‘A Decade of Sun’ – High Speed, in één uur

Here Comes the Sun gefilmd in honderdzesenveertig omwentelingen om zijn as, gecondenseerd tot een ‘event’ waar je je ogen niet vanaf kunt houden. De energie spat er vanaf, zó dichtbij de bron van alle leven ben je…
En je vraagt je af: hebben we nu alles gezien – afgezien dan van die vele andere miljarden sterren die, buiten ons gezichtsveld, nieuwe werelden openen. Maar daar kunnen we maar liever niet omheen draaien, heliocentrisch als we zijn. Het duizelt me nu al…

NRC kwam gisteren met het spectaculaire bericht ‘Unieke timelapse toont de intense onrust van de zon’: “Tien jaar zonneactiviteit is door de NASA samengeperst in een film van ruim een uur: A decade of Sun. Dankzij de gestaag doorfotograferende Solar Dynamics Observatory (SDO) zien we de belangrijkste ster in ons leven eindeloos om zijn as draaien. Iedere seconde brengt een nieuwe dag in beeld, vol plasmawervelingen in de corona en magnetische bogen aan het oppervlak.”

Als je straks naar deze hypnotiserende beelden kijkt, is dit van belang:

De Zon is een bijna perfecte bol met een afplatting die geschat is op 0,000 008 77, hetgeen betekent dat de pooldiameter 11 km kleiner is dan de equatoriale diameter. De Zon is niet vast, maar in plasmatoestand, waardoor verschillende rotatiesnelheden mogelijk zijn: de rotatiesnelheid aan de evenaar is hoger dan aan de polen. De rotatie aan de evenaar is ongeveer 25 dagen en aan de polen 36 dagen. Gezien vanaf haar noordpool draait de Zon, net als de meeste objecten in het zonnestelsel, tegen de klok in.
De Zon heeft een massa van 332.946 maal de massa van de aarde, dat is 99,86% van de massa van ons volledige zonnestelsel. Deze massa bestaat voornamelijk uit waterstof, in de buitenste lagen 70 massaprocent. Het andere veelvoorkomende element is helium, zo’n 28 massaprocent. In het centrum van de Zon, waar door kernfusie waterstof wordt omgezet in helium, is het gehalte aan waterstof vermoedelijk lager (35 massaprocent) en dat aan helium hoger (63 massaprocent).
Wikepedia

Je kunt op de website van de NASA, via de rubriek The Sun Now op de SDO-website, iedere dag weer de kalme onrust op de zon zien. Er zijn tornado’s in de atmosfeer, golven van plasma over het oppervlak, en zelfs oceaanstromingen van plasma boven en onder de evenaar.
Dit is het laatste beeld:

2020-07-10 00:46:46 UT (Universal Time) [klik om te vergroten]
“With a triad of instruments, SDO captures an image of the Sun every 0.75 seconds. From its orbit in space around the Earth, SDO has gathered 425 million high-resolution images of the Sun, amassing 20 million gigabytes of data over the past 10 years. Compiling one photo every hour, the movie condenses a decade of the Sun into 61 minutes.”

De muziek bij de film is van Lars Leonhard. NRC:
“Onder begeleiding van lome lounge-muziek is A decade of Sun een hypnotiserend spektakel geworden van een versnelde zon die toch verrassend traag ‘voelt’. En misschien niet traag genoeg. Want op de computer is de afspeelsnelheid makkelijk te manipuleren en het lijkt erop dat langzamer hier mooier is. Op de huidige NASA-snelheid is de zon een wat amechtig vlammende bol, maar met wat extra vertraging wordt hij meer de haast onbewogen energiebal die hij is, op 150 miljoen kilometer van de rotsige aarde en 330.000 keer zo zwaar. De loungemuziek van de NASA kan de vertraging ook best wel hebben. De muziek is van de Duitser Lars Leonard, die al jaren huiscomponist is voor veel NASA-films, in wat hij zelf noemt ambient, dub-techno and deep-house-stijl.

