Interview met Rashid Khalidi

LAATSTE NIEUWS

Palestijns-Amerikaans historicus zegt lessen op Columbia University af na ‘capitulatie’ aan Trump
NRC, 1 augustus 2025

De prominente Palestijns-Amerikaanse historicus Rashid Khalidi heeft een collegereeks aan Columbia University afgezegd, nadat die universiteit een week geleden schikte met de Trump-regering. Dat schrijft de emeritus hoogleraar vrijdag in een open brief in The Guardian.

Het Witte Huis dreigt Columbia en andere universiteiten al maanden met het stopzetten van federale subsidies. Donald Trump zegt dat Columbia niet genoeg doet om antisemitisme op de campus tegen te gaan, waarop de president de aanval op de universiteit opende. Vorige week schikte Columbia met de Trump-regering en betaalde ze een boete van 200 miljoen dollar (ongeveer 173 miljoen euro), om weer aanspraak te kunnen maken op 400 miljoen dollar (zo’n 346 miljoen euro) aan subsidies.

Het akkoord met Columbia University is vooral een overwinning voor de regering-Trump
Het bestuur van Columbia University in New York werd het eens met de regering Trump, de universiteit krijgt haar subsidies terug.
Hoogleraar Khalidi ging vorig jaar met pensioen, maar zou in de herfst als bijzonder hoogleraar nog een vak gaan geven over de geschiedenis van het Midden-Oosten. Hij schrijft dat niet te kunnen doen „onder de voorwaarden die Columbia heeft geaccepteerd door te capituleren aan de Trump-regering”.

‘Veranderd in een anti-universiteit’

Khalidi hekelt met name de definitie van antisemitisme, die Columbia overneemt. In die definitie, van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA), wordt kritiek op IsraĂ«l gelijkgesteld aan antisemitisme, stelt Khalidi. De IHRA stelt dat kritiek op IsraĂ«l, net als kritiek op andere landen, niet per se antisemitisch is. Wel bestempelt het kritiek op het bestaansrecht van de staat IsraĂ«l als antisemitisch, of bijvoorbeeld het land een „racistisch project” noemen. Die definitie maakt het volgens Khalidi onmogelijk om eerlijk les te geven over de genocide die IsraĂ«l pleegt in Gaza.

Khalidi hekelt daarnaast de trainingen die medewerkers moeten volgen, waarbij kritiek op zionisme gelijk zou worden gesteld aan antisemitisme. „Columbia’s capitulatie” heeft de universiteit veranderd in een „anti-universiteit, een plek van angst en walging, waar faculteiten en studenten van hogerhand verteld wordt wat ze mogen zeggen en doceren”, besluit Khalidi zijn brief.

INTERVIEW
oktober 2024

‘Er is in deze oorlog te weinig aandacht voor de geschiedenis’

Rashid Khalidi | Historicus
Ook nu de oorlog zich uitbreidt naar Libanon, constateert de Palestijns-Amerikaanse historicus Rashid Khalidi, is sprake van ‘blindheid’ voor alles wat voorafging aan de aanval van Hamas op het zuiden van IsraĂ«l op 7 oktober 2023. „De oorlog is een reddingsboei geweest voor Netanyahu.”
                Auteur:‹Lucia Admiraal NRC, ‹4 oktober 2024

Hij is een van de bekendste historici van Palestina: Rashid Khalidi (1948). Deze zomer ging hij met emeritaat als hoogleraar moderne Arabische studies aan de Columbia Universiteit in New York, al blijft hij dit semester gewoon lesgeven. Eerder schreef hij onder meer een standaardwerk over de Palestijnse nationale identiteit en Brokers of Deceit, (Makelaars in bedrog) over het Amerikaanse buitenlandbeleid in het Midden-Oosten.
In De honderdjarige oorlog tegen Palestina. Een geschiedenis van kolonialisme en verzet, dat in 2023 in Nederlandse vertaling verscheen, verweeft hij de geschiedenis van Palestina met die van zijn eigen prominente Palestijnse familie. Het boek opent met een kritische brief uit 1899 van zijn verre oom Yusuf Diya al-Khalidi aan Theodor Herzl, de ‘aartsvader’ van het politieke zionisme.

