Klaaske aan zee, op een verlaten strand bij Paal 28, Texel 28 november 16u36 [klik om te vergroten]
Vijfentwintig jaar geleden – Klaaske en ik woonden nog op ‘Hobbitstee’, aan de Binnenkant in Amsterdam – vatte ik het plan op om te gaan joggen. Die zesendertig vierkante meter woonboot was op den duur wat aan de krappe kant voor twee personen… Ik moest m’n energie ‘kwijt’, zoals dat heet.
Ik was heel verrast dat hij over dit soort zaken ook ideeën had. Maar het leek me een zinnig advies en ik volgde het op. Zo heb ik me een tijdje met korte, snelle passen door de stad gerept, en na onze verhuizing naar Noord jarenlang door de polders van Waterland. Met het veilige gevoel dat ik me zo zonder veel risico uit kon leven.
Toen ik in 2007 geleidelijk aan op shaken overschakelde, had ik m’n knieĂ«n al die jaren dus bewust gespaard. Ik kon onbevangen aan het shaken slaan.
Na negen jaar shaken ben ik me inmiddels zeer bewust geworden van m’n knieĂ«n, en merk soms dat ik ze toch overbelast. Dan neem ik gas terug, varieer de beweging of sta een tijdje stil op m’n voeten – je wordt je steeds meer bewust dat je lichaam eindig is en dat je er zuinig op moet zijn.
Ik maakte vandaag in de avondschemering een wandeling door de duinen, niet ver van ons huisje hier op Texel, en moest aan het advies denken wat Maarten me toen gaf. Ook nu is hij nog altijd dichtbij.
Aaron Parks, piano; Dhafer Youssef, oed; Ben Williams, bas; Justin Faulkner, drums tijdens het concert ‘Diwan Of Beauty And Odd’ gisteren in het Concertgebouw [foto Ingrid Bakker – klik voor vergroting]
Na een jarenlang verblijf in Wenen is jazzmusicus, oed speler en zanger Dhafer Youssef teruggekeerd naar zijn geboorteland TunesiĂ«. Wij hier zijn niet langer het centrum van de wereld… Maar Youssef stelde voor zijn nieuwe album Diwan Of Beauty And Odd â waar hij gisteravond in het Concertgebouw uit speelde â wel in New York een geheel nieuwe crew samen: Aaron Parks, piano; Ben Williams, bas; Mark Giuliana, drums en Ambrose Akinmusire, trompet (was er gisteren niet bij). “Een droombezetting,” zegt jazz recensente Vera Vingerhoeds, “zij voegen een enorme kracht toe; het zijn dan ook niet de minsten die hier meespelen: zeker Mark Giuliana zorgt voor een hechte groove en power in veel stukken.” (in plaats van Giuliana speelde gisteren Justin Faulkner, die er ook mocht wezen…). Vingerhoeds begint haar recensie van het album Diwan Of Beauty And Odd als volgt:
De kracht van de weemoed Dhafer Youssef staat bekend om zijn indringende manier van zingen, zijn weemoedige melodieën, zijn crossover van arabische muziek en jazz en zijn samenwerkingen met vele andere musici in Europa. In zijn muziek versmelten jazzimprovisaties en klassieke Arabische muziek. Youssefs muziek wortelt in de spirituele soefi-traditie, maar hij heeft altijd opengestaan voor muziek uit andere hoeken, zoals jazz, rock en elektronica.⚠Maar of hij nu met arabische musici of jazzmusici werkt; rock, electronica of jazzelementen in zijn muziek stopt: de weemoed van de traditionele sufimuziek en de melancholie in zijn stem zijn er altijd.
Als je na een concert de volgende ochtend blij wakker wordt, weet je zeker dat er een (muzikaal) wonder is geschied… De primal scream van Dhafer Youssef in het Concertgebouw, zijn stralende aanwezigheid, humor en opgewektheid â het voelt als een vonk van de oerenergie. In bovenstaande trailer lees je: “His music is an expression of the love of living”. Dat deed me denken aan “l’Amour de la vie”, het album van Arthur Rubinstein wat destijds zo’n diepe indruk op me gemaakt heeft. Hier de link naar de gelijknamige documentaire die François Reichenbach maakte ter gelegenheid van Rubinstein’s 70e verjaardag: L’amour de la Vie (The Love of Life)
Terug van vakantie… …hebben we ons in onze huiskamergroep gedompeld in de heerlijkheden van het leven. Er te mogen zijn, elkaar te mogen beleven, ieder in zijn of haar wereld, elkaar toch te kunnen bereiken…
Ook de muziek speelde daarin mee. Dhafer Youssef weet je hart te raken, omdat hij met zijn hart speelt – in bijna letterlijke zin. Hij speelt met zijn lichaam, gebruikt zijn stem als instrument. Zoals ook zijn muzikanten “spelen met hun lichaam” – zie de pianist hieronder in ‘Les Ondes Orientales’ springen en dansen op zijn pianokrukje, de bassist zijn bas omarmen, de drummer zijn bekken strelen… Het goddelijke instrument van ons lichaam, dat wij zo primitief bespelen, er bij voortduren als wilden mee omspringen…
Het was woensdagavond ook weer heerlijk de vloer te ontdekken, die al shakend met je voeten af te tasten, op die hemelse muziek – waar de mens zwijgt, is god… Hieronder straks ‘onze’ muziek.
