamheid:
Op de Nieuwmarkt in Amsterdam ging vlak voor m’n neus een junkie tegen de vlakte. Ik kon het niet aanzien en probeerde hem overeind te trekken – de loden last van een dood gewicht…
Nou, dat heb ik, net als N., geweten… Ik was geknakt, mijn rug ging voortaan m’n leven bepalen…

Eerst probeerde ik oefeningen te doen die ik bij yoga had geleerd, zoals ‘vooroverbuigen’. Maar het had een averechts effect. Toen kwamen we in ons Theosofische vakantieverblijf in Oostenrijk Herr Hans Nickel tegen, die daar Kriya Yoga onderwees. Hij was met me begaan en gaf me een kopie van een boekje met rugoefeningen, dat hij zelf bij zich had.
Terug in Nederland,  kreeg ik in Amsterdam vervolgens wekelijks een ‘sportmassage’ van een bekwame fysiotherapeute.
Maar inmiddels had Maarten het er bij ons al jarenlang  zachtjes ingemasseerd, dat we bij het begin moesten beginnen… Dat het om het hele lichaam ging, om acceptatie, beleving – in wezen om kennismaking met het lichaam.
Dat zette mijn hele wereld op z’n kop – de onderste steen boven…
En het leidde ertoe dat ik ging shaken.

In Vriendjes worden met je lichaam zegt Maarten het volgende over die onbewustheid:
“Als je probeert om vriendschap te sluiten met je lichaam, dan moet je over een geweldige kloof heen. En je moet beseffen dat je inderdaad een grote kloof voor je hebt. En dat die alleen maar geslecht kan worden, doordat je geduldig elke keer opnieuw die vraag aan jezelf stelt: waar is mijn lichaam?
Ik ben er diep van overtuigd, dat als je die vraag stelt en geduld hebt, dan komt het antwoord. Dat komt onmiddellijk. Je voelt onmiddellijk: ah, ja, oh ja, nu ben ik heel, nu kan ik als heel mens ingaan op wat niet duidelijk is. Het is niet dat je daardoor plotseling een oplossing ziet, dat bedoel ik niet. Maar je hebt zelfvertrouwen, omdat je heel bent.”

PS

Toen ik dit blog aan ’t schrijven was, drong plotseling tot me door dat me recent eenzelfde soort ongeluk, met een minstens zo grote impact, nogmaals overkomen is, maar nu vanuit een heel andere hoek – voor mij onzichtbaar. Het zorgde ervoor dat die ‘blinde hoek’ inmiddels visueel bij mij ingebakken is.
Waar een levenspatroon van ‘goed willen doen’ allemaal niet toe kan leiden…

____________________
[1] Cees Nooteboom, De rug van de reiziger, in Rode regen . De Bezige Bij, 2012.

Foto bovenaan: Maarten Houtman in ‘Le Couvent’, Azillanet, Herault (F). Foto Klaaske Fokkens.

Buitensport voor mannen

Bovenaan: ons startpunt aan het Waterlandplein (links staat Jago). Heen lopen we gezamenlijk naar het speelveld hierboven, terug loop ik langs ongebaande paden onderaan de snelweg terug naar huis.

Hoewel ik Zeillemaker heet, ben ik nooit op zee geweest, op een reisje met de stena Line van Amsterdam naar Noorwegen na. Ik heb dus nooit geleerd me op de sterren te oriĂ«nteren – al heb ik de stand van de zon wel als kompas gebruikt. Voor de rest heb ik m’n weg moeten vinden op herkenning, al of niet geholpen door een kaart. Waar dan op het laatst nog de TomTom bij kwam – die door sommigen als een ‘degeneratie’ van ons natuurlijke gevoel van richting beschouwd wordt. Maar toen ik tijdens een groepsreis naar China, moederziel alleen verloren in de miljoenenstad Chengdu stond, heb ik gezworen dat nooit meer zonder iPhone te doen – gelukkig kwam ik toen een Engelse scholiere tegen, die me de weg kon wijzen naar Baoguang Si.

Dat dat gevoel van richting van ons een bijna instinctief gegeven is, daar ben ik hard mee geconfronteerd toen ik een beschadiging aan mijn visuele cortex opliep – op bezoek bij een oude bekende, was ik me ‘een beroerte geschrokken’ toen zij plotseling alles uit haar handen liet vallen en wartaal sprak. Soms ben je gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plek…
Omdat ook mijn blikveld beschadigd was, heb ik sindsdien twee jaar lang begeleiding gehad van een gespecialiseerde verpleegkundige van het O.L.V.G., die om de maand bij ons langs kwam. Geweldig!
`Daarna kreeg ik via mijn huisarts te horen, dat ik nu wel moet blijven bewegen om herhaling te voorkomen…
En zo kwam ik bij Jago Bunnik terecht, van oorsprong fysiotherapeut, die nu aan ‘buitensport voor mannen’ doet, met accent op ‘langzaan bewegen’.