Behalve historicus is Rashid Khalidi ook ooggetuige. Hij werd geboren in de VS in 1948, na het begin van de Nakba of ‘catastrofe’, toen circa 750.000 Palestijnen werden verdreven uit het deel van Palestina dat IsraĂ«l werd. Zijn vader werkte voor de Verenigde Naties als rapporteur van Midden-Oosten gerelateerde zaken in de Veiligheidsraad, en tijdens de oorlog van 1967 hielp hij hem met het doornemen van de media.

Later woonde Khalidi met zijn gezin in Beiroet tijdens de Libanese burgeroorlog (1975-1990) en de Israëlische invasie van Libanon (1982), gericht tegen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Hij doceerde aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet en was een bekende commentator. In de periode 1991-1993, inmiddels werkend als onderzoeker in Jeruzalem, was hij adviseur voor de Palestijnse delegatie bij de Arabisch-Israëlische vredesbesprekingen in Madrid en Washington.
Vanuit zijn kantoor op de Columbia Universiteit zegt Khalidi via een videoverbinding dat hij „heel bezorgd” is over de huidige situatie in Gaza en Libanon: „Ik vrees dat we ons richting een veel grotere oorlog bewegen.” Bovendien woont een deel van zijn familie daar, al zijn enkelen van hen eerder dit jaar vanuit Gaza naar Egypte gevlucht. Khalidi is ondanks zijn emeritaat nog vrijwel dagelijks op de universiteit, en geeft lezingen en commentaar in de media. Consequent benadrukt hij daarin de historische wortels van de Gaza-oorlog.
„Helaas besteden politieke besluitvormers en commentatoren in de mainstream media heel weinig aandacht aan de geschiedenis.” Ook nu de oorlog zich uitbreidt naar Libanon, constateert hij, is er sprake van ‘blindheid’ voor alles wat voorafging aan de aanval van Hamas op het zuiden van IsraĂ«l op 7 oktober 2023. „Zij bespreken wat er in Libanon gebeurt alsof er sinds een jaar een conflict is tussen Hezbollah en IsraĂ«l, wat natuurlijk volkomen onjuist is.” Het nu bijna verstreken jaar sinds het begin van de oorlog in Gaza ziet hij dan ook als de meest recente fase in een langdurige oorlog.

Ook op dit moment zijn de VS geen neutrale bemiddelaar, maar een partij

De ‘honderdjarige oorlog’ begint in 1917, als de Britse regering steun uitspreekt voor de vestiging van een nationaal tehuis in Palestina voor het Joodse volk. Waarom is dit het startpunt van uw boek?

„Centrale elementen uit de strijd waren ook daarvoor al aanwezig. Het zionisme werd als politieke beweging opgericht in 1897 in Bazel. De Palestijnen schreven al over deze kwestie vóór de Eerste Wereldoorlog, en ook het verzet was er al. Wat 1917 bepalend maakt, is dat de toenmalige grootste wereldmacht besloot het zionistische project in Palestina te steunen in de oprichting van wat uiteindelijk de staat IsraĂ«l zou worden. Het centrale betoog van mijn boek is dat er niet simpelweg een strijd is tussen Palestijns nationalisme en zionisme. Het is een strijd tussen het zionistische project en later IsraĂ«l, steevast gesteund door de machtigste naties ter wereld – Groot-BrittanniĂ« en later vooral de Verenigde Staten – en het Palestijnse volk. Ook op dit moment zijn de VS geen neutrale bemiddelaar, maar een partij. Ze zijn vandaag in oorlog met de Palestijnen in Gaza en vandaag of morgen met de Libanezen.”

Uw boek is verdeeld in zes ‘oorlogsverklaringen’ aan de Palestijnen tussen 1917 en 2017. Welke plaats heeft de huidige oorlog, als u het boek zou doortrekken tot het heden?

„Het is moeilijk te bepalen welke kant het opgaat, want een oorlogssituatie is altijd in beweging. De achtergrond die ik in mijn boek geef, is essentieel om te begrijpen wat er sinds 7 oktober vorig jaar is gebeurd. De verschillende oorlogen tegen Gaza en de niet aflatende druk die IsraĂ«l op de Palestijnen heeft uitgeoefend, moesten vroeg of laat wel tot een explosie leiden. Ik had alleen nooit kunnen voorspellen dat het de explosie zou zijn die we zagen op 7 oktober. En dat de IsraĂ«lische reactie zo woest en meedogenloos zou zijn.”

