De overtocht naar Fudaraku

Voor Casta

Amida Welcomes Chûjôhime to the Western Paradise
 

Ben je langs de laatste wachtpost gekomen
dan is daar, haast ongemerkt, een niemandsland –
niemand bezit het, niemand claimt het,
het is er vreedzaam, een ruimte zonder eind.

Dat is het land waar de Amitabha monniken,
te water gelaten in hun gammele bootjes,
naar op weg waren, in het volle vertrouwen
de eilanden van het Westelijk Paradijs te bereiken –
ze gingen voorbij de einder een gewisse dood tegemoet.

Ze dachten, zo uitvarend naar het eiland Fudaraku,
het Zuivere Land van Boeddha Avalokitesvara te kunnen bereiken, om vóór hun dood de levende Boeddha nog eenmaal te spreken -een heel leven samengebald in Ă©Ă©n moment, in Ă©Ă©n recitatie:
‘Boeddha Amitabha, Boeddha Amitabha, Boeddha Amida,’
aan een ketting van woorden stegen ze op naar het Paradijs.

De hamerslagen waarmee de kist op het dek was gespijkerd
klonken nog na, terwijl de monnik, daar veilig in opgesloten,
moederziel alleen zijn zilte onzekere toekomst tegemoet voer.

Wil je eigenlijk weg uit het gewone leven? Het gewone leven, met zijn zorgen, zijn moeite, zijn ergernissen, met zijn korte momenten van voldoening. Wil je daaruit weg? En mediteer je om daar uit te komen?
Of ervaar je dat meditatie een uiterste concentratie is op wat je bent – niet gisteren, niet morgen, nĂș. En kun je daar bij blijven, of ga je toch weer weg?
Als je voortdurend aarzelt: wil ik dit, wil ik dat, neem ik een boontje meer of minder… Weet dan, liefde is de maat van alle dingen.

______________________________________
Zie ook: Yasushi Inoue, Kroniek van een overtocht naar Fudaraku , in ‘Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen’, red. Luuk van Haute.

 Shake v/d week