Help, de brekels zijn los!

Uit: ’Heer Bommel en de liefdadiger’, Marten Toonder, 1964

Als heer Bommel vanwege een weddenschap met de markies bij vollemaan het Donkere Bomen Bos betreedt, ontketent hij ongewild een Brekel. Deze als keurige heer ogende demon is naar eigen zeggen verantwoordelijk voor een aantal zegeningen van de moderne wereld, waaronder de afbetalingsregeling en het belastingformulier. Ook heeft hij de verpakking uitgevonden die koekjes vers houdt, doch vrijwel niet te openen is. Een tv-show waarin Rommeldammers via verborgen camera’s kunnen genieten van ruziĂ«nde buren is, gezien het verschijningsjaar van dit verhaal, profetisch te noemen; Big Brother werd pas in 1997 bedacht.
De Bezige Bij


(wat vooraf ging)

’Het versje over de brekels,’ herhaalde hij peinzend, ‘ik heb er dikwijls over moeten denken, de laatste tijd. Eens kijken, hoe was het ook weer, iets met kwiske, als ik zo vrij mag wezen
’ Hij sloot de ogen en sprak op gevoelige toon:

Quisque sibi proximus
Bij de zevenboom in ‘t Savelbos
Zijn vannacht de brekels los
Wie een kring ziet om de maan
Moet niet naar de brekels gaan


Strip 5200, waarin Lieven Brekel zijn bril verliest
(zie ook de afbeelding geheel boven)

Kwetal sprong op en greep de bril die Tom Poes hem voorhield.
‘0, wat mooi!’ riep hij uit. ‘De grondloog moet wel uiterst fijn gemalen zijn. En er zit een prachtige bolling in de structuur. Het werk van een gevorderde brekel; dat zie ik direct!’
‘Hm: zei Tom Poes. ‘Jij mag hem hebben, wanneer ik de steen krijg, Kwetal!’
‘Dat is een goede ruil!’ riep de grijsaard. ‘Hier is hij. Veel geluk ermee. Maar denk eraan: voor iedere brekel werkt de steen maar één keer!’
‘Wat bedoel je’ vroeg Tom Poes.
De oude wees op het harige ventje dat met een tevreden geknor achter een rotsblok verdween.
‘Kijk: verklaarde hij, ‘een opgeroepen brekel blijft bij je, zolang je dit soort steen hebt. Maar als je de steen weggeeft, is hij weer vrij.’


Tom Poes bedankte hem en nam afscheid.
Nu komen we een eind verder, dacht hij. Wanneer heer Ollie een beetje wil meewerken, is er misschien een kans om van Lieven Brekel af te komen.




Nu, heer Bommel was vol goede wil. Hoewel het hem zwaar viel, zien we hem hier lopen als leidsman van de heer Brekel, die zich door het gemis van zijn bril in een dichte mist voortbewoog.
‘Ik ben zowel kortzichtig als vĂ©rzichtig: verklaarde de laatste. ‘Men kan het onzichtig noemen. Het is een gebrek dat bij ons in de familie zit en het is akelig, hoor. Want wanneer je niet goed ziet wat anderen doen, is het moeilijk om te blijven lachen.’
‘Ik weet het niet: mompelde heer Ollie. ‘Zolang je maar ziet wat je zelf doet, als u begrijpt wat ik bedoel.’
Hij zweeg, want bij een kromming in de weg werd hij de markies De Canteclaer gewaar.


Wie een kring ziet om de maan
Moet niet naar de brekels gaan