Het benoemen van die historische achtergrond riep na de aanval door Hamas in het zuiden van Israël op 7 oktober vaak hevige reacties op.

„Daar is een Arabisch woord voor, tajhil: mensen onwetend maken. Het getuigt van blindheid om de nadruk te leggen op de gruweldaad van 7 oktober, maar niet op alles wat daaraan voorafging en wat daar zogenaamd door wordt gerechtvaardigd. Die tendens wordt nog versterkt door de systematische weigering van IsraĂ«l om journalisten toe te laten tot de Gazastrook. IsraĂ«l kan alleen wegkomen met wat het doet in Gaza, als het kan voorkomen dat mensen nadenken over alles wat aan 7 oktober voorafging en wat erop volgde.”

Welke verschuivingen hebben zich voorgedaan sinds 7 oktober vorig jaar?

„Die dag was een van de grootste nederlagen uit de IsraĂ«lische militaire geschiedenis. De IsraĂ«lische burgerbevolking is het zwaarst getroffen sinds de oorlog van 1948, toen het 6.000 mensen verloor, het merendeel soldaten. Op 7 oktober was daarentegen het merendeel burger. De schok en het trauma zijn dus heel begrijpelijk. Maar een misdaad rechtvaardigt niet de veel grotere misdaad, het doden van ruim 40.000 Palestijnen en de volledige vernietiging van de infrastructuur van Gaza, wat genocidaal en opzettelijk is. Er is geen enkele militaire rechtvaardiging voor.
„Door 7 oktober is de IsraĂ«lische publieke opinie aanzienlijk verhard en is een regering versterkt die daarvoor erg wankel was. De oorlog is een reddingsboei geweest voor Netanyahu en zijn coalitie – die gedijen op conflict – omdat de IsraĂ«lische publieke opinie zo getraumatiseerd en geschokt was. Het stelt hen in staat om IsraĂ«l uit te breiden naar het hele voormalige mandaatgebied Palestina [inclusief Gaza en de Westelijke Jordaanoever, red.], naar een Groter IsraĂ«l. Dat was overigens het doel van de meeste IsraĂ«lische regeringen in de geschiedenis.”

In Israël zijn wekelijks protesten tegen de regering en voor de gijzelaars, maar is nauwelijks publieke verontwaardiging over de massaslachting in Gaza. Hoe verklaart u dat?

„Het trauma van 7 oktober heeft elk vermogen om het lijden van de ander te erkennen weggevaagd. Ik heb IsraĂ«lische vrienden en ik weet dat de dood van 800 burgers, en honderden soldaten en veiligheidspersoneel, een enorme impact heeft gehad op de gehele IsraĂ«lische samenleving. Maar ze zien alleen hun eigen pijn. Dat is niet nieuw: IsraĂ«liĂ«rs hebben jarenlang hun ogen en geest gesloten voor het lijden en het geweld dat hun bezetting heeft opgelegd en voor de langdurige gevolgen van de oorlog van 1948: de onteigening van land, de verdrijving van 750.000 Palestijnen en de weigering om hen te laten terugkeren.”

CV
De Palestijns-Amerikaanse historicus Rashid Khalidi (1948) is emeritus professor Arabische studies aan de Columbia Universiteit in New York.
In 2023 verscheen de Nederlandse vertaling van zijn boek De honderdjarige oorlog tegen Palestina. Een geschiedenis van kolonialisme en verzet.
Hij is getrouwd en heeft drie kinderen, en woont in New York.


Khalidi bestudeert de geschiedenis van Palestina door de lens van settler-colonialism of vestigingskolonialisme. Hij spreekt over een „voortdurende Nakba”: een langdurig proces van etnische zuivering van de Palestijnen waar ook de vernietiging van Gaza en de sluipende annexatie van de Westelijke Jordaanoever deel van zijn. Het zionisme ziet hij als zowel een koloniale als een nationale beweging, „in een Bijbels jasje”. De koloniale geschiedenis van het conflict is onderbelicht, betoogt hij, en dat terwijl de zionistische beweging zichzelf tot aan de Tweede Wereldoorlog expliciet in koloniale termen omschreef.
In plaats daarvan domineert volgens Khalidi nog steeds het beeld van het IsraĂ«lisch-Palestijns ‘conflict’ als een nationale strijd tussen twee volken, terwijl ongelijkheid centraal zou moeten staan in zowel het begrip van de geschiedenis, als de ‘oplossing’. In het mondiale Zuiden is dat besef er wel, maar het Westen heeft volgens Khalidi „nog steeds oogkleppen op”.

