Sigrid Kaag over haar werk voor de VN in Gaza
VN-gezant Sigrid Kaag hield zich voor de VN bezig met de wederopbouw van Gaza. „Er was perspectief. Maar dat is natuurlijk helemaal vernietigd.”
NRC |Lucia Admiraal, Michel Kerres, 20 juni 2025
Midden in de nacht, kwart over drie, een appje van Sigrid Kaag. „Goedemorgen…” Twintig minuten eerder heeft de Israëlische minister van Defensie Israel Katz een „special situation” afgekondigd. Het is vrijdag 13 juni en Israël voert bombardementen uit op Iran.
Terwijl Israëls genocidale oorlog in Gaza onverminderd voortduurt, heeft het land zich in een nieuwe oorlog gestort, met grootschalige aanvallen op Irans nucleaire installaties en kopstukken uit politiek, leger en wetenschap. In afwachting van de reactie van Iran, spreken we Kaag de middag na de aanval op het terras van haar woning in Jeruzalem.

CV
Sigrid Kaag (Rijswijk, 1961) was eerder speciaal gezant in Libanon en werkte bij internationale organisaties als Unicef, UNDP en UNRWA, en als leider van de VN-missie die chemische wapens in Syrië moest opruimen.
Van 2017 tot 2021 was ze in het kabinet-Rutte III minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en minister van Buitenlandse Zaken. Ze werd in 2020 leider van D66, en in 2022 minister van Financiën en vicepremier in Rutte IV. Na de val van dat kabinet vertrok ze uit de politiek.
Kaag is getrouwd en heeft vier kinderen.
Ik zei: niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten
Sigrid Kaag werd eind 2023 via een resolutie van de VN-Veiligheidsraad (nummer 2720) aangesteld als coördinator voor hulp en wederopbouw voor Gaza. Dat mandaat is inmiddels verlopen. In januari nam ze na lang aarzelen ook het VN-gezantschap voor het vredesproces in het Midden-Oosten tijdelijk op zich. „Ik was laatst op een luchthaven. Een Israëlische meneer vroeg: wat doe jij? Ik zei: nou moet je niet lachen, maar ik ben gezant voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Hij vroeg: is er een proces dan? Nee, zei ik, dat is juist het probleem.”
Als VN-gezant zet Kaag in op politieke diplomatie en de-escalatie. Maar waar Israëls traditionele bondgenoten eerst nog opriepen tot de-escalatie, schuiven ze nu op naar volledige steun. De
Israëlische aanvallen op Iran hebben de Amerikaans-Iraanse onderhandelingen over het atoomprogramma van Iran voorlopig getorpedeerd. „Ik had verwacht dat die gesprekken nog wel een kans zouden krijgen.” Verbaasd over Israëls aanval op Iran is ze echter niet, door haar gesprekken met Israëlische politici. „Iran is een constante in elk gesprek, en zeker met Netanyahu. Hij heeft het hier al twintig jaar over.”
De oorlog met Iran laat niet alleen de nucleaire onderhandelingen stuklopen, hij trekt ook de aandacht van Gaza weg. Kaag: „Gaza wordt in feite geofferd, en gezien als een chronische humanitaire crisis. De media-aandacht verschuift. En geopolitieke vragen rond Israël-Iran, zoals de mogelijke gevolgen voor de regionale veiligheid en de wereldeconomie, krijgen nu de overhand. In die situatie is het moeilijk aankomen met het verzoek om nog vijftig vrachtwagens Gaza binnen te laten.”Een jaar geleden beschreef Kaag in een interview in NRC welke tegenslagen ze moest overwinnen om via onderhandeling te komen tot een systematiek voor de import en distributie van grote hoeveelheden hulpgoederen in Gaza. Ze was ingevlogen door de VN als politiek- diplomatieke troubleshooter. Om haar werk niet in gevaar te brengen, koos ze haar woorden zorgvuldig – ze was immers afhankelijk van het Israëlische kabinet en vooral van premier Netanyahu. Ten tijde van het gesprek stond ze op het punt om vanuit Gaza te gaan werken. Het schortte nog aan politieke wil om hulp door te laten, maar alles stond klaar. Kaag was hoopvol.
Hoe is het u sindsdien vergaan?