Eerst dit fenomenale concert, waarin Youssef en de zijnen de sterren van de hemel spelen – hun laatste album: Birds Requiem (2013),moest toen nog komen. Het nummer Les Ondes Orientales (‘Oosterse golven’) is afkomstig van het album Abu Nawas Rhapsody uit 2010. Luister naar het Dhafer Youssef Quartet, live tijdens Jazz Sous Les Pommiers (13/05/2010):
Hierbij een recensie van dit optreden van www.last.fm, met details over de musici:
“Les Ondes Orientales” slowly builds in intensity, leading to a solo section for Armenian-born pianist Tigran Hamasyan that, following Youssef’s ascendant vocals, turns to modal territoryâthe pianist’s inside/outside playing creating some fierce tension and release, bolstered by Canadian bassist Chris Jennings and American drummer Mark Giuliana, who lights a serious fire underneath the group.
Op 2 november staat Dhafer Youssef in het Concertgebouw, met geheel nieuw ensemble uit de New Yorkse jazz scene. Komt dat zien!
Tot slot de shake muziek van de week: Sparkling Truth, van het album ‘Digital Prophecy’ uit 2003. Youssef verkeerde toen nog helemaal in de Noorse jazz scene, met Eivind Aarset, Dieter Ilg, Rune Arnesen, Ronu Majumdar, Bugge Wesseltoft en Jan Bang:
âBlijf met je voeten op de aarde,â zeg ik vaak tegen mezelf, âdan gaat alles goed.â
Nu roept het balkon dat ik daar moet zijn. Het is een stille nacht, de volle maan is achter het belendende flatgebouw verdwenen. Wel is er de zachte zindering van de stad.
Hier op mijn scherm, met het bureaublad van de legendarische âNASA-Apollo8-Dec24-Earthriseâ, steekt de aarde als een blauwe, bewolkte maan af tegen het zwart van de oneindige ruimte.
Altijd weer terug naar de aarde, als een mot die danst om een lamp. En waarom danst hij? “Om nietvoort te gaan te maffen in geloof, maar wakker te zijn” â to be awake, or not to be.
Het wakend oog van de aarde [klik om te vergroten]
Ik ben geboren in Oog in Al, niet ver van het Amsterdam-Rijn kanaal. Later speelde ik langs de Hollandse IJssel â de dorpsjeugd noemde me ‘Hein de kikker’, omdat ik wars was van hun wrede spelletjes. M’n verdere jeugd woonde ik in Nijmegen, stad aan de Waal, en ik heb vervolgens in Amsterdam dertig jaar op een boot gewoond in de Oude Waal. Kortom, je zou zeggen: die Hein is een echt waterdier… Maar niets is minder waar. Zwemmen kon ik nauwelijks, aan watersport heb ik nooit gedaan, zelfs geen bootje bij de ark. Wel was ik altijd dol op de zee en het strand â en dat ben ik nog steeds. Wat was ik blij toen ik, na een rondreis over het Chinese vasteland, bij Hong Kong eindelijk de zee zag: “Thalassa, Thalassa!” juichte het in me.
De HZ1 spreidt zijn vleugels… [klik om te vergroten]
Ik woon nu twintig jaar op de vaste wal â maar wel aan de rand van Waterland… Toch ben ik me sinds gisteren een beetje meer ‘Hollands’ gaan voelen, waterlander â met terugwerkende kracht. Voor m’n geestesoog trekken al die historische doeken voorbij, zeegezichten, redes van steden, varende schepen, het lage land bij de zee… Water, water, water…
De ‘muziek van de week’ â ook langs het water â is het prachtige themanummervan het album Vague van oed speler Anouar Brahem. Brahem op zijn allermooist… Daarna het even ontroerende Vague var., van de cd Le voyage de Sahar.