En dan tenslotte – wat anders? – ‘Here Comes the Sun’:

‘Cantico Espiritual’ van Johannes van het Kruis

Gestrand op weg naar een verre bestemming, bracht ik gisteren een onverwacht bezoek aan het Kröller Müller Museum.
Ik was bij de ingang van de Hoge Veluwe al gewaarschuwd dat bezoek aan het museum nog steeds aan het corona regime onderhevig was: ‘Uitsluitend op afspraak…
Maar vertrouwend op mijn goede gesternte, mijn museumkaart en mijn zeventien Tropen(museum)jaren, wist ik toch binnen te geraken. En eenmaal binnen, had ik alleen maar belangstelling voor Van Gogh…
Al gauw liep ik de vertrouwde zalen binnen – waar nu overal bordjes met ‘Maximaal vier personen’ hingen. Nauwelijks was ik – binnen het quotum – een zaal binnengelopen, of ik zag dit schilderij hangen. Er voer een kleine schok door me heen…

Vincent van Gogh, Op de drempel van de eeuwigheid, 1890, 80x64cm
[eigen foto, 26-06-2020, 12:47 klik om te vergroten]

Ongelofelijk! Ik was het werk nog onlangs tegengekomen, weliswaar in een totaal onverwacht verband – dat me sterk geïntrigeerd had. Maar waar was dat?

Aan het eind van de dag thuisgekomen, bladerde ik door mijn browser geschiedenis en toen had ik het al gauw gevonden:
In zijn toespraak Het komt vanzelf…, (Tao-zen sessie december 1993) vertelt Maarten Houtman over een boek, “geschreven door een vrouw die groot is geworden volgens de mystiek van Johannes van het Kruis en die zichzelf alleen maar als totaliteit ervaart. Maar ze kan wel niks meer doen…”
En hij tekende hierbij het volgende aan:

“Ik vraag me af waarom we toch altijd ergens anders willen zijn, want het is een fantastisch lichaam wat we hebben, fantastisch! Daar zijn we nog lang niet op uitgestudeerd, nog helemaal niet. Dat is zo ongelooflijk, dat lichaam, daar kunnen we nog zovéél van leren… Waarom moeten we eraan zitten veranderen? Waarom moet het nou etherisch worden?”

Toen had ik daarna ‘Johannes van het Kruis’ gegoogeld, en vond daar een lemma van zijn werk Donkere nacht van de ziel’ En het was dáárin dat ik deze afbeelding Van Gogh had gezien…
__________________

De cirkel was rond en mijn nieuwsgierigheid gewekt, ik ging gelijk aan het werk.
Eerst een fragment uit dit gedicht (want dat is het) van Johannes van het Kruis:

In een nacht, aardedonker,
in brand geraakt en radeloos van liefde,
– en hoe had ik geluk! –
ging ik eruit en niemand
die ’t merkte – want mijn huis lag reeds te slapen
Johannes van het kruis, Donkere nacht van de ziel (eerste couplet). 

(toen ik daar in het Kröller Müller Museum was en zo nu en dan een blik van een suppoost opving, zag ik weer eens dat dat bestaan ook een ‘Donkere nacht van de ziel’ is…).

Verder zoekend vond ik op het web, bij de link Hooglied en andere teksten van Johannes van het Kruisdat diens Hooglied recent op muziek gezet is door Amancio Prada: Cantico Espiritual.
Eerst de complete geluidsopname, waarvan de cd te bestellen is bij Carmelitana, Burgstraat 46, 9000 Gent (of bij ons te lenen is bij het Muziekweb):

Op onderstaande video zie je Amancio Prada zijn werk uitvoeren:

Hier zie je hem nog eens tijdens een tv optreden:

De complete tekst van het Geestelijk Hooglied van Johannes van het Kruis, een dialoog tussen de Bruid en de Bruidegom, kunt u hier nalezen.

AWAKENING | Alim Qasimov & Michel Godard

In Coronadagboek #6 het witte huis refereerde ik aan een concert van zanger Alim Qasimov met Michel Godard op serpent. Ik heb via Muziekweb nu hun nieuwe cd ‘AWAKENING’ in huis, waarin onderstaande boeiende conversatie tussen de Nederlandse filmer Frenk Scheffer en Michel Godard staat afgedrukt.