„Soms moet ik aan een Bijbeltekst denken: ‘een dag is als duizend jaar’. Zo voelen de afgelopen maanden. Er gebeurde heel veel, en ik zag alleen maar dramatische verslechtering.
„Vorig jaar om deze tijd was er nog een Amerikaanse regering die meedacht over internationaal recht en over de burgerbevolking in Gaza. De afschaffing van [de Amerikaanse overheidsorganisatie voor ontwikkelingshulp] USAID onder Trump heeft veel VN-instellingen hard geraakt en er is een gebrek aan financiering. Toch zijn we braaf doorgegaan. Er was perspectief. Maar dat is natuurlijk helemaal vernietigd. Ik vind het heel moeilijk om nog uit te blijven dragen dat er perspectieven zijn.”
In januari werd in Gaza een gefaseerd staakt-het-vuren van kracht. Geloofde u daarin?
„Ik had op politiek niveau contact met de Israëliërs, de Egyptenaren en de Qatarezen. En ik had app-contact met [de Amerikaanse Midden-Oostengezant] Steve Witkoff. Het ging in de onderhandelingen altijd om de gegijzelden en soms om wat hulp. Het was nooit duidelijk, tenminste voor mij, dat het ook echt ging om een permanent staakt-het-vuren. En daar kwam toen ook nog Trumps verklaring tussendoor dat hij van Gaza een mooi beach resort wilde maken. Dat heeft veel mensen achterdochtig gemaakt. Als je luistert naar de stemmen van de radicale politieke flanken in Israël, dan dient alles maar één doel: de hele burgerbevolking van Gaza moet vertrekken. Of vernietigd worden. Dat maakt het hele proces nog complexer.”
U had regelmatig contact met het Israëlische veiligheidskabinet en ministers over hulp in Gaza. Hoe verliepen die gesprekken?
„Ik probeerde pragmatisch te zijn en in praktische mogelijkheden te denken, wetende dat we het over het grotere politieke verhaal niet eens zijn. Ik heb een paar keer met minister Bezalel Smotrich [Financiën] gesproken. Hij was een van degenen die hulp tegenhield en natuurlijk ook helemaal niet geloofde in het voeden van mensen in Gaza. Mij was grappig genoeg door een aantal Israëlische politici gevraagd of ik het een keertje met hem kon proberen. Ik dacht, ik gooi het over de boeg dat we (oud-)collega’s van Financiën zijn, en ben meteen over de dilemma’s van rijksbegroten begonnen. Maar al snel voer je allebei een totaal ander gesprek. Hij vindt [PVV- leider] Wilders geweldig en denkt dat er een cultuuroorlog gaande is. Daartegenover heb ik het dan over mensenrechten en de internationale rechtsorde. Ik ben met hem niet ver gekomen.”
Israël doorbrak half maart definitief het staakt-het-vuren, dat ook de weg naar wederopbouw mogelijk had moeten maken. Was er eigenlijk al een plan voor wederopbouw?
„Ik ben iemand die altijd ver vooruitkijkt en heb steeds benadrukt dat investeren in Gaza belangrijk is voor de tweestatenoplossing [een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israël], de rechten van de Palestijnen en de veiligheid van Israël. Van zowel Europa als de Golfstaten hoorde ik dan dat niet zij Gaza aan puin hebben geschoten. En ze wilden weten of de financiering van wederopbouw een duurzame investering zou zijn. In postconflictgebieden is bovendien het risico op corruptie altijd enorm. Daarom hebben we de beste scenario’s uitgedacht voor hoe de wederopbouw kon worden begeleid. We hebben gekeken naar ontmijning, behuizing en puinruimen, eigenlijk naar alle sectoren. We dachten na over wat te doen met de lichamen van duizenden vermisten die nog onder het puin liggen, onder wie veel kinderen. Je kunt niet zomaar met een graafmachine komen, je wilt mensen de mogelijkheid geven om met respect afscheid te nemen.
„En waar zijn we nu? Nul uitvoering. Eerdere conflicten tussen Israël en Hamas waren van veel kortere duur. Natuurlijk is alles anders sinds de terreuraanslagen van Hamas en de verschrikkingen van 7 oktober 2023. Die hebben Israël veranderd: er was geen empathie meer voor Palestijnse burgerslachtoffers zolang de gegijzelden nog vastzitten, al is er nu een kleine verschuiving. Maar dat we twintig maanden later nog steeds zouden moeten praten over een staakt-het-vuren, terwijl Gaza totaal vernietigd is, dat is een heel ander perspectief dan praten over wederopbouw.”