Klaaske ging in eerste instantie mee – haar wekelijkse yoga-lessen staan sinds enige tijd stil, omdat de docente uitgevallen is. Maar ze vond het toch te ongestructureerd. Dat het in de app-groep een ‘Mannengroep’ heette, vond ze maar bijzaak – maar wel komisch, natuurlijk…
Voor mij voelt het juist heel comfortabel dat, in de drie kwartier die we daar hebben, elk van de deelnemers zijn eigen programma afwerkt – weliswaar aan de hand van vier basisoefeningen die we gekregen hebben, maar ieder binnen zijn eigen grenzen en op zijn eigen tijd.
Dat er toch ‘samenhang’ blijkt te zijn, is dan een bijna magisch gegeven, wat zich aandient als wisselwerking tussen je eigen inspanning en wat je om je heen ziet gebeuren. Prestatie is daarbij irrelevant.

Ik ga nu op eigen kracht door – ik vond onze locatie-met-rekstokken in het park langs de ringweg wel iets aantrekkelijks hebben. En je kunt daar nog pingpongen ook!

Maar er wordt natuurlijk ook getraind: opdrukken, strekken, lopen en liggend omwentelen, voor het geval je ooit nog eens een been breekt – het dringt steeds meer tot me door dat ‘Hals- und Beinbruch’ (zoals de Duitsers het noemen) in onze maatschappij als een doem boven het hoofd van de oudere hangt. Gelukkig maar dat Jago daar speciaal op gespitst is.

Als je dan weer thuis bent, voel je je wel even gebroken… Ook al heb je in je leven dan van alles uitgespookt – waarbij shaken mijn specialiteit is – een getraind lichaam heb je niet zomaar terug.

Tijd om even weg te dromen…

Help, de boom valt om…

Voor Meino’s vijfentachtigste verjaardag .

Vrijdag 7 juli 2023 – ‘De val van het kabinet Rutte.’
Lang leve de Christen Unie, die toch nog enige menselijke maat bracht in dit kille, technocratische debat over de inperking van de ‘gezinshereniging’ voor vluchtelingen – daar lag hun grens.

… hier is ie al gevallen.
Bomen die als gevolg van de bouw van een schakelhuisje omgingen.

De val van een boom is een mythisch gebeuren…
Terwijl we het leven vaak als een rekensom beschouwen: ‘…je kon het op je vingers natellen, Ă©Ă©n en Ă©Ă©n is twee,’ alles wordt al ingekleurd. Terwijl dit iedere voorstelling tart…
Net zoals je ooit de Twin Towers in zag storten … je geloofde je ogen niet…

Wij bouwen onze wereld op zekerheden, op wiskundige formules. Is een bouwwerk niet Ă©Ă©n en al berekening, Ă©Ă©n samengestelde formule, die staat als een huis?
Zo is ook de levende natuur voor ons een ingeboren zekerheid, een zichzelf herhalende toverformule, een recursief proces, waarmee we als het ware zijn vergroeid – het woord zegt het al, het is naturwĂŒchsig, zoals de Duitsers het zo onovertroffen verbaal weten te raken.
Net als een boom die staat, tot in de hemel reikt, zijn wortels diep geplant in de aarde. Zo zien we het graag: zekerheid, iets dat staat als een paal boven water.

Nou, nee dus … mensen sterven, bomen vallen om – het is voor ons nu zelfs denkbaar geworden dat de aarde zal vergaan… Maar je moet het zien om te geloven.
Nou, zo viel voor ons raam, vlak onder onze neus, die boom om, gestriemd door de wind – en daarna viel er nog Ă©Ă©n…

Mijn kleine wereldje…
De wereld die voorbijkomt op dat kleine schermpje, waar we de hele dag op zitten te turen – of op de buis, een ‘wereld’ die net iets groter is. En zo nemen we elkaar ook de maat: als ‘mieren’, ‘luizen’, ‘neten’ – anders passen ze er niet op…

“Besef dat toch, je bent iets ongelooflijks, je bent zó’n geweldige mogelijkheid. En je zit je aldoor maar af te vragen, zal ik nou een boontje meer nemen of een boontje minder nemen
 [gelach]
Dat is jouw formaat niet.
De sterren en de hemel en het heelal, dat is jouw formaat. En alleen jij hebt het in de hand om in dat formaat je leven te leven.”
Maarten Houtman, ‘Het principe van de eenwording’, Eefde december 1987, woensdagmorgen