Maar eerst de muziek…

Michel Godard
Dear Frank, after our concert in Amsterdam, you gave me very nice compliments about the music which was encouraging. Would you mind going back to that moment?

Frank Scheffer
When I listened to it for the first time, and then again recorded, it was as if the music was in a cocoon. I pictured Hieronymus Bosch’s “The garden of Earthly Delights”, where we see two people in a cocoon, creating a feeling of peace and beauty.
We do not belong to any existing culture, but we create a new entity. Here 1 + 1 =3. It’s a separate world. I feel that’s very important today. In Western musical tradition, the idea of renewal has come to an end. What we see now is not a vertical but a horizontal line which integrates other parts of the world. I believe the juxtaposition of two cultures is the new avant-garde.
It’s something I felt strongly the first time I heard you play with Alim (Qasimov). That strong feeling of “this is the real avant-garde of our time”. It is obvious that we are destroying our planet and the only way to stop this, is by becoming one as citizens of our global village. Music shows us the way. Your relationship with Alim is meaningful because it is not defined by any pre-established context. It is pure beauty, it’s divine, and that’s the essence of art.

Alim Qasimov, zang

Frank Scheffer
The voice of Alim reaches a whole other dimension. It’s like “speaking with God”. How do you feel about your instrument and the way you play in this situation?

Michel Godard
I really felt that a powerful energy flows through Alim. To make our connection possible, I let go of all sorts of fears (do I understand what is being played, does it make sense, is it good or bad, etc) and I trusted my voice (the serpent in this case). During rehearsal, I tried the tuba at one point and I immediately saw in Alim’s look: please, go back to the serpent. In perfect harmony with voices, the serpent has been the instrument which has allowed us to connect heaven and Earth in French churches since the end of the 16th century. My aim is to reconnect with this sacred role of the instrument and playing with Alim helps me do that. I feel that’s where the music is.

Michel Godard, serpent

Frank Scheffer
Can you relate to Alim’s voice?

Michel Godard
Of course. I don’t know all the musical rules of Alim’s music. My background is European classical music and jazz. But if we forget about all the artificial boundaries between music styles and cultures, we can hope to become one. With a lot of respect for one another, without mental control and with an open soul, we can reach deep understanding. Trust is the key word. Only then, music becomes really useful.

Frank Scheffer
In my film ‘Voyage to Cythera”, Luciano Berio says: “Today, everyone thinks that all music is the same. I don’t agree with that because music has different functions.” Entertainment music is nice, great, but if you want to touch the soul of the listener it’s a different story. To me, that aspect of music is connected to us like the universe. Music can take us to the external universe, but it also brings us to our internal universe and allows it to open. That’s what I felt the first time I listened to you play. You’ve created a new entity, even stronger, shaping the spirit, which I find hopeful.
It’s hopeful music for the future!

Tot slot nog een duet van Alim Qasimov en Michel Godard, A Trace of Grace.
Inderdaad goddelijke muziek…

Tweestromenland

Dat het leven moge stromen…
zonder reflectie, remming, bedenking
de taal als water door mijn handen loopt –
ook niet van A naar B – doelloos zoekend
naar een opening, elke fixatie meesleurend

Als een dijkdoorbraak, ineens, zonder borden
‘dijkdoorbraak toegestaan’ of ‘rechts houden’
het gebéurt gewoon, zonder opgaaf van redenen
zoals je geboren wordt en weer doodgaat – zo
gewoon. Hooguit een herinnering blijft bestaan

Hein Zeillemaker

Man Kunto Maula is a Manqabat Qawwali song composed by Amir Khusro in the praise of Ali ibn Abi Talib. This song is based on a hadith, i.e. a saying of Prophet Mohammad: ‘Whoever accepts me as a master, Ali is his master too.’