Het afgelopen jaar heeft Kaag talloze bezoeken gebracht aan Gaza. Ze zag alleen achteruitgang. „Een jaar geleden was het grootste deel van de infrastructuur in Gaza al zwaar beschadigd of vernietigd. De afgelopen maanden zagen we de verdere systematische vernietiging van civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen en scholen.” Op haar telefoon laat ze foto’s zien: kinderen die doelloos rondlopen te midden van de totale verwoesting, een gigantische vuilnisbelt, een man gewikkeld in een deken in een verwoest gebouw.
Afgelopen januari voelde ze onder de bevolking nog „totale opluchting” over het bestand, en hoop op een permanent bestand. „Nu weet men het gewoon niet meer. Wie er nog leeft in Gaza, kan alleen nog denken aan overleven. Het leven is er ondraaglijk. Als de dood een verlossing wordt, dan zijn we heel erg van het pad af.”
Drie dagen voor het gesprek was ze er voor het laatst. „Ik zag er eerlijk gezegd een beetje tegenop. Je schaamt je gewoon voor het collectieve onvermogen. Tijdens bezoeken kwam ik vaak in veldziekenhuizen met zwaar ondervoede kinderen en gewonde zwangere vrouwen. Als je hen spreekt, vragen ze eigenlijk alleen wanneer het ophoudt, en wat de internationale gemeenschap gaat doen.”
Na een bijna drie maanden durende volledige Israëlische blokkade van Gaza, begon de door Israël en de VS gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF) eind mei met de distributie van voedselpakketten. Hoe kijkt u daarnaar?
„Onder het oorlogsrecht heeft iedereen recht op medische zorg, voedsel en bescherming, maar op dit moment is het GHF naar ons begrip berekend op 15 procent van de bevolking. Er zijn minder dan tien distributiepunten in Gaza voor een bevolking van twee miljoen. Conform het internationaal humanitair recht breng je hulp naar de mensen toe. Nu worden zij gedwongen van het noorden naar het zuiden te gaan, waar de distributiepunten zijn. Collega’s zagen hordes kinderen die gewoon niet meer bang zijn voor de dood. Ook als er waarschuwingsschoten worden gelost. De dood telt bijna niet meer.
„Ik begrijp heel goed dat de Israëliërs het vertrek en de ontwapening van Hamas willen en hun veiligheid willen garanderen. Maar hulp is niet onderhandelbaar. Het GHF komt in mijn optiek voort uit militaire overwegingen. Door Gaza staat de internationale rechtsorde heel erg op het spel. Als landen nu zouden gaan samenwerken met een onderaannemer [het GHF, red.] van de oorlogvoerende partij, hoe ga je dan elders werken? Dan kan in de toekomst iedere dictator de VN en het Rode Kruis in een hoek duwen.”
Wat kunnen de VN nog doen in Gaza?
„De Israëliërs zijn erg boos dat de VN niet willen meewerken aan het GHF. Onze houding was: we kunnen feedback geven op het concept, maar willen tegelijk conform onze humanitaire principes opereren. Volgens het Internationaal Gerechtshof is Israël de bezettende mogendheid in Gaza, dus Israël heeft de plicht om de bevolking te beschermen en hulp te leveren. Maar dat zou een begrotingsprobleem opleveren, en je wint in Israël ook geen verkiezingen met het voeden van de Palestijnse bevolking. Dus kom je uit bij ons werk, dat wordt gesteund door VN-lidstaten. Inmiddels mogen we parallel aan het GHF werken, maar we hebben te maken met enorm lange Israëlische procedures die een hele hulpoperatie lam kunnen leggen. Laatst heeft het Wereldvoedselprogramma 46 uur moeten wachten op goedkeuring voor chauffeurs van hulpkonvooien.”
De wereld is, zegt ze, is sinds het aantreden van Trump niet meer voldoende gericht op een oplossing voor Gaza. „We leven echt in een andere tijd. Je merkt dat er mondiaal een andere focus is, minder gericht op internationale samenwerking. De Wereldhandelsorganisatie ligt ook al jaren op zijn gat, terwijl we handelsafspraken keihard nodig hebben. De destructie vindt onder onze ogen plaats.”
