De grote weg en de kleine weg

Plots stond hij daar, die wijnrode Ford Focus… Daarachter onze grijze Renault Clio.

“Toen ik, rijdend in mijn wijnrode Ford Focus, aan het eind van m’n tocht, … van mijn Latijn…, nabij San Luis Obispo in een flits de Stille Oceaan zag, hield op datzelfde moment de wereld haar adem in en voelde ik de voorlopigheid, die als een ontroering door me heen trok.”
Exiled to a wine red Ford Focus, Deel III van ‘Journey to California’

Toen hij hoorde dat wij een zilvergrijze Clio hadden gekocht, was Maarten Houtman geĂŻrriteerd… Waarom moest het met alle geweld dezelfde kleur zijn als die van de Renault Kangoo waar Hanna en hij in reden…
Hij wist dat mij een rode auto voor ogen gezweefd had … eigenlijk de kleur van de wijnrode Ford Focus waarin ik het jaar ervoor in CaliforniĂ« rondgereden had…

Ik had in de garage weliswaar gehoord dat metallic lak sterker was dan de gewone, maar ik begreep precies waar de angel zat… Weer had ik hem als ‘model’, als ideaalbeeld, gekozen – terwijl ik wist dat hij zich daar bijzonder ongelukkig onder voelde. En hij had al zo vaak gezegd dat een leraar-leerling verhouding – waar hij toch al zo’n hekel aan had â€“ bij meditatie zo niet werkte … juist niet!

Toen ik twee jaar eerder een tweedehandsje zocht, had Maarten mij zijn garage aangeraden. Toen ik erheen ging, ging hij met me mee. Het voelde heel goed, heel kameraadschappelijk â€“ met wellicht een vleugje vaderlijkheid â€“ om daar met z’n tweeĂ«n rond te kijken. Juist die totaal andere wereld, dat ‘gewone leven’, maakte het zo spĂĄnnend…
De eerste keren dat hij met me meereed, kreeg ik zo nu en dan een aanwijzing, zoals ‘je moet sneller doorschakelen’, als ik de motor teveel toeren liet maken. En toen ik invoegde op de snelweg, zei hij ‘dat het hem meeviel…’, toen hij zag dat ik medeweggebruikers de ruimte liet. Ook daar begreep ik overduidelijk de zere plek: mijn neiging om mezelf te poneren … wat in het verkeer natuurlijk heel verkeerd kan uitpakken.
Lang voordat we zelf een auto hadden, reden Klaaske en ik jarenlang met Maarten mee naar de maandelijkse bijeenkomsten van de Sterrelaangroep in Hilversum. Dat ging allemaal heel vanzelfsprekend en het was nog gezellig ook. Bovendien bereidden we ons zo allengs voor op de bijeenkomst die we straks zouden hebben – waarvoor de deelnemers van heinden en ver naar Hilversum kwamen.
De route die wij vanaf Amsterdam reden, langs de rand van de Loosdrechtse plassen, zal ik nooit vergeten…

Uiteindelijk kwam die auto er bij ons toch, ook al had ik er aanvankelijk – wellicht wat modieuze â€“ bezwaren tegen. Feit is dat toen we het ons eenmaal konden permitteren, die auto er ook kwam – waarbij we alle ellende van het parkeren daar op die Binnenkant voor lief namen…
Vooral met de auto op vakantie naar Frankrijk was een thrill.
Maarten en Hanna raadden ons daar ook het adresje waar zij al langer verbleven – in de serre bij ‘Piet en Jetty’. Jetty was een oud-leerlinge van Maarten, ze hadden zich gevestigd in Olonzac in de Herault, niet ver van Narbonne. In die omgeving kon je ook rustig koersen op de bijna verlaten wegen, zodat Klaaske haar auto-angst bijna vergat…
Op een keer kwamen we Maarten en Hanna daar tegen â€“ we hadden dat jaar een ander huisje gehuurd in de buurt – en hebben toen gezellig gegeten op de binnenplaats van restaurant ‘Le Couvent’.

Op de binnenplaats van ‘Le Couvent’ in Azillanet [klik om te vergroten]
Maar eigenlijk begon het allemaal met die keer dat Hanna me aanbood samen met haar in hun auto te rijden ‘als proefles’. Ik was het chaufferen bijna verleerd…

Als  Shake v/d Wake  Yo-Yo Ma met The Silk Road Ensemble met â€˜Silkroad on the Road’, dat een muzikale impressie geeft van het ensemble ‘on the road’.