PS
Vannacht drong plotseling tot me door, dat zo’n boom macht over jouw wereld heeft. Dat klinkt wat onheilspellend, maar het verklaart wel het gevoel van onwerkelijkheid van de wereld, dat Klaaske en ik de volgende dag beiden hadden.
Ik moest denken aan The Lord of the Rings, waar bomen wezens zijn die rechtstreeks contact met ons kunnen maken. Zoals de Ent (een lopende boom) Boombaard, die met zijn donkere, spelonkachtige stem tegen de Hobbits zegt dat zij haastige wezentjes zijn…

Helemaal raak natuurlijk, zie ons daar rondhuppelen en springen…

Moeders…


Bij de 119e geboortedag mijn moeder, Geertruida Cornelia MĂŒller, die nu dertig jaar geleden overleden is.

Als kind konden volwassenen zich onverdroten met je vriendschappen bemoeien, dat was om gek van te worden…
Mijn moeder was daar een ster in. Maar er waren ook anderen bij wie dat bizarre vormen aannam. Leraren bijvoorbeeld…

Dat overkwam Klaaske op het Christelijk Lyceum in Arnhem, waar onze gerespecteerd klassenleraar – hij zou het elders nog tot rector schoppen – op de ouderavond aan haar ouders vroeg ‘of ze wel wisten dat hun dochter met Hein Zeillemaker ging … dat hij er zich zorgen over maakte of zij mij niet aan het inpakken was…’
En dat, terwijl mijn schoonouders van elk detail op de hoogte waren…
Toen ze het nadien aan Klaaske vertelden, huilde die van woede … waar bemoeide die man zich mee…

Ook mijn eigen vriendschappen hebben vaak onder vuur gelegen, altijd was er wel een of andere volwassene die er zich mee bemoeide. Misschien wilden ze me wel beschermen, en vonden ze mijn eigen beoordelingsvermogen schromelijk tekort schieten…

Nadat we van Krimpen naar Nijmegen verhuisden – dus alweer naar een totaal nieuwe omgeving – was het al direct raak. De meester van de 6e klas waarin ik belandde, adviseerde mijn ouders – hij was een ‘mannenbroeder’ – dat ik maar beter niet met mijn klasgenoot Corry kon omgaan…
Maar … die Corry was mijn nieuwe vriendje daar… En ik kwam graag bij hem thuis. Al rookte zijn jonge, Indische moeder dan als een ketter, ik was gefascineerd…
Maar nu mocht het dus niet meer, door een ingreep van bovenaf. ik was ontzet…[1]

De familie Zeillemaker-MĂŒller op de ‘bonk’ in Krimpen a/d IJssel, 1949

Jaren daarvóór was het al begonnen. Na onze verhuizing van Utrecht naar Krimpen – zie mijn blogpost Ontwaakt in de Krimpenerwaard – mocht ik van mijn moeder op zeker moment met bepaalde kinderen uit het dorp niet meer spelen.
Rijkie was daar Ă©Ă©n van. Hij was een brutaaltje, dat wel. En als hij weer eens een keertje zoek was, riep zijn moeder uit volle borst, zodat het in de wijde omgeving rondzong: ‘Rijkie, Rijkie, Rijkie-ie-ie-ie…’
Mijn moeder vond dat ordinair… Maar laten we wel wezen, als grotestadsmensen pasten wij ook niet in hun profiel…
Ik was geschokt toen ik haar verbod aanhoorde – hoewel ik instinctief wel begreep wat ze bedoelde, zoveel ‘standgevoel’ had ik nog wel…

Maar als gevolg van dat verbod, gebeurde er toen precies het omgekeerde…
Nu ging mijn moeder zich met mijn vriendjes bemoeien, ze koos ze zelfs voor mij uit… En ging ze dan vervolgens mij ten voorbeeld stellen…
Nou, toen had je de poppen aan het dansen, dan was je bij mij aan het verkeerde adres… Het kwetste mijn ego, ik werd valsik liet me toch zeker niet vernederen, dit pikte ik niet…
De gevolgen waren verschrikkelijk…