Gaza is in feite een politieke crisis, zegt Kaag, maar wordt gereduceerd tot een humanitaire crisis. „Dat is een enorme fout die we in het verleden te vaak hebben gemaakt. Daarom zetten de Saoediërs en Fransen nu de tweestatenoplossing weer op de agenda middels een conferentie.” Kaag zou enkele dagen na het interview afreizen naar New York voor die conferentie, maar deze werd vanwege de Israëlische aanvallen op Iran uitgesteld.
Hoe realistisch is het eigenlijk nog om over de tweestatenoplossing te praten als VN-vredesgezant voor het Midden-Oosten? In een recente toespraak voor de VN-Veiligheidsraad zei u dat deze „aan de beademing ligt”.
„Mijn functie als gezant is een rol die dateert uit de tijd van de Oslo-akkoorden [1993-1995, tussen Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, red.]. Er was toen nog een perspectief op vrede. Sindsdien zijn de Israëlische nederzettingen uitgebreid, is de vernieling van Palestijnse huizen toegenomen, en is er sprake van sluipende annexatie. Geen politicus in Israël heeft het over een Palestijnse staat, en Palestijnen zien Israëliërs vooral aan de andere kant van het geweer.
„Daarnaast is het hele politieke proces verschoven, ver weg van de VN, die nu met name effectief zijn op humanitair gebied. Als de VN zich vroeger uitspraken, dan was dat nieuws. Nu zijn de VN niet meer normerend, en dat zegt veel over de manier waarop we internationaal samenwerken. Dus doen alsof je als VN nog een belangrijke onderhandelingspositie hebt, dat vind ik niet geloofwaardig. Ik heb deze functie op me genomen als ‘after service’, en omdat ik geef om wat er met Israël en de Palestijnen gebeurt.
Binnenkort legt Kaag ook die functie neer, een opvolger is nog niet in beeld. Ze vertrekt uit Jeruzalem, om in Zwitserland haar „blik te verbreden”. In het najaar geeft ze les op de Sciences Po-universiteit in Parijs. „Ik wil echt weer andere dingen doen. Ik wil met iets anders, iets positiefs aan de gang. Iets waarbij je verandering teweeg kunt brengen.” Jeruzalem, waar ze al 35 jaar komt, zal altijd een „thuis” blijven.
Ze wil, zegt ze, beslist niet overkomen als cynisch. Maar haar geloof in internationale samenwerking en in de VN heeft een fikse deuk opgelopen. „Het is goed om een signaal af te geven dat het bij de VN anders moet. Ik vind dat er hervormd moet worden. Het vrede- en veiligheidsmandaat, dat nog steeds normerend kan zijn, wordt steeds meer in de humanitaire hoek gedrongen.”
Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap
Vindt u het moeilijk om juist nu uw VN-werk los te laten?
„Je moet je eigen rol niet overschatten. Dat doen mannen overigens meer dan vrouwen, dat zeg ik er maar even bij. Schrijf dat vooral op!
„Ik ben niet als één persoon verantwoordelijk voor het falen van de internationale gemeenschap. Ik ben geen doekje voor het bloeden. De structuur die ik heb opgebouwd is overgedragen. Op een gegeven moment hebben wij alles gedaan, maar is er één factor die al de hele tijd ontbreekt: politieke moed van VN-lidstaten. We bevinden ons in een kritische fase, waarbij het internationaal oorlogsrecht in feite begraven is met de duizenden gedode kinderen in Gaza, en de gegijzelden die nog steeds vastzitten.
„Ik weet echt niet wat er gaat gebeuren. De toekomst ziet er niet mooi uit. Ik word tegenwoordig niet meer gevraagd voor mijn opbeurende verhaal. Maar zo lang er geen politieke moed is, zijn we terug bij het tellen van vrachtwagens. En daar gaat het nu eigenlijk helemaal niet om. Iedereen doet graag iets humanitairs. Dat is makkelijk. Dat is tastbaar. Maar dan kun je ook gemakkelijk wegkijken.”

Geheel boven: VN-gezant Sigrid Kaag bij haar huis in Jeruzalem. „Ik weet echt niet wat er gaat gebeuren. De toekomst ziet er niet mooi uit.” FOTO SAMAR HAZBOUN,NRC)
[klik om te vergroten]
Met dank aan NRC