Het wordt gevolgd door een life optreden van de meester tijdens de Proms in 2015, met de Cello Suite Nr. 2 van Bach.
Ik heb ademloos naar die linkerhand gekeken, die in een duivelsdans over de snaren beweegt – slechts Ă©Ă©n moment leek hij hem heel even te ontspannen…
… en vervolgens begreep ik dat Yo-Yo Ma tijdens dat concert in The Royal Albert Hall, alle zes suites voor de cello gespeeld had, een optreden van bijna drie uur…

De ware Jacob

Waar ik het nu eens niet over zal hebben 
 is over seks. Ha, ha.
Seks is voor mij m’n hele leven een onverbiddelijk drama geweest, dus wat zal ik daarover beweren?
Mijn opvoeding was een schijnheilige vertoning – over seks werd niet gesprokenWie dat wel deed was een patjepeeĂ«r, of op z’n minst was je ‘ordinair’ – ik hoor het m’n moeder nog zeggen: ‘een ordinaire man’. Met andere woorden, niet spreken over seks was een teken van ‘beschaving’.
Hoe diep kan een ‘beschaving’ zinken


Maar ik kreeg een tweede kans: jaren later kwam ik een man tegen die zonder enige reserve over voortplanting (“seks dus”) praatte, zonder ook maar Ă©Ă©n seconde de verdachtmaking op zich te laden dat hij ‘ordinair’ was: Maarten Houtman – lees zijn autobiografische roman â€˜De andere oever’ of beluister ‘Zoals jij het vertelt gaat het de eeuwigheid in’, zijn magistrale toespraak tijdens de sessie van april 1993 (zie www.maartenhoutman.nl).

***

Die transformatie van mijn werkelijkheid was ongelooflijk – er was niets wat ik niet kon zeggen – alsof hij alles ook zag, er waren geen geheimen meer.
Ik mocht er helemaal zijn, de enige grens was ‘dat je jezelf niet kapot moest maken’. Zo werd mijn verborgen leven iets alledaags, nu mijn lichaam er helemaal mocht wezen, mijn geest niets te verbergen had. Zo ontstond er een basis om verder te leven.
Maar wat de uitkomst was, wist je niet. Natuurlijk waren er verlangens naar het gemiste. Maar als het niet kwam, als het er niet was – dan was dat nu eenmaal zo….

Zo werd alles gezien, alles gehoord, alles begrepen, er waren geen grenzen meer, alleen voortdurende aanwezigheid, waakzaamheid, vervulling – als alles er mag zijn, niets te vrezen is, ook de dood er mag zijn.
Dan is ook niets je teveel, je hebt er alles voor over, perfectie is een vreugde.
En er is geen eindpunt, je begint zomaar opnieuw – het is een lied wat gehoord moet worden, een verhaal wat verteld moet worden, het zoekt zijn eigen weg…
Alleen jij moet er bij zijn, jij moet ervoor klaar zijn.

Abdullah Ibrahim achter zijn piano. [klik om te vergroten]

Als  Shake v/d Wake een track uit ‘Balance’, het kersverse album van Abdullah Ibrahim – zie onderstaande recensie van het Muziekweb:

“Nelson Mandela noemde pianist, fluitist, zanger en componist Abdullah Ibrahim liefkozend de Mozart van Zuid-Afrika. Adolph Johannes Brand was bekend als Dollar Brand voordat hij de islamitische naam Abdullah Ibrahim aannam. In de jaren zestig stond hij aan de voet van de zogenaamde Cape Jazz, een mix van jazz en Zuid-Afrikaanse volksmuziek. Hij verbleef tijdens de jaren van Apartheid veel in New York maar deze tachtiger is tegenwoordig weer gevestigd in Kaapstad. Zoals de titel van dit album al aangeeft maakt hij de balans op van zijn leven en beschouwt hij ervaringen uit het verleden, hoop voor de toekomst en de realiteit van het nu. Dit uit zich in lyrische klassieke melodieĂ«n en licht swingende jazzpassages waarin zijn impressionistische pianospel domineert. Muziek die altijd zonnig als het Zuid-Afrikaanse klimaat aandoet, maar nooit oppervlakkig wordt. De rijke en gelouterde composities van Ibrahim klinken hier volledig in balans.”

Hier nog een opname van een recent life optreden van Ibrahim:

Het oog van de meester III

GedrieĂ«n (Hein, pa, ma). Foto Jan Zijlstra


Er is geen leven dat nooit,

al was het maar een ogenblik,
onsterfelijk is geweest.

Wislawa Szymborska
Over de dood, zonder overdrijving

***

Ook toen was schoonheid aanwezig, eigenlijk altijd al…
… met het licht, de lucht, de voortbewegende wolken,
met het leven wat in ieder mens zijn uitdrukking vindt.
Maar de dood hoort daar ook al bij, in ieders bestaan –
zoals ik ondervond op mijn nieuwe school in de stad.

Toen de meester meedeelde dat Wim was overleden,
klonk het terloops – zoals Wim er ook uit had gezien:
onopvallend, bleek, hij had altijd al iets van een geest…
Maar toen nĂłg een leerling overleed, huilde de meester –
wat de klas ervoer als discriminatie tussen rijk en arm.
 
Die tweede, een wat opgeblazen type, was als enigst kind
nogal verwend door zijn welgestelde ouders in Kralingen –
ik weet nog de straatnaam: de Charlotte de Bourbonlaan.
Ik hoorde dat het huis vol had gestaan met zijn speelgoed.
Op zijn gloednieuwe fiets werd hij door een auto geschept.