Om te beginnen was er Pier, met wie ik altijd langs de IJsseldijk naar school liep. Ik kwam ook op bezoek in hun dijkhuis, en hij bij mij – waar mijn moeder graag met hem praatte…
Maar vervolgens kreeg ik toen wel doorlopend te horen ‘dat Pier zo netjes was op z’n kleren’ – dat was een bekend strijdpunt tussen mij en mijn moeder, ze vond me een sloddervos vond, die niet op z’n kleren lette, ik was niet netjes genoeg…
Nu denk ik dat zij mij daar op die fabriek gewoon een overall aan had moeten trekken, net als de arbeiders die daar werkten. De vrijheid die ik op dat enorme fabrieksterrein genoot, was juist mijn lust en mijn leven…
Maar ik kreeg een matrozenpakje aan. Net als Pier. Ik moet die jongen zijn gaan haten…
En toen gebeurde het…

Op een dag stond mijn moeder in de deuropening met Pier te praten, hij stond al buiten. En ik vond kennelijk dat die deur dicht moest, Pier eruit
Ik probeerde wanhopig die deur dicht te doen, maar hij wilde maar niet sluiten… En tegelijkertijd begon Pier vreselijk te schreeuwen…
Ik begreep er niets van en drukte nog harder tegen die deur…
Toen begon ook mijn moeder te roepen: ‘… z’n vingers!!’
Nog drong het niet tot me door… Door een waas hoorde ik Pier schreeuwen, maar die deur moest dicht!
En pas toen drong het tot me door … hij zat met z’n vingers tussen de deurpost…

Halsoverkop gingen we naar de dokter. Ik wachtte daar geschrokken op de uitslag … wat had ik gedaan?
Maar gelukkig bleek Pier niets gebroken te hebben…
Toen ik de volgende dag met hem terug van school naar huis liep langs de dijk, hadden we hevige ruzie – hij zal me verweten hebben dat ik het expres had gedaan…
Toen we bij zijn huis waren, sloeg hij af, ik liep door naar het mijne – tot ik plotseling uit m’n ooghoeken zag dat hij naar me uithaalde … een kei trof me keihard tegen het achterhoofd…
Huilend liep ik naar huis, de vriendschap was voorbij.

Ik heb later vaak aan dat onbewuste handelen van mij terug moeten denken. Was het per ongeluk geweest, of was het expres – of misschien ‘per ongeluk/expres’…
Dan moest ik die Pier wel vreselijk zijn gaan haten … die mij tot voorbeeld gesteld werd Ă©n mijn moeder inpikte…

Later overkwam het me nog een keer:
Er kwam vriendje bij ons logeren, Anne heette hij. Hij was de zoon van een dominee, een oude bekende van mijn moeder (surprise!), met wiens familie we op vakantie in Haamstede bevriend waren geraakt. Anne was mij door mijn moeder als logĂ© min of meer opgedrongen, zij vond hem zo ‘lief’… En ook hij werd mij ten voorbeeld gesteld … zĂł voorkomend hij was, zowel qua uiterlijk als qua gedrag…
En toen was ik daar in de logeerkamer plotseling met hem aan het vechten – iets wat ik nooit deed… Ik hield zijn hoofd in een klem en wilde maar niet loslaten, ook al schreeuwde hij dat hij stikte… Alsof ik hem wilde vermoorden…
Hij is nooit meer terug geweest.

De marges moeten bij ons thuis voor mij wel heel smal geweest zijn, dat ik me in die wereld zo gauw verloren voelde. En zĂł voor mijn eigenheid moest vechten…
Mijn moeder moet wel een sterke vrouw geweest zijn. Ze had het beste met me voor.

PS

Toen we allang in Nijmegen woonden, werd er een keer aan de deur gebeld. Toen ik opendeed, stond er een jonge man in militair uniform, die zich voorstelde als ‘Pier’. Hij was daar gelegerd, hij wist dat we naar Nijmegen verhuisd waren en had ons opgespoord. Ik liet hem binnen, maar het was niet duidelijk wat hij kwam doen. Hij informeerde naar mijn schoolprestaties en vertelde over de zijne. Alsof hij me de loef wilde afsteken. Kennelijk had het gebeuren bij hem toch een wond achtergelaten...
Ook Anne kwam naderhand nog een keer tegen – stom toevallig. Hij was student theologie aan de VU, ik liep bij een vestiging op de Keizersgracht, waar hij me herkend moet hebben. We maakten een praatje, ik vond hem aardig...
Heel apart dat het leven je een kans lijkt te geven toch nog iets van die oude schade te herstellen...
Dat is wat me nu invalt.
____________________
[1] De familie van Corry had toen al plannen naar Denver (USA) te verhuizen, ik hoop dat het hen daar, na het dorpse wantrouwen hier, goed is gegaan.