Man Kunto Maula
shaah-e-mardaaN
sher-e-yazdaaN
quvvat-e-parvardigaar
laa fatah illaa Ali
laa saif illaa zulfiqaar

King of the brave,
lion of God,
[and] strength of God.
There is no one like Ali [and]
there is no sword like Zulfiqaar. *)

Ali imaam-e-manasto manam Ghulaam-e-Ali
hazaar jaan-e-giraamii fidaa-e-naam-e-Ali

Ali is my master, I am the slave of Ali
thousands of lives can be sacrificed for the sacredness of name of Ali.

Man kunto maulaa
fa haaza Aliun maulaa

To whom I am the master
Ali is the master. **)

Daaraa dil daaraa dil daar-e-daanii
tum tum taa naa naa naanaa, naanaa naanaa re
yaalaalii yaalaalii yaalaa, yaalaa yaalaa

Dar – Bheetar, Aandar (inside) Dara – Andar Aa (get in or come inside) Dartan – Tanke Aandar (inside the body) Tanandara – Tanke Aandar Aa (Come inside the body) Tom – Main Tum Hun (I am you) Nadirdani – Tu Sabse Adhik Janata Hai (You know more than anyone else) Tandardani – Tanke Aandarka Jannewala (One who knows what is inside the body)

Tanan Dar Aa – Enter my body. O Dani – He knows Tu Dani – You know. Na Dir Dani – You are the Complete Wisdom. Tom – I am yours, I belong to you. Yala – Ya Allah Yali – Ya Ali.

Ali shaah-e-mardaan imaamun kabiiraa
ke baad az nabii shud bashirun naziiraa

Ali is the king of the brave and the great leader
because after the Prophet, there is Ali.

____________________

*) Zulfiqaar was the sword of Ali presented to him by Muhammad.
**) A famous tradition (hadith) of Prophet Muhammad. Ali was his cousin and son-in-law.

Coronadagboek #7 Soeka Sini

Voordat we ons weer naar het dorp aan de rivier begeven, verkeren we als contrast even in een heel andere wereld…

We waren in dat witte huis langs de Hollandse IJssel wel in een bizarre omgeving terecht gekomen… Ik hoorde als kind met verbazing de verhalen aan over de religieuze waanzin, die zich daar binnen het oudgereformeerde wereldje afspeelde.
Zo was er de dikke juffrouw Rolloos, van het snoepwinkeltje onderaan de dijk, die de boel bij elkaar had geschreeuwd omdat ze niet ‘uitverkoren’ was en dus in de hel zou komen.
Mijn ouders deugden ook al niet, we werden nagekeken als we op zondag op de fiets naar de kerk in Ouderkerk a/d IJssel gingen, dat deed je niet – maar we  gingen naar de kerk notabene…

Maar het raarste verhaal dat ik hoorde betrof de stoet van in stemmig zwart geklede kerkgangers, die elke zondag bij ons over de fabriek trok, op weg naar een roeibootje, omdat het ‘zondig’ was om met het pontje te gaan, dan moest je immers iemand voor je laten werken…
Aan de overkant aangekomen, trokken de gelovigen dan te voet verder naar de ‘zwarte kousen kerk’ (zoals wij het noemden) van dominee Miras – die een keer op de kansel al zijn kleren uitgetrokken had, onder de uitroep: ‘Zó moeten wij nu voor God verschijnen. ongeschoeid…’
Als de gemeenteleden – na het roeien en het lopen en het anderhalf uur zitten in de kerk – dan eindelijk weer thuis waren, moesten ze na een uur weer op weg voor de middagdienst…

Toch had ook ons eigenste gereformeerde milieu boter op het hoofd, met een kerksplitsing middenin de oorlog, die mijn moeders familie tot op het bot verdeelde. Ik heb daar elders over geschreven.

Mijn moeder moet eenzaam geweest zijn in dat milieu, ‘ontvoerd’ als ze was uit de Goethelaan in Utrecht en afgesneden van haar familie. Op foto’s ziet ze er somber uit.
Haar voornaamste contact was de werkster Ali, een hartelijke vrouw die dol op haar was en zich echt voor haar inzette – wat weer scheve ogen zette bij haar man Jas…
Op een keer kwam hij Ali met de brommer ophalen omdat ze te laat was, hij was woedend – het was verkiezingsdag en ze had op PvdA moeten stemmen, vertelde ze later.