Na 1948, schrijft u in uw boek, „waren de Palestijnen vrijwel onzichtbaar, kwamen ze nauwelijks aan bod in de westerse media en mochten ze zich zelden internationaal vertegenwoordigen”. Hoe is de situatie nu?

„Die is aanzienlijk veranderd, ook al is er nog steeds een obsessieve focus van de mainstream westerse media op het IsraĂ«lische perspectief. Alleen is er nu een generatie die conventionele media volledig veracht, of niet eens weet dat ze bestaan. Onlangs noemde ik voor een zaal van 250 studenten het persbureau Reuters. Niet één van hen gaf blijk van herkenning. Ze halen hun nieuws van sociale media en zien daar met eigen ogen wat er in Gaza gebeurt met de burgerbevolking: massale hongersnood en genocide. Daarom heb je nu studentenprotesten.”

Het afgelopen jaar zijn archieven en erfgoed in Gaza op grote schaal vernietigd. Hoe kijkt u daar als historicus naar?

„Het is onderdeel van elk koloniaal project om niet alleen de bevolking, maar ook dorpen, plaatsnamen, herinneringen, cultureel erfgoed, bibliotheken en archieven te vervangen. Groot-BrittanniĂ« deed het in Ierland, Frankrijk in Algerije, en IsraĂ«l heeft dat systematisch gedaan in Palestina. De bibliotheken van individuen in Haifa, Jaffa en West-Jeruzalem werden in 1948 in beslag genomen en opgeslagen in de IsraĂ«lische Nationale Bibliotheek. De Vereniging voor Arabische Studies in Jeruzalem onderging hetzelfde lot, zo ook het PLO Onderzoekscentrum in Beirut in 1982. Dit proces is nog steeds gaande in Gaza, met de moord op rectoren van universiteiten, tientallen decanen, en meer dan honderd gedode universiteitsmedewerkers.”

Israël zegt het doel te hebben om Hamas te vernietigen in Gaza. De Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever wordt door veel Palestijnen gezien als een verlengstuk van de Israëlische bezetting. Wie zouden een toekomstig Palestijns leiderschap kunnen vormen?

„Hamas vernietigen is een illusie omdat het naast een onconventionele militaire macht ook een ideologie is en een sociale organisatie. De Palestijnse Autoriteit is een niet-representatieve en zeer verafschuwde groep die aan de macht wordt gehouden door IsraĂ«l, de VS en de Europeanen. Een alternatief Palestijns leiderschap moet democratisch door de Palestijnen worden gekozen. En dat vereist dat de Palestijnen zich bevrijden van vele lasten, waaronder externe interventie en interne verdeeldheid.”

Wat is er mondiaal veranderd het afgelopen jaar?

„De neergang van de VS als wereldmacht is versneld doordat zij deze oorlog hebben gesteund en niets hebben ondernomen om hem te stoppen. De VS zijn bijna blindelings gebonden aan IsraĂ«l, zelfs wanneer dat publiekelijk de voorwaarden voor een akkoord met Hamas weigert waarmee het privĂ© heeft ingestemd. Ondanks die herhaalde beledigingen aan het adres van de VS blijft de Amerikaanse regering optreden als een woordvoerder voor IsraĂ«l, dat recht zou hebben op zelfverdediging als het kinderen doodt in Gaza en mensen opblaast in Beiroet. Ze begrijpen het belang van stabiliteit in het Midden-Oosten niet, ook al heeft hun positie in de oorlog duidelijke gevolgen. De groeiende haat tegen de VS in de regio staat haaks op de Amerikaanse belangen.”

Jordanië en Egypte hebben een vredesverdrag met Israël en ontvangen royale militaire steun uit de VS. De Saoediërs leken net voor oktober vorig jaar op het punt een akkoord met Israël en de VS te sluiten.

