Sterretjes zien

Boven: De Hubble-telescoop onthult een regenboog aan kleuren in deze stervende ster, IC 4406 genaamd. Net als veel andere zogenaamde planetaire nevels vertoont IC 4406 een hoge mate van symmetrie. De linker- en rechterhelft van de nevel zijn vrijwel elkaars spiegelbeeld. Als we in een ruimteschip rond IC 4406 zouden kunnen vliegen, zouden we zien dat het gas en stof een enorme donut van materiaal vormen die vanuit de stervende ster naar buiten stroomt. We zien de donutvorm niet op deze foto, omdat we IC 4406 bekijken vanuit de om de aarde draaiende Hubble-telescoop. Vanuit dit gezichtspunt zien we de zijkant van de donut. Dit zijaanzicht stelt ons in staat de complexe slierten materiaal te zien die vergeleken worden met het netvlies van het oog. IC 4406 wordt dan ook wel de "Netvliesnevel" genoemd.
Bron: Hubble Space Telescope

Twee nachten geleden werd ik wakker met een droom dat ik op het punt stond te vertrekken van een meditatiesessie, en dat er maar geen eind kwam aan de dingen die ik mee moest nemen: de koffer met de geluidsapparatuur waarmee ik de gesprekken opgenomen had, allerhande kleding en draperieĂ«n, die ik allemaal meenam omdat ze iets met mij te maken leken te hebben en op het laatst nog m’n laptop. Met m’n armen vol probeerde ik me in beweging te zetten, m’n last meetorsend, op weg naar de auto waar ik het allemaal in kwijt moest.

Toen ik wakker werd, zag ik het op eens voor me: je neemt altijd veel te veel op je schouders, je hele leven al, je neemt veel te veel hooi op je vork, het teveel komt je oren uit… En als dat mijn basishouding in het leven is, moest ik daar wel onder bezwijken…
En toen ik er bij stilstond, kwam er een panorama van scùnes langs, met allemaal dezelfde strekking – alsof ik de wereld (en mezelf) ervan wilde overtuigen dat ik tot heel veel in staat was.
Ik zag toen plotseling ook glashelder dat dat ook precies was wat me overkomen was, die keer dat ik, geheel tegen haar eigen traditie in, door Hanna gevraagde was op haar verjaardag te komen – waarvan ze jaren gezegd had dat het een familieaangelegenheid was, waar ik niet thuis hoorde – en gebak mee te nemen.
Op weg naar haar onderkomen, had ik in de gang al lopen repeteren: gelijk iemand om koffie vragen…
Toen ik haar vertrek binnenkwam, zat daar al iemand aan tafel, vermoedelijk een verpleegkundige van het huis. Ze ging gelijk m’n bloemen in een vaas zetten, waarna ik haar dringend vroeg of ze twee kopjes koffie voor ons kon ‘scoren’ – want zo voelde het aan, tijdens m’n bezoekjes daar leefde ik op koffie…

Hanna’s onderkomen in Walstede, aan de Konijnenwal in Tiel.

Nou, dat ging ze gelijk doen, maar toen ze terugkwam met koffie, ging ze er vandoor, mij met Hanna achterlatend.