Mijn vader had natuurlijk zijn contacten op het kantoor en in de zakenwereld. En hij had een goede relatie met een collega op kantoor, mijnheer M., die net als hij van buiten kwam – in zijn geval uit Indië. Later werd er een huis voor hem gebouwd op een hoek van het terrein, waar hij met z’n gezin kwam te wonen. Op de gevel kwam een bordje met ‘Soeka Sini’ (‘ik ben hier graag’) te hangen. Ze kregen er twee kinderen, eerst Betty en toen Johan – en ik was er kind aan huis…

Zo was er toch nog een lichtpuntje in die duistere omgeving gekomen.

Met een sling om in de tuin van ‘Soeka Sini’, met mw. M. (l.), Betty en Johan. 

Toch kwam mijn vader zichzelf op die fabriek ook tegen. Hij raakte overspannen en lag in die periode overdag boven op bed. Wij liepen op onze tenen…
Ondanks dat, ging het een keer helemaal mis.
Ik stond beneden bij de dressoir met mijn moeder te praten en ging voor het gemak op het openstaand deurtje zitten. Met als gevolg dat de kast – die een versmalde onderkant had – kantelde en het servies met groot geraas naar voren schoof en deels door het deurtje naar buiten viel.
Mijn vader had het boven natuurlijk gehoord en kwam de trap afstormen. Toen hij zag wat er gebeurd was, kwam hij mijn richting uit…
Nu was ik van hem gewend dat ik zo nu en dan een stevige draai om m’n oren kreeg, dus ik dook in elkaar – hij leek wel een dolle stier… Op dat moment sprong mijn moeder ertussen om me te beschermen.

Zo ontdekte ik dus het principe van de hefboom.
Ondanks de schade die ik veroorzaakt had, kreeg het dressoir uiteindelijk de schuld: ze waren het erover eens dat de constructie – een eigen ontwerp – niet deugde. De kast werd toen met haken en ogen in de muur verankerd.

Maar onverwachts kwam aan ons bestaan daar een einde. Mijn vader kreeg ruzie met ‘CH’ en nam  ontslag (of werd keihard aan de kant gezet).
Jaren later vertelde hij – hij was toen inmiddels zelf  een succesvol zakenman – dat ‘CH’ en hij het nog een keer uitgepraat hadden…

Het dressoir werd weer losgekoppeld, wij verlieten het witte huis en betrokken een middenwoning in de kern het dorp – daar waar nu de stormvloedkering is.
Mijn tijd op de ‘droomfabriek’ was voorbij, alles werd anders.
________________________

Als  Shake v/d week  Itrî, Turkse soefi muziek van het Ensemble Kudsi Erguner, waarin een monotone dhol-trommel omspeeld wordt door een klagende ney-fluit.
Je kunt je voorstellen dat vadertje Attatürk gek werd van het geluid en er een verbod op uitvaardigde. Toch is het heerlijke muziek om op te shaken…

Coronadagboek #6 het witte huis

Het ‘witte huis’ in Krimpen, met Hein en Meino op de voorgrond (± 1946)

Vlak na de oorlog vertrokken we uit de Goethelaan in het Utrechtse Oog en Al – de straat waar ik geboren was, met familie vlak om de hoek en achterommetjes waar ik, nieuwsgierig als ik was, bij de buren in en uit liep.
We verhuisden naar Krimpen a/d IJssel, waar mijn vader bedrijfsleider werd op een betonfabriek.
Bij het afscheid opende mijn lieve oma Müller, die daar ook in de straat woonde, haar kast en reikte naar de bovenste plank, waar de koekjestrommel stond – een beeld dat in mijn geheugen gegrift staat.

Toen de verhuiswagen in Krimpen de fabriek op draaide, zag ik rechts van de ingang een grote boom, die me een gevoel van thuiskomen gaf. Verderop stond het statige huis waar we zouden komen te wonen – het linker gedeelte was ons woonhuis, rechts was het kantoor. Eromheen een zee van betonbuizen.
Het huis ziet er op de foto wat sjofel uit, maar op zeker moment was het stralend wit – vandaar de naam ‘witte huis’. Aan de voorkant was een gazon, waar ik in de een snikhete zomer van 1947 ’s avonds verkoeling vond onder een sproeier van de fabriek.