Klik na de start op âYouTubeâ om de video’s op volledig scherm te bekijken
Dankzij Jeltje Musch zijn we weer een oed-speler rijker: de uit Libanon afkomstige Rabih Abou-Khalil, die het instrument vanaf z’n vierde jaar had leren bespelen â dat is daar een beetje zoals wij hier onze kinderen naar pianoles sturen. Khalil ontvluchtte in 1978 de niets ontziende burgeroorlog in Libanon en vond onderdak in MĂŒnchen, waar hij een klassieke opleiding fluit volgde. Van daaruit zag hij de mogelijkheid zijn oed-achtergrond in de Westerse muziek te integreren. Hij zocht vervolgens de jazz scene op, zoals die beide Tunische oed-grootheden Anouar Brahem en Dhafer Youssef na hem ook deden. Ook bij Rabih Abou-Khalil levert deze clash of cultures verrassende, warme muziek op, waarin, ondanks de schwung, zijn Arabische oorsprong sfeerbepalend blijft en als een geheimzinnig accent met je meereist. Op latere video’s zie je dat hij zijn oed steeds meer als gitaar gaat bespelen.
Luister eens naar de animerende Lewenski March, waarin ook Abou-Khalil’s vaste kompaan, tuba speler Michel Godard is te horen. Als je je in dit koper-geweld als oed-speler weet te handhaven, moet je wel van goeden huize zijn…
Hieronder de ‘shake-muziek van de week’, het gelijknamige nummer van de cd Bukra (1994) â ‘Bukra’ betekent volgens nl.urbandictionary.com‘Arabic for tomorrow, often used in the same manner as the Spanish “mañana”‘.
De blog-auteur voor Airscape van JCJ Van der Heijden (2005), venster op de âplanetaire stilte, de soevereine stilte van de sferenâ (foto Emilie van de Raa) [klik om te vergroten]
wat is er in de wereld nog echt behalve de stilte der sferen waar zon, maan en sterren onze blik ontmoeten
o maan, je bent zo ver weg voor mijn reikend verlangen je bent voor een sterfelijk wezen zo wezensvreemd
Schrijver Joost Zwagerman (1963-2015) werkte twee jaar aan een tentoonstelling rond het thema âstilteâ, die hij de titel Silence out loud meegaf (vrij vertaald: Schreeuw het uit in stilte). Een paar maanden voor de opening – de tentoonstelling was rond, Zwagerman had zelf stad en land afgereisd om kunstwerken bijeen te brengen – pleegde hij zelfmoord. Niet alleen de betrokkenen, maar heel kunstminnend Nederland was geschokt. Kees Wieringa, directeur van museum Kranenbugh in Bergen, waar de tentoonstelling is ingericht, gaf het volgende, moedige, commentaar: âWij betreuren het zeer dat Joost niet de verlangde stilte vond om zijn leven te kunnen aanvaarden. Wij wensen zijn geliefde, kinderen, familie en vrienden alle kracht en troost toe.â Maar men besloot de tentoonstelling door te zetten, als hommage aan Zwagerman. Ik heb daar uiteindelijk dankbaar gebruik van gemaakt, ik ben er drie keer langs geweest en heb genoten van de keuze van Joost.
Hendrik Kerstens, Bag [âgeĂŻnspireerd door de stilte in het werk van Vermeerâ] [klik om te vergroten]
Toch blijft de titel âSilence out loudâ intrigeren, zeker na Zwagerman’s zelfgekozen dood. In zijn artikel âDe immense intensiteit van stilteâ (NRC, 12 december 2015) vertelt recensent Daan van Lent dat Wieringa en Zwagerman een gezamenlijke liefde bleken te hebben voor het werk van fotograaf Sannen Sannes. Wieringa hierover:
âSannes is in 1967 tegen een boom gereden met drie fotomodellen in zijn auto. Joost was gefascineerd door het geluid nĂĄ zoân klap. Dat deed hij na door hard met zijn vuist in zijn hand te slaan. En de stilte daarna te laten klinken. Zo ontstond het idee om een âgewelddadige tentoonstellingâ aan stilte te wijden. Bij stilte denk je aan sereniteit, maar dit is een luidruchtige stilte. Joost kwam direct met de titel: Silence out loud. Ook het openingsbeeld had hij al voor ogen: een still uit de video Relation Work & Detour, waarin Marina Abramovic en Ulay schreeuwend tegenover elkaar staan.â
Dan vraag je je af: was de stilte waar Zwagerman naar verlangde, misschien de vrede van de dood, als verlossing van een leven dat door hem als gewelddadig ervaren werd…
De Limburgse heuvels deden me de zee even vergeten
Heimwee
Mist trekt over land, contouren vervagen nog even en ik mag weer naar zee om het onverschillige land te vergeten door generaties doorploegd en bezeten
De heuvels deden de zee even vergeten, ik shake hier offshore, weg van de kust ver weg van het geluid van de branding alleen onder de sterren, moederziel alleen
Het tweede deel van het Desert Blues Project uit Mali, met het Toeareg vrouwen-ensemble Tartit uit Timboektoe.