***

Die foto hier is van veel later, het leven had zijn tol geeist,
… waarover zwegen zij, gedrieĂ«n uitkijkend over de zee …
Er is wel samenhorigheid, maar die is door ernst bedekt,
want er werd wel heel wat gepraat – maar nooit over mij…
Misschien is uit elkaar groeien wel een natuurlijk proces.

Zo leerde Klaaske mij, ons, kennen – zij was pottenkijker
op die Nijmeegse Driehuizerweg, avontuur Ă©n bezoeking,
als archeologe het frisse gezicht tussen de spinnenwebben.
Natuurlijk vlogen daar de splinters in het rond, ook toen al –
een meester-inbreker op het spoor van de verborgen schat.

***

Als  Shake van de Wake  Anouar Brahem met Astrakan CafĂ©, wat zowel op het gelijknamige album staat, als op het album Vague. Hier speelt de meester het life en solo, gezeten op het toneel van een enorm amfitheater. Maar zie wat een rust, wat een warmte hij uitstraalt, adembenemend, wat een man…

Exiled to a wine red Ford Focus

Deel III van â€˜Journey to California’

Wat vooraf ging: Deel I The ‘Gates of Heaven’, Deel II â€˜Almost trapped in a Bad Movie’

Mijn eigen Californian Dream begon pas toen ik, na een verblijf van enkele dagen in het huis van de gastvrije Filipijnse familie van mijn reisgenote Loida in Chula Vista – op een bewaakte compound aan de rand van San Diego – naar een hotel in de stad werd gedirigeerd.
Ik had het niet aan zien komen, het waren zorgeloze dagen geweest. Ik voelde me verbannen…
Wel ging de lieve tante Sylvia mee naar Hertz om me op weg te helpen, maar er waren honderd wachtenden voor ons… Uiteindelijk huurde ik in de buurt van m’n hotel een wijnrode Ford Focus – die zich ontpopte als mijn trouwe kameraad in ballingschap.

Ik moest bij ‘wijnrode Ford Focus’ denken aan ‘de man van de witte Subaru Forester’, die Haruki Murakami opvoert in De moord op Commendatore en daar op een schilderij wordt vastgelegd – weliswaar zonder gezicht… Maar waarom zou de autobezitter ook geen archetype kunnen zijn, zonder zwaard of glazen bol in de hand… 

Zo vertrok Hein in zijn wijnrode Ford Focus richting Sequoia National Park, op weg naar de reuzenbomen. Eerst reed ik dwars door Los Angeles, over een eindeloze reeks verhoogde snelwegen en fly-overs. Toen volgden de dorre vlakten rond Bakersfield…

Door de zon geblakerde velden – ook toen al – bij Bakersfield. Daar links staat ie…

Voorbij Bakersfield ging het 4000 voet omhoog, op naar de redwoods…

Ballad of the wine red Ford Focus

Up to the redwoods
four thousand feet high
I drove my Ford Focus
up to the sky

All the way the American Way (2x)

Had I ever know there
the hardships I would own
I surely had returned then
to San Diego downtown

All the way the American Way (2x)

In my wine red Ford Focus
I drove up to the sky
and never asked questions
never wondered why

All the way the American Way (2x)

‘Exotische berm met wijnrode Ford Focus’ – samen klommen we gestaag omhoog…

Na de ontmoeting met de reuzen van Sequoia National Park, reed ik verder noordwaarts.
Onderweg stopte ik bij een eenvoudige store om een cappuccino te drinken. Ik rommelde wat in de kofferbak en legde daarbij de sleutels even neer.
En sloot toen gedachteloos de klep…

Daar stond ik, in the middle of nowhere, afgesneden van de sleutel tot mijn gehele bezit…
In paniek rende ik de store binnen en deed er m’n verhaal. De vrouw achter de toonbank hoorde me aan en vroeg welk merk ik reed. Toen ik ‘Ford Focus’ zei, liep ze mee naar buiten en zag dat het raam op een kier stond. Zonder aarzeling wurmde ze haar arm naar binnen en kon net het dashboard bereiken, waar aan de kant van het raam een knop bleek te zitten – waarmee ze de kofferbak ontsloot…
Ik zag het met open mond aan – waar ik vervolgens rijkelijk haar koffie in goot. Ik was haar zo intens dankbaar…

Hier ontmoette ik m’n eerste beschermengel – en de daadkracht van Amerika… 

Maar het kan ook heel anders uitpakken…

Toen ik voorbij de hoofdstad Sacramento op een dood punt belandde en niet meer wist hoe ik verder moest, liep ik weer zo’n ‘store’ binnen. Er was niemand te zien. Gelukkig zag ik een koffiehoekje met zelfbediening. Net toen ik wisselgeld uit het bekertje met munten wilde halen, kwam de storeholder binnen. Ze zag me met m’n hand in het bekertje en begon me op hoge toon van diefstal te beschuldigen… Stamelend probeerde ik het haar uit te leggen.