Je kwam bij ons binnen in een gigantische keuken, die ’s winters ijskoud was. In datzelfde jaar 1947 – dat ook nog eens extreem koud was – sprong daar de waterleiding, waardoor de vloer in een ijsvlakte veranderde. Verder was daar de (koude) douche, waar Meino en ik al bibberend onder stonden.
Vervolgens kwam je in de knusse eetkamer, waar ons leven zich afspeelde.
Tenslotte was er nog een ‘nette kamer’, als een zaal zo groot, waar ons stalen ‘ontwerp’-ameublement van Gispen stond – de architectendroom van mijn vader. Het was een ruimte die we met het kantoor deelden en die zij als ontvangstkamer gebruikten. Maar dat gebeurde niet zo vaak.
Op een keer mocht ik daar de thee voor het bezoek binnenbrengen, terwijl ik intussen angstvallig naar de kopjes keek of het er niet over liep. “Als je er niet naar kijkt, gaat het vanzelf goed,” zei de bezoeker, me vriendelijk toelachend. Ik stond perplex, dat kon toch niet waar zijn… Mijn eerste les in zen?

Vader, Meino, Hein en moeder op het fabrieksterrein, niet lang na aankomst.

Langs de kades van de fabriek lagen de schepen, die de gefabriceerde betonproducten naar elders vervoerden, tot aan de Zeeuwse wateren aan toe, ‘waar het vreselijk kon spoken,’ vertelde een kapitein – het was nog vóór de Deltawerken.
Ons land was in opbouw, de bouw floreerde en dat gold ook voor betonfabriek Van Waning & Co, waar mijn vader bedrijfsleider werd. Hij stond direct onder de eigenaar, Van Waning – ‘CH’ (dat is ‘Carl-Heinz’) voor zijn personeel, zoals dat met bovenbazen gebruikelijk is – die in Rotterdam woonde en meerdere bedrijven bezat. Je zag hem zelden op onze fabriek.

Die fabriek, met zijn lange rijen betonnen buizen, was een ideaal speelterrein. In de loodsen mocht je niet komen, daar vond de productie plaats en reden vorkheftrucks af en aan. Maar daarbuiten was er genoeg te beleven.
En er was Hendrik, een oude werknemer, die ieder dag het terrein aanveegde. We maakten regelmatig een praatje en raakten bevriend. Hij noemde mij ‘Heintje’.
Onderaan de IJsseldijk lag de Krimpenerwaard, met zijn eindeloze weidevelden, in percelen verdeeld door sloten, en boerderijen die vaak onderaan de dijk stonden.
De boer van de grote boerderij tegenover de fabriek kwam in het voorjaar bij ons langs met een emmer biest, als vriendschapsgebaar. Lekker dat het was…

Toen ik zes werd moest ik naar de Christelijke Lagere School (zo stond het er), verderop onderaan de dijk. Op de eerste schooldag zat ik huilend bij m’n moeder achterop de fiets. Niet alleen was ik die enorme vrijheid van de fabriek gewend, met z’n tunnels van buizen waar ik doorheen kon kruipen, maar er waren ook de dorpskinderen, die ons stadsmensen haatten…

Hein en Meino tweeënzeventig jaar later (2018).

______________________

Hieronder een onorthodox huiselijk tafereeltje uit Azerbeidzjan: Alim Qasimov en consorten – onder wie zijn dochter Ferghana – leveren zo hun bijdrage aan de Silk Road Home Sessions, which “will bring music and stories of comfort and joy directly from our homes into yours!”
Qasimov’s zang gaat je, zoals altijd, door merg, been en hart.