„Saoedi-ArabiĂ« heeft een grote verschuiving doorgemaakt door deze oorlog en dat akkoord is voorlopig van de baan. Egypte is woedend over IsraĂ«ls overname van de Rafah-grensovergang tussen Gaza en Egypte. Ondertussen heeft de publieke opinie in Egypte, JordaniĂ« en de rest van het Midden-Oosten door Gaza een kookpunt bereikt.”

Tijdens de Libanese burgeroorlog en de Israëlische invasie van Libanon in 1982 woonde u met uw gezin in Beiroet. Hoe kijkt u naar de huidige oorlog in Libanon?

„Ik vrees dat de oorlog, naast in Gaza, ook grote verwoesting zal aanrichten in Libanon, en in mindere mate in IsraĂ«l. Het lijkt erop dat IsraĂ«l wil escaleren. Het weigert een akkoord voor een staakt-het-vuren of een terugtrekking uit Gaza, wat de vrijlating van de gijzelaars mogelijk had gemaakt en het conflict had beĂ«indigd met de Houthi’s en met Hezbollah, die altijd hebben gezegd dat ze dan zouden stoppen met hun aanvallen.

Ik denk dat het nog steeds de bedoeling is om Gaza onleefbaar te maken

Kunnen er lessen getrokken worden uit de invasie van 1982?

„In beschrijvingen in Amerikaanse media van Hezbollah-commandant Ibrahim Aqil, die recent door IsraĂ«l werd gedood in Libanon, wordt hij verantwoordelijk gehouden voor bomaanslagen op een Amerikaanse marinierskazerne en de Amerikaanse ambassade in Libanon. Ik weet niet of hij er daadwerkelijk bij betrokken was. Het punt is: als je terugkijkt op die tragische gebeurtenissen, dan is er een geschiedenis. Want waarĂłm werden de Amerikaanse ambassade en de kazerne gebombardeerd? Omdat de Verenigde Staten deelnamen aan IsraĂ«ls oorlog tegen Libanon en de Palestijnse bevrijdingsorganisatie, en hun enorme macht inzetten voor een invasie van Libanon, waarbij 19.000 Libanezen en Palestijnen zijn gedood. Dat wordt nooit vermeld door Amerikaanse politici, diplomaten of woordvoerders van de regering. Amerikaanse vrienden en collega’s van mij aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet zijn toentertijd vermoord [door militante groepen, red.], als deel van de aanvallen op de Amerikaanse belangen in Libanon. Het is dus niet alsof ik blij ben dat dit is gebeurd. Maar ik zeg wel dat er een oorzaak en een gevolg is.”

Wat denkt u dat Israël in Gaza van plan is?

„Er zijn concurrerende visies in het IsraĂ«lische veiligheidsapparaat en de IsraĂ«lische regering. Op dit moment wordt er een plan overwogen om het noorden van Gaza militair te bezetten en de bevolking daar te dwingen te vertrekken of te verhongeren. IsraĂ«l slaagde er tijdens de eerste weken van de oorlog niet in om de bevolking uit Gaza te verdrijven, omdat de Arabische landen niet wilden meewerken. Het zal voor altijd een schandvlek zijn voor de VS dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, zichzelf en de Amerikaanse regering leende voor dit project van etnische zuivering. IsraĂ«l heeft toen gefaald, maar ik denk dat het nog steeds de bedoeling is om Gaza onleefbaar te maken.”

Hoe was het voor u om het afgelopen jaar aan een Amerikaanse academische instelling te werken in de context van de Gaza-oorlog en de studentenprotesten?

„Aan de ene kant was het heel bemoedigend, omdat een overweldigende meerderheid van de studenten tegen deze oorlog is. Ze begrijpen dat die onmogelijk zou zijn zonder de steun van de Amerikaanse regering. Hun morele drijfveer heeft een rimpeleffect gehad in het hele land en in de rest van de wereld. Maar het heeft de oorlog helaas niet gestopt. Daar was politieke wil voor nodig geweest in het Witte Huis, en die is er niet. Aan de andere kant heeft het bestuur van de Columbia Universiteit gehandeld zoals de meeste Amerikaanse universiteiten: door niet te willen begrijpen dat academische vrijheid de meest gekoesterde waarde is.”

Met dank aan NRC