Buiten gekomen voelde ik me opnieuw verbannen en zat verloren in de wijnrode Ford Focus. Tot ik om me heen begon te kijken … en onderstaand tafereeltje zag. Dat bracht me weer tot bezinning…
Ik startte de auto en reed richting San Francisco, op weg naar de Pacific…

Totaal ontgoocheld zat ik daar: ‘Beware, this is America!’ Toch een beschermengel?

Aan de kust bij Half Moon Bay raakte ik aan de praat met Jerry, een gescheiden vrouw met een zoon van zestien, die daar zo maar voor m’n neus stond. Op een bankje gezeten, vertelde ze haar verhaal. Zoonlief had op het schoolplein een afvalbak in de fik gestoken, waardoor er een keet afbrandde. Het was een lijdensweg met de autoriteiten geweest, die leek te gaan uitmonden in de jeugdgevangenis … jeugdgevangenis??
Wel iets anders dan mijn koffiebekertje met munten…

Terug in Holland kocht ik luchtpostpapier. Ik heb nog een jaar lang met haar gecorrespondeerd – tot ze Jesus vond, toen hield het op.

Maarten Houtman spreekt in Het grote gemis over onze ballingschap (later zegt hij het begrip wat dramatisch te vinden en het liever ‘onze tussenperiode op aarde’ te noemen), dat we alleen in ballingschap het Grote Gemis kunnen voelen, niet in de hemel, niet in het paradijs.

“Dat hele gewone doen, wat we allemaal doen, ons hele leven door, krijgt alleen een andere dimensie als we ons bewust worden wat daarin plaatsheeft. Langs die weg gaan we op den duur voelen dat er iets anders is wat dat doen een zin geeft, veruit boven alles wat we bedenken kunnen in deze wereld. En op dat moment begint er eigenlijk een nieuw leven. Terwijl we heel gewoon ons leven van alle dag leven, met zijn vreugden en zijn bekommernissen – ons verbinden met iemand, weggaan, relaties aangaan, relaties verlaten – gaan we ontdekken dat er, behalve al datgene wat we ervan verwachten, wat wel of niet helemaal vervuld wordt, iets totaal anders is wat zich tegelijk met alles wat we al kennen voltrekt.”
Het grote Gemis. Sessie april 1993, maandagmorgen.

Toen ik, rijdend in mijn wijnrode Ford Focus, aan het eind van m’n tocht, … van mijn Latijn, nabij San Luis Obispo in een flits de Stille Oceaan zag, hield op datzelfde moment de wereld haar adem in en voelde ik de voorlopigheid, die als een ontroering door me heen trok.

Het oog van de meester I

De gezusters MĂŒller, met mijn moeder bovenaan.

I

“God ziet alles,” zeiden ze vroeger bij mij thuis.
Dat sloeg dan meestal op dingen die je voor je ouders verborgen probeerde te houden. Dus vanzelf werd God die boeman die met hen samenspande en dan aan het eind van je leven ook nog eens wat voor je in petto had.
Eigenlijk een vreemde manier van zeggen, een vreemde voorstelling van zaken: iets of iemand die alles ‘ziet’
 Want het sloeg natuurlijk ook op je gedachten, het aller intiemste, meest verborgene hoekje dat je hebt. Dus stel je voor dat die ‘zichtbaar’ zouden zijn


Nadat ik enige tijd bij Maarten Houtman ‘gezeten’ had en hem mijn volledige vertrouwen gegeven had, riep ik hem soms thuis in mijn wanhoop aan. Dan ging niet lang daarna de telefoon.
Als ik opnam was het heel even stil, dan klonk een zachte stem: “
 met Maarten.”

Je maakt het mee, je ziet het gebeuren 
 en merkt dat het klopt, dat weet je gewoon. Toch doet het je wereld kantelen

Maar je hebt CONTACT, er is iemand die je ziet, die je hoort, die voor je klaar staat.
Ondanks jezelf levert het een gevoel op dat het kan 
 dat het bijna zo hoort, dat niets het in de weg staat. Toch vind je het natuurlijk een beetje eng


Dat zoiets je overkomt, komt natuurlijk niet uit de lucht vallen, op een of andere manier was je ervoor geprepareerd (zeg ik nu). En je hebt er onopzettelijk misschien wel een beetje op toegewerkt.
Ik moet dan gelijk denken aan mijn toenmalige fascinatie voor de boeken van Carlos Castaneda, waar ik me op wierp toen ik alle vertrouwen in de academisch psychologie had verloren en mijn studie na jaren afbrak. Zo’n meester te hebben als die Yaqui Don Juan
 A path with a heart

Ik had in die jaren weinig meer om voor te leven, ik had bijna alle contact met m’n lichaam verloren en leefde als een spook. Alleen Klaaske hield me op de been.
Op een nacht voelde ik dat ik m’n lichaam aan het verlaten was en zag lichtwezens die mij wenkten
 Maar iets in mij wist dat ik terug moest, dat er iemand van me hield en op mij wachtte


Zo zag mijn wereld eruit aan de vooravond van onze ontmoeting met Maarten.
Gestaag begon ik weer van het leven te genieten

We werden bij Maarten en Hanna te eten gevraagd. We stonden wat vroeg op de stoep en toen Hanna opendeed klonk het: “De eersten zullen de laatste zijn
” We kregen draadjesvlees voorgeschoteld, wij, als strenge vegetariĂ«rs
 Heerlijk was het!