Onderaan een link naar een YouTube van een fascinerend optreden van Alim Qasimov tijdens het Morgenland Festival van oktober 2019 in Osnabrück. Hij wordt begeleid door Hüsnü Şenlendirici op klarinet, Rauf Islamov op kamanche en de Franse jazzmusicus Michel Godard – die hier op een ‘slang’ speelt (of serpent), een fascinerend, primitief aandoend koperen instrument, waaruit hij weemoedige klanken weet te toveren – zie: https://youtu.be/cHkXM-i_1MU

Coronadagboek #5 ‘blijf luisteren…’

‘Blijf luisteren, je weet niet hoe het verder gaat,’ zei Imah, de oude vertelbaboe, tegen de kleine Maarten, aan het einde van elk nieuw verhaal uit de Mahabharata. Misschien dat het jongetje het wel nodig had om dat telkens te horen en probeerde hij te gissen hoe het vervolg zou zijn – of dacht hij dat hij het wel wist.

Vele jaren later zei diezelfde Maarten tegen mij: ‘Het zal voor jou wel moeilijk zijn, om niet te weten hoe het gaat…’
Inderdaad had ik daar mijn halve leven aan besteed om dat uit te vinden, daar elke gebeurtenis mee in te pakken, te isoleren, dood te maken – zoals de computers in deze corona tijd op volle toeren draaien om uit de dode cijfers voorspellingen te doen over het verdere verloop…

Toen ik vanmorgen, na mijn stille tijd in de studio, de deur dicht trok om terug naar Klaaske te gaan, hoorde ik aan de echo’s in de hal dat ik m’n gehoorapparaat niet in had – en plotseling drong tot me door: daarom heb ik dat hulpmiddel zo hard nodig, om te kunnen blijven luisteren…
Sterker nog, misschien is dat wel waar mijn doofheid uit bestaat, mijn ingekankerde gewoonte met mijn versie van de feiten aan de slag te gaan, combinaties te maken, kansberekening … ja, precies! – precies zoals een computer doet. Dan kunnen ze wel zeggen: nee, dat het komt door kaalslag onder de trilhaartjes in je binnenoor – maar hoe kunnen ze weten hoe ik te werk ga…

‘Blijf luisteren naar het verhaal.’
Dat is het geheim. Want het is jouw verhaal, jij bent de enige die het kan vernemen. Je kunt het niet uit de boeken halen, niet uit de bijbel en al helemaal niet uit de computer. Het is de levende adem, de hartslag van jouw leven.

Coronadagboek #4 een dag uit het leven

Terwijl Klaaske’s smartphone haar stappen telt – het waren er 7000 op onze wandeling vandaag – legt de mijne feilloos mijn ‘Tijdlijn’ vast: een verslag+kaartje van de verplaatsingen van de dag, onderscheiden naar soorten vervoer (hier is blauw en wit lopen, groen de fiets).
Mijn Tijdlijn van vandaag zag er als volgt uit [klik om te vergroten]:

NB De Tijdlijn volgt niet het stratenplan.  

De wit-blauwe stip is het knooppunt: de Elpemeer, waar ik nu al maanden logeer, aan het eind van het witte lijntje de stip van mijn studio. De grijze stip links is onze pauze, met koffie uit de thermosfles en cake.

We liepen vanochtend op weg naar de polder (het donkergroen rechts bovenaan), zoals gebruikelijk langs het ‘Observatorium’ vlak om de hoek – waar een auto stond van de Kunstwacht, die de buitenkunst onderhoud. Het Observatorium ligt op een heuveltje, het is een open, cirkelvormige marmeren tafel, waarop sterrenbeelden gegraveerd staan.
Verderop liep ons pad langs de golfbaan Waterland, waar al druk gespeeld werd. We sloegen toen linksaf, langs de polder.

Terwijl ik daar over de Buikslotermeerdijk liep, voelde mijn innerlijke wereld bewolkt en grauw, het geel van duizend boterbloemen leek nodig te zijn om de zon te zien schijnen – die er wel degelijk was… Maar het intense licht raakte me, ik draaide me om en zag dit:

De gouw langs de Buiksloterdijk, richting Durgerdam [klik om te vergroten]

Wat was ik blij thuis te komen en ons vertrouwde zithoekje te zien…

Maar pas aan het eind van de dag, toen ik door het keukenraam het avondlicht zag en de lucht begon te verkleuren, voelde ik de innerlijke lichtheid terugkeren en kon het avontuur weer beginnen.

