Een pannetje vol met reislust

Het is jarenlang mijn broedplaats van Yogi-thee geweest: het stalen pannetje van BK. Op mijn gasstel aan de Jisperveldstraat heeft het brouwsel al die jaren twintig minuten staan trekken op een klein vlammetje – en al die tijd heeft het pannetje de stormen van het leven doorstaan.

Hierboven is het gefotografeerd op de ‘kast van tante Fien’ – de gedienstige die haar leven lang voor onze jong verweduwde oma in Naarden gezorgd heeft – klaar voor een Catawiki bericht. Maar gelukkig hoefde het zover niet te komen…
Want hieronder zie je dat het een tehuis heeft gevonden, bij Emilie – toen ik haar schreef dat mijn lievelingspannetje tussen de wal en het schip dreigde te vallen, bood ze spontaan aan het een plaats te geven op haar eigen gasstel.
Het probleem was namelijk, dat het pannetje, door z’n gewicht, een bedreiging vormde voor de glazen inductie plaat hier – dus daar had ik me maar bij neergelegd.

”Hallo Hein en Klaaske Het pannetje is zonet ingewijd met gekookte boekweit. Het is een geweldig goede pan. Dank je wel.”

Wat voorafging:

Nadat het pannetje hier een tijd lang werkeloos op het aanrecht had gestaan, heb ik het op 5 december in een plastic tas gedaan en bij de voordeur gezet, klaar om op reis te gaan – en ik erachteraan.

Onverhoeds ben ik toen op de bus gestapt – dat was ik althans van plan, want toen ik al een hele tijd bij de halte had gestaan, heb ik de eerste en beste taxi aangeroepen – die toen vroeg of ik cash kon betalen. Na een vergeefse tocht langs opgeheven geldautomaten, gaf de chauffeur me z’n pasje om online te betalen. Helaas was ik niet zo gis om dat met m’n iPhone te doen. Dus ik stuurde – op suggestie van de taxichauffeur – toen een foto van het pasje naar Klaaske, met de vraag het begrootte bedrag over te maken.
Toen bedacht ik pas dat ik Emilie beter kon bellen dat ik naar haar onderweg was…

Om kort te gaan: Emilie stond me buiten al op te wachten, ze was net van plan de deur uit te gaan…
Zo kwam het pannetje toch nog op z’n plek, maar wel nadat ik daar eerst de trap beklommen had – wat ik totaal verleerd was, na m’n verhuizing naar de Elpermeer. Hoe zeg je dat: de jaren tellen – net zoals ik de traptreden telde, de verdiepingen – alsof ik in een nieuwe wereld beland was, zo keek ik daar om me heen…
Eenmaal binnen, haalde ik de zak met het pannetje uit m’n rugzak en overhandigde het aan Emilie – alsof het een sinterklaascadeautje was. We hebben toen nog tot etenstijd zitten praten, tot Emilie aankondigde dat ze me terug naar huis zou brengen.
Maar het pannetje bleef daar achter – hierboven zie je het in zijn volle glorie staan, als herboren… Zich volbewust van zijn kunnen, van zijn inhoud, van zijn functie als dienares van de zelfkokende mens.


De lege plaat die het pannetje achterlaat, met links de nieuwe kandidaat.

p