Intussen bleef Maarten als een zorgzame vader over me waken. Als hij lesgaf in de Kosmos wist hij dat ik daar in onze woonboot door het raam naar het water zat te staren en parkeerde hij zijn auto zĂł op de brug bij de Montelbaanstoren – we woonden op de Binnenkant in Amsterdam, precies tegenover waar nu de Kanzeon Sangha is – dat ik hem kon zien.
Verbeelding? Ik was de verbeelding voorbij, er was alleen nog een absoluut vertrouwen. Ik had ook nog een heel leven te gaan, voor alles wat ik meegemaakt had en niet begrepen had

Tot dan toe was mijn enige – naar ik steeds meer begon te begrijpen: dodelijke – wapen mijn voortdurende analyse van alles wat ik meemaakte. Dat was mijn ingekankerde manier om ‘problemen op te lossen’ – als een MĂŒnchhausen die zichzelf aan zijn haren uit de baren wil redden


En daar zit je dan op je bankje, bij Maarten op de Zen-zolder, en hoort: “Ga terug naar je adem, voel je lichaam
”
Wat een eindeloze weg
 Dat vertrouwen in hem was ook wel broodnodig


Hoe ver gaan de genen, waar begin je zĂ©lf…

Gedachten bij de honderdvijftiende geboortedag van Geertruida Cornelia MĂŒller, mijn moeder.

Mijn moeder in ‘het huis op de Mookerheide’, betrapt door de fotograaf.
Na de dood van mijn vader kon ze daar geen kant op – ze reed geen auto – en verhuisde naar Bussum, in de buurt van haar kinderen. Voor de rest maakte ze moeilijk contact. Ze was fel, kritisch en ontactisch, ik heb veel moeite met haar gehad. Maar ze had een goed hart.

“De erfelijke conditionering heeft ermee te maken dat als je weer een keer op aarde mag komen, je een bepaald instrumentarium krijgt. Dat is je werkmateriaal, dat is niet iets bepalends. We gaan de mist in als we zeggen: ja, die erfelijke eigenschappen, dat is het, hù
Dat is helemaal niet waar, ieder mens die geboren wordt Ă­s al iets, voordat hij zijn instrumentarium krijgt, voordat hij zijn erfelijke eigenschappen krijgt. God zij dank. Ik kan me niet voorstellen dat er een wereld is die bestaat bij die erfelijke eigenschappen. Dat is niet zo, we zijn geen onbeschreven blad, we zijn al iets â€“ al zijn we ons daarvan niet bewust.De wijze waarop de wetenschap dit onderzoekt, is altijd vanuit de materie kant, vanuit datgene wat al vorm genomen heeft. En daar kun je heel veel in ontdekken. Maar wat we nooit ontdekken, nooit ontdekken kunnen, dat is de geest, dat wil zeggen die impuls die uit het tijdloze komt. Die impuls blijft onbekend. En hoe verder je hier in doordringt
 Ieder mens heeft de gelegenheid hierin door te dringen, het is niet iets … onbespreekbaars, je kunt je hierin verdiepen. Je kunt liefhebben, je kunt radeloos zijn, je kunt gelukkig zijn, maar het is leven.”

Maarten Houtman, In het ‘vuile werk’ ligt de vooruitgangUit: ‘Die warmte waarin je antwoord levend is’, Vijfdaagse december 1992 in Huissen.

… en dan ga je onderzoeken wie je bent, wat je werkelijke ‘afkomst’ is â€“ wat het leven is voorbij reproductie, de basiskracht van de materie. Je gaat je afvragen hoe je kunt leven vanuit inzicht, de kracht van de geest, de oerkracht van het leven ĂŒberhaupt. Zoals die Joodse legende verhaalt, waarin gezegd wordt dat God de wereld schiep om zich bewust te worden van zichzelf…

Mijn ouders aan zee, rond 1960.
Een ‘Family of Man’ foto, die de voorkeur kreeg boven veel kiekjes. Zo heb ik ze nu eenmaal meegemaakt, die vijftien jaar van heerlijke strandvakanties, te midden van het harde werkende leven – dat welvaart opleverde, maar bij mijn vader ook stress, naast een zekere voldoening.
De foto is van Jan Zijlstra, vriend van mijn broer Meino, die toen meeging op vakantie.