Afbeelding bovenaan: Hanna Mobach, Grafmonument voor G.C. Zeillemaker-MĂŒller (detail).
Gaande de weg, heeft Maarten Houtman heel wat relatieadviezen gegeven – om te zorgen dat ik erbij bleef. Nu ik zelf mijn boontjes moet doppen, is elke vriendschap een hulp…

Mocktails maken

Emilie heeft me donderdag aan het werk gezet.
We zijn dwars door Noord gelopen voor een lunch bij het pas geopende Lowlander Botanical Bar & Restaurant aan het IJ – waar vroeger CafĂ©-Restaurant Stork zat.

Nadat ze haar e-bike in mijn kelderbox had geparkeerd, vertrokken we met gezwinde spoed naar onze bestemming.
Omdat mijn oriĂ«ntatie onder niveau is, zelfs in de eigen buurt, startte ik ‘Kaarten’ op mijn iPhone en gaf het adres ‘Gedempt Hamerkanaal 201’ op.
De robotstem verwees ons naar het Baanakkerspad – dat, volgens Parken en plantsoenen in Amsterdam “al op 30 oktober 1963 haar naam kreeg met een vernoeming naar natuurgebied De Baanakkers in het Wormer- en Jisperveld. De naam van het pad geldt voor alle paden in het Baanakkerspark – een groenstrook die door het hele oostelijke deel van Noord loopt.”

En als Hans en Grietje verdwenen ze toen in de groenstrook..

Het eerste wat we zagen was de Broekhuijsen-Leewis Schooltuin aan het J.H. van Heekpad.
Er waren hele schoolklassen aan het werk, Je hoorde het vrolijke gekwetter van Noorderlingtjes afkomstig uit alle windstreken, verbonden in hun bezigheid en in het directe contact met de aarde – die ons allen draagt en voedt.
Het riep bij Emilie, zelf aan de Beethovenstraat geboren en getogen, vroege herinneringen op…

We liepen daarna braaf de stip op de iPhone achterna, zorgend dat de blauwe lijn van de nog te volgen route ons vóór bleef. We zwabberden daarbij van voetpad naar fietspad en terug.
Het was een stevige wandeling en het was heet…
Op de dijk langs de Waddenweg vonden we gelukkig een bankje in de schaduw en hadden tijd om bij te praten.

Toen we daarna in de buurt van de Nieuwendammerdijk kwamen, werden we doorlopend over smalle weggetjes achter de huizen geleid, waar de tuinen op uitkwamen. Spannende weggetjes – geweldig dat ‘iemand’ dat voor je uitgezocht had… We kwamen zo ook langs een basketball veld met hoge hekken, waarop gespeeld werd.

Maar we konden zo langzamerhand niet langer wachten … daar was het IJ!
We zagen het terras van Lowlander, waar de zitjes langs het water al bezet waren. Maar wat we ook zagen, was dit bord:

We zijn gesloten wegens bedrijfsreservering

Ja, dan is het even alsof je wereld vergaat…
Althans de mijne – Emilie stapte resoluut naar binnen en zag een wat aftandse leren tweezitsbank, waarop ze me liet plaatsnemen. Zelf verdween ze tussen de geanimeerd pratende mensen in het interieur – en kwam even later terug met een bord met sandwiches, en drankjes die ze in de gereedstaande glazen schonk.
Ik keek het allemaal met verbazing aan…
“Ik denk wel dat het hier om uit te houden is, ze hebben ons toch niet in de gaten,” zei ze.
Ik was flabbergasted … hier??
Ik moest er niet aan denken…

Zo zie je het verschil tussen een persoon met improvisatietalent en aanpassingsvermogen, en een ouwe sok die het liefst in z’n stoel zit.

M’n hersens zochten intussen naar alternatieven: Eye aan het IJ … hoe ver is dat? Of anders CafĂ©-Restaurant Stork .. dat moest vlakbij zijn. Maar alles behalve dĂ­t…

Even later sprak Emilie een ober aan, die vertelde dat hij vroeger bij Stork had gewerkt – dat nu voorgoed gesloten was, opgenomen in deze Lowlander tent…
Voor onze ogen lokte het terras aan het IJ, dat druk bezet was…
Het bedrijf dat hier z’n feestje hield, had er een cursus ‘Mocktails maken’ georganiseerd voor zijn werknemers…
Voor ons waren er de gebakken peren…

En het het zo mooi kunnen wezen, kijk maar:

We besloten de bus naar huis te nemen en aan Klaaske onderdak te vragen. Emilie kocht bij Jumbo een tas vol lekkere dingen voor de lunch en we namen vervolgens lijn 38.
We werden op de Elpermeer met open armen ontvangen…

De nieuwe lunchlocatie…