Coronadagboek, #3 in praise of India

Bijgaand concert uit 2016 brengt een hommage aan de grote violist en dirigent Yehudi Menuhin, ter gelegenheid van diens honderdste geboortedag. Maar het is natuurlijk ook een ode aan de levenslange vriendschap tussen die twee muzikale geniën uit Oost en West: Menuhin en Ravi Shankar – geweldig hoe die vriendschap opnieuw het vuur ontsteekt aan dit herdenkingsconcert.
Want deze dames mogen ook gehoord worden: niet alleen betoont Anoushka Shankar zich een waardig opvolger van haar vader, maar zie en luister ook naar het overrompelende vioolspel van de Moldavische Patricia Kopatchinskaja, die het aanwezige publiek uit z’n dak speelt.

Zij spelen Raga Piloo, het openingsnummer van het album West Meets East, Volume 2 van Ravi Shankar en Yehudi Menuhin uit 1968 – waar Wikipedia dit over schrijft:

It is the second album in a trilogy of collaborations between the two artists, after the Grammy Award-winning West Meets East (1967).
The release followed Menuhin and Shankar’s duet on 10 December 1967 at the United Nations in New York, celebrating the twentieth anniversary of the Universal Declaration of Human Rights. As part of his utopian ideal, international human rights was a cause long supported by Menuhin in his work, while for Indian classical music, this Human Rights Day recital marked the first time that a performance had received a worldwide television broadcast.

De arcering is van mij: ongelofelijk dat de Indiase muziek bij dat concert in 1967 voor de Verenigde Naties voor het eerst een wereldpodium kreeg!

Hier dan dit concert uit 2016:

Onze Maarten was niet alleen een groot fan van Menuhin, ook diens vriendschap met Shankar sloot hij – als vleesgeworden ontmoeting tussen Oost en West – in zijn hart en hij had hun album West Meets East in bezit.
Daarom hierbij die oorspronkelijke uitvoering van Raga Piloo van Shankar en Menuhin uit 1967, als een ode aan onze levenslange vriendschap met Maarten Houtman:

Voor wie echt aan de Indiase muziek verslingerd is, zoals ik, hierbij een fantastische opname -prachtig camerawerk, waarbij je de muziek haast uit diens handen kunt lezen – van Ravi Shankar, in concert met zijn toen nog jeugdige dochter Anoushka. Zij speelt hier duidelijk nog een bijrol – maar zie haar genieten van het spel van Ravi…

De uitvoerenden zijn:

Ravi Shankar, sitar
Anoushka Shankar, sitar
Bikram Ghosh, tabla
Tanmoy Bose, tabla
Kenji Ota, tanpura
Alan Kozlowskit, tanpura

Het concert vond plaats in 2002, Ravi Shankar was toen 82 en Anoushka 21.

Coronadagboek, #2 thuis

De Rustende Kat:

Dat je het weet, grijze muis, de kat is niet van huis, maar zit opgesloten in zijn meditatie kluis.

En met geloken ogen om zich heen kijkend, ziet hij niets dan leegte…

De Grijze Muis:

Langere tijd liep ik ’s ochtends vroeg naar mijn studio – nu is dat plotseling voorbij. Het is ook héél veel wat in deze knieval voor Corona op je afkomt, duizelingwekkend…

Alsof alle problemen zich vermenigvuldigen, en ieders probleem ook in jou – of zou dat misschien mijn eigen specifieke probleem zijn dat ik ‘mijzelf niet genoeg ben’, dat ik het leven van anderen opzuig – ja, waarvoor? Heb ik misschien geen eigen leven?

Kom nou, wat maak je me nou… Toch zou ik meer tijd aan mijn leven willen besteden, gewoon, alleen op mijn kamer, nietsdoend, vertwijfeld verlangend naar het eigen bed.

14-05-2020 10:40 – Thuis in Waterland
[klik om te vergroten]