En dan zie je ook je aardse afkomst: twee mensjes die niet weten wat hen overkomen is, maar dapper in het leven staan. Die de zee over hun voeten laten spoelen, de zee die hen bij elkaar brengt – en ons herinnert aan de ‘oerzee’ waar we allemaal het leven aan te danken hebben.
______________________________________

Omdat ik steeds meer ga begrijpen hoe wezenlijk het shaken voor mij is â€“ als alle smoesjes voorbij zijn, zoals dat het ‘slecht voor je knieĂ«n is’ – probeer ik erop te letten dat de  Shake v/d Wake  niet alleen echt shakable is (en in die zin aanstekelijk), maar liefst ook kwalteitsmuziek.

Yo Yo Ma bijt de spits af, samen met Kayhan Kalhor, in een aanstekelijk Atashgah (plaatsje nabij Bakoe, in het huidige Azerbeidzjan, met een zoroastrische Vuurtempel).


Almost trapped in a bad movie

 Voor Klaaske, die niet taalt naar vliegen, en mij grootmoedig liet begaan 

Deel II van â€˜Journey to California’

Als Amerika je teveel wordt, is Europa je tegengif â€“ toen in 2004, en in dit Trump-tijdperk al helemaal… Daarom als   Shake v/d Wake  dit betoverend stukje Europese samenwerking: Tarkovsky, Russische cineast, Anja Lechner, Duits celliste en François Couturier, Franse pianist, samen goed voor fascinerende muziek tegen de achtergrond van magische beelden:

Na mijn vertrek uit San Diego was ik vlak langs Hollywood gekomen. ‘k Reed met m’n rode Ford Focus dwars door Los Angeles, over een eindeloze reeks verhoogde snelwegen en fly-overs.
Mijn bestemming was Sequoia National Park, met zijn mammoetbomen die duizenden jaren oud zijn. Het ‘hoogtepunt’ is de General Sherman Tree: met zijn 83 meter de allerhoogste boom ter wereld, en een omtrek van 31,27 meter – niet alleen kinderen voelen zich er Klein Duimpje bij…

Sequoiadendron Giganteum [klik om te vergroten]

“Will I take a picture of you in there?”
Nou, vooruit dan maar.

In het hol van de leeuw…

Het geplande ‘hoogtepunt’ van mijn reis door CaliforniĂ« – ik moest op tijd terug zijn in San Diego,  voor de terugvlucht, samen met Loida en Thomas – was een vlek op de kaart, Verona geheten. Waarom ik dat oord uitkoos? Ik zou het niet weten… Misschien maakte ik in gedachten wel een ‘Journey to Italia’…

Hoe dan ook, dit ‘hoogtepunt’ op de kaart, verkeerde in een dieptepunt… Ik noteerde in mijn dagboek:

“Verona, the dream destiny of my Californian journey, a spot in the plains north of Sacramento, turned out to be no longer existing…”

Toen ik het wisselgeld voor een kopje koffie uit een bekertje met munten nam, werd ik door de plaatselijke store holder ook nog beschuldigd van ‘een greep uit de kas’ (ik zag de handboeien al voor me…). Ik had het met CaliforniĂ« helemaal gehad…

Maar gelukkig keerde, verderop in San Francisco, het tij …
Toen ik in een willekeurige winkel navraag deed naar een bestemming daar in de buurt, zei een vriendelijk bediende: â€œYou have to go to Half Moon Bay, at the Pacific…” (pas veel later ontdekte ik dat â€˜De halve maan’ het schip van Columbus was – bleek er toch nog een ontdekker in mij te zijn opgestaan..).
En juist Half Moon Bay bleek mijn ‘dream destiny’ te zijn…

Na een paar dagen daar op de stranden, reed ik terug naar San Diogo langs de befaamde Highway 1 (California State Route 1), die me bij San Luis Obispo langs de Pacific bracht.

Toen ik daar vanuit het raam van mijn rode Ford Focus een blik sloeg over die eindeloze oceaan, had het dat moment de glans van de eeuwigheid…

Na een paar dagen was ik terug in Amsterdam, waar ik mijn presentatie afrondde met dit ‘fecit’:

Hein, in een doorsnee Amerikaanse hotelkamer, blaast zelfbespiegelend het liedje uit.

The Gates of Heaven

“Journeys bring power and love back into you. If you can’t go somewhere, move in the passageways of the self. They are like shafts of light, always changing, and you change when you explore them.” 