Alleen onder de sterren zou ik geen stap kunnen zetten als gij in uw grote wijsheid mij niet bij de hand nam mij in mijn onwetendheid onderwees er is niets wat ik zonder u doen kan.
Ben ik dat? Ik herken mezelf niet… Gij weet wel beter. Ge hebt de korrels geteld aan het strand de sterren gevormd met uw hand de mens geschapen naar uw beeld maar gij blijft het grote mysterie.
Timboektoe ligt nu midden in de woestijn, 13 km ten noorden van de Niger
We waren de vorige keer in Timboektoe beland. Hoe nu verder? We gaan op weg naar Bamako, hoofdstad van Mali! We volgen de Route National 6. De afstand is 1.008 km, de rijtijd 13,5 uur. Direct ten zuiden van Timboektoe steken we bij Kabara in een half uur met de pont de Niger over.
Onze huisbioscoop. Vandaag een bloedstollende Wallander…
Dag verjaagt nacht
Wie ben ik om de loop van de sterren te wijzigen ik schouw slechts hun ontzagwekkende schoonheid, bevroed de peilloze diepte van hun materie.
Dingen die me gebeuren
Ik ben niet meer dan een opening in het universum waardoorheen gij het peillood van de eeuwigheid neerlaat en ziet dat het goed is.
“Voor Europeanen, staat Timboektoe te boek als de meest afgelegen plek ter wereld. Maar in tijd van Leo Africanus was het een van de grootste ontmoetingsplekken in de geschiedenis.”
Deze BBC documentaire gaat over het leven van al-Hasan ibn Mohammed al-Fasi, beter bekend als Leo Africanus (ca. 1494 – ca. 1554). Hij was een Moors diplomaat, die opgroeide in Marokko en na een ontvoering door zeerovers aan het hof van paus Leo X terechtkwam. Hij is vooral bekend door zijn Descrittione dellâAfrica, waarin hij onder meer verhaalt over zijn bezoeken aan Timboektoe.
All the way to Timbuktu
Timboektoe werd in het begin van de 12e eeuw een permanente nederzetting. Na een verlegging van handelsroutes, bloeide in de stad een handel in zout, goud, ivoor en slaven op. In het begin van de 14e eeuw werd Timboektoe deel van het Malinese Rijk. In 1468 werd de stad, na een korte overheersing door Toeareg stammen, ingelijfd bij het zich langs de rivier de Niger uitstrekkende Songhai Rijk, wat haar Gouden Eeuw inluidde. Daar kwam in 1591 een einde aan, toen een Marokkaanse leger de Songhai versloeg, dankzij de inzet van Vlaamse en Spaanse musketiers – Al-Ruma, ‘schieters’, in de plaatselijke taal. De invallers bleven er achter en werden de nieuwe heersende klasse, de Arma (verbastering van ‘Al-Ruma’), die na 1612 onafhankelijk werd van de Marokkaanse sultan. Maar de gouden eeuw van de stad was voorbij en er volgde een lange periode van verval, die duurde tot aan de Franse overname in 1893. In 1960 werd Timboektoe deel van de huidige Republiek Mali. De stad is op dit moment verarmd en lijdt onder de woestijnvorming. Na de inval van Toeareg rebellen in 2012 – zich sierend onder de naam Ansar Dine, ‘defenders of the faith’ – werden een aantal historische tomben vernield.
In haar Gouden Eeuw ontstond in Timboektoe een omvangrijke handel in boeken, door de aanwezigheid van talrijke islamitische geleerden en het uitgebreide handelsnetwerk. In combinatie met de campus van de Sankore Madrasah – de islamitische universiteit – maakte dit Timboektoe tot een wetenschappelijk centrum in Afrika. De verhalen van Leo Africanus leidden in Europa tot allerhande speculatie, waarna de reputatie van de stad verschoof van ‘rijk’ naar ‘mysterieus’. Zo verwerd de naam ‘Timboektoe’ in de westerse cultuur tot een synoniem voor een verre en bizarre plek.