Rumi Jalal ad-Din Muhammad Rumi, 30.09.1207 – 17.12.1273

Met dank aan Klaaske, die me met dit citaat wilde troosten in mijn heimwee naar het verre reizen – ik zei dat ik gelijk de terminals al voor me zag…
Waar Lene op inspeelde met de sfeerbeelden van de ‘Departures’ van deze Spinvis:

Gelijk helemaal in de stemming met deze schachten van licht, kwamen bij mij de beelden boven van mijn laatste verre reis:

[klik en vergroot (dat geldt voor allemaal)]
Of hoe je het ene moment – 9 juli 2011 â€“ nog heel aards samen in de pizzeria zit, om het volgend moment – 22 juli 2011 â€“ hoog boven de Gobi woestijn te hangen…
Lene bezorgde me, na bovenstaand muzikaal Spinvis citaat, ook de woorden van ‘Kom terug’:

Het begon allemaal lang geleden in de vertrekhal van Schiphol, toen ik â€“ niet lang na ‘Nine Eleven’–  zo nodig naar Amerika moest. De gevaren van de ‘lift off’ en van de pas geĂŻnstalleerde controle poortjes fier in d’ogen ziend.
Gelukkig had ik twee lieve reisgenoten, die me troost boden in deze trieste wereld:
Uit mijn PowerPoint presentatie ‘Journey to California’

En hier is de Flying Dutchman himself:

Zo kom je daar aan – over geluidshinder en fijnstof wordt niet gesproken…
Na een paar gezellige dagen met de familie daar …
 … volgde mijn eenzame rondreis in de gehuurde rode Ford Focus:
En, o ja, we zijn teruggekomen, we hebben de Arrivals gehaald en de thuisgrond gekust…
Ik gaf mijn PowerPoint presentatie de volgende opdracht mee:

“Dedicated to our old friends and colleagues Graham Tredgett and Ina Bot who both departed so early from their shallow place under the sun. We pray it will be permitted them to live under the same roof on the yonside.”

Waarop ik dit wat mysterieuze gedicht liet volgen:

When chaos returns
kosmos reflects
an unanswered question:
“Were we that innocent?”

When all starts anew
it’s just for the sake
of an unanswered question:
“Were we that innocent?”

When our world will explode
the echo rolls on
of an unanswered question:
“Were we that innocent?”

When our world is on fire
the thing to remain
is the burning question:
“Were we that innocent?”

Thuisblijven lijkt minder dramatisch – hoewel daar de muggen weer op de loer liggen…

Murakami, ‘Romanschrijver van beroep’

Critici zijn uiterst kritisch over het boek – dat is dan ook hĂșn beroep.  

Op dit moment lees ik Haruki Murakami’s laatste werk: Romanschrijver van beroep â€“ de grote meester die met een bespiegelende Ă©n analyserende blik kijkt naar zijn noeste arbeid van tientallen jaren, zijn tientallen romans, en de procedĂ©’s die hij al doende daarvoor ontwikkeld heeft.
Hij vertelt ook weetjes, zoals dat hij ‘tweeĂ«nhalve schermpagina’s op z’n Mac’ per dag schrijft (tien pagina’s ruitjespapier voor Japanse tekens). En dat doet hij met een ijzeren regelmaat – niks ‘inspiratie’ of ‘geen inspiratie’, gewoon als een lopendebandwerker die tien pagina’s per dag. ‘Anders raak je uit je ritme,’ zegt hij – ritme, muziek, is voor hem het sleutelwoord. Murakami staat niet voor niets bekend als jazzliefhebber (hij en zijn vrouw runden als studenten samen een jazzcafĂ©). En in zijn laatste roman, De moord op Commendatore, komt ook de klassieke muziek (opera’s!) uitgebreid aan bod.


Gurdjieff, Musique pour le mouvement n° 32 des ‘39’, gespeeld door Alain Kremski. Betoverende muziek…

Dus, waarde lezer, bereidt u voor op een blog post per dag… 😀
Maar, hoe boeiend ik het ook vind wat Murakami vertelt, ik zou me daar niet aan willen spiegelen. Een blog is sowieso een heel andere materie dan een roman. Alleen al omdat een ‘post’ direct refereert aan eigen belevenissen â€“ terwijl Murakami het heeft over de ‘ladekast met opgeslagen waarnemingen en herinneringen’, waar hij in opslaat wat hem opvalt, en waar hij dan later uit put.

Maar er is een ander aspect aan zijn schrijverschap, aan zijn bestaan ĂŒberhaupt, waar hij me wel degelijk persoonlijk raakt … en aanmoedigt! Daarover komt hij te spreken in hoofdstuk 7, dat heet Op-en-top een individuele en lichamelijke bezigheid.
Wat hij daar zegt, raakt ook de kern van de stormen van kritiek die hij vaak krijgt – en die met deze autobiografie bijna ontploft. Dat hij namelijk een oersaaie vent zou zijn, die op geen enkele manier past bij het beeld dat ’men’ van een grote schrijver heeft: excentriek, uit de band springend, zeg maar het type Hemingway en Wolkers:

“In elk geval biedt ik aan iedereen die van een schrijver verlangt dat hij beantwoordt aan dat ‘ideaalbeeld van buitenissigheid’ mijn oprechte verontschuldigingen aan, maar ik herhaal nogmaals: voor mij is maathouden op lichamelijk vlak onontbeerlijk om romanschrijver te blijven.”

Murakami schreef een essay over zijn grote liefde voor hardlopen: Waarover ik praat als ik over hardlopen praat. In Romanschrijver van beroep zegt hij dat hij dat vijf uur achter het scherm zitten per dag – en met zo’n dikke pil van hem soms drie jaar lang – alleen maar kan volhouden door met een ijzeren discipline, of liever gezegd, uit liefde voor het vak en voor het leven, dagelijks te trainen. Dan volgt deze passage, waarin hij ons zijn ware ‘Zen mind’ laat zien, en mij in het hart raakt:

“Volgens mij is in ieder geest een zekere chaos aanwezig. Hij zit in mij en hij zit ook in jou. Het is niet iets wat je voortdurend concreet, in zichtbare vorm naar buiten moet brengen in het echte leven. Je loopt er dus niet mee te koop bij anderen, met een houding van: ‘Kijk eens wat een enorme chaos in me heerst.’ Als je in contact wilt komen met je innerlijke chaos, moet je gewoon stilletjes in je eentje afdalen naar de bodem van je bewustzijn. De chaos die we onder ogen moeten zien, de ware chaos die het waard is goed onder ogen te zien, bevindt zich precies daar. Hij houdt zich daar schuil, vlak voor je neus.
Wat je nodig hebt om dat waarheidsgetrouw en eerlijk onder woorden te brengen, is stilzwijgend concentratievermogen, onvermoeibare volharding en een bewustzijn dat in bepaalde mate tot een stevig systeem is gemaakt. En om die eigenschappen op een constant niveau te houden, heb je fysieke kracht nodig. Deze slotsom mag dan waarlijk oninteressant en letterlijk prozaïsch zijn, het is mijn fundamentele opvatting als romanschrijver. En of ik er nu kritiek of lof mee oogst, of ik nu rotte tomaten naar mijn hoofd krijg gesmeten of mooie bloemen toegeworpen, voor mij is die manier van schrijven – en ook die manier van leven – hoe dan ook de enige mogelijke.”

Sorry voor het lange citaat, maar ik dacht: het is de moeite waard.

Nou, mensen, en dan nu muziek om lekker op te shaken: Byzance van Nguyen Le en Dhafer Youssef. Een goede  Shake Wake !

Aan de Vierlingsbeek – dag 3 (afscheid)

  Voor Aloys  

Mijn goede vriend Aloys is thuis in heel Nederland. Waar je ook verzeild raakt, hij weet je direct te vertellen wat de locale bezienswaardigheden zijn, waar het gezelligste cafĂ© is en welke routes je moet lopen – een ervaring van tientallen jaren eropuit, soms ieder dag, met de trein wandelend of met de fiets. Waarbij hij, als een veldheer, met een grote systematiek zijn tochten uitzet. En zo het net rond het onbekende steeds strakker aantrekt…
Hij besloot deze zomer – na de Noordkaap, Rome en Santiago de Compostella, ondermeer – niet in Engeland te fietsen maar in Nederland te blijven, waarbij hij volgens zijn laatste bericht nu ter hoogte is van zijn geboorteplaats Weert. Mijn vakantieverblijf Vielingsbeek is voor hem bijna voorouderlijke grond…
Na de aflevering ‘Aan de Vierlingsbeek – dag 2’ kreeg ik dan ook prompt een mailtje met deze tips:

  • Het cafĂ© met lindebomen tegenover het station. 
  • De zoete en zure pasweiden nabij Vierlingsbeek.
  • De jeneverbesstruiken op de Boshuizerbergen.
  • Het kapelletje bij Smakt.
Dat kapelletje hadden de veldbiologen van de vorige aflevering als vertrekpunt van hun excursie genomen, er stond deze fascinerende foto bij:
St. Josef? Patroonheilige van de maagden? O, wacht even, dat was de vader van Jezus, de bruidegom van de Heilige Maagd Maria! En natuurlijke is hij ook patroonheilige van de timmerlieden, met als feestdag 19 mei. “En sinds 1955 wordt daarnaast op 1 mei een facultatieve gedachtenis van Sint-Jozef gevierd (Jozef als arbeider).” (Wikipedia)
Maar… het heeft allemaal niet zo mogen zijn…
Afgelopen nacht ben ik aan de voet van het Oorlogsmuseum Overloon door de muggen verslagen, die me zelfs onder de douche nog aanvielen. Ik heb mijn biezen gepakt…

Op de terugweg kwam ik langs Mook (waar mijn ouders woonden) en Malden (waar mijn vader begraven ligt). En vlak voor Nijmegen – waar we met ons gezin tien jaar gewoond heb – zag ik in de voortsukkelende file plotseling deze vrachtwagen rijden:
‘De Hamer’, hart voor beton – de fabriek waar mijn vader jaren gewerkt heeft…

Nu weer thuis achter m’n computer, koester ik, na deze horreur, des te meer de hordeur van mijn balkonnetje, waar nog geen knut doorheen komt (hij is dan ook geleverd door de firma ‘Ho mug!’).

En … dat balkonnetje geeft mij niet alleen het zonnetje, maar ook de muziek … en, niet te vergeten, good ol’ moon:

Midzomermaan

Als  Shake v/d Wake  Armin van Buuren’s ‘Vision’