Het begon ermee dat ik die dag met een boos hoofd in mân huis zat, alles wekte mân wrevel op, niemand werd gespaard in mijn âparticuliereâ wereld â tot ik tot mân schrik besefte dat die âbinnenwereldâ van mij natĂșĂșrlijk niet particulier kon zijnâŠ
Klaaske was gaan slapen, maar toen ze na haar middagdutje binnenkwam, zat ze helemaal te trillen⊠En plotseling zag ik het verband.
De droom
Die nacht droomde ik dat ik voor een groep mensen mijn inzichten uiteenzette. Het moest wel iets met meditatie te maken hebben. En ik bedacht dat Klaaske – die er ook bij was â een opmerking had gemaakt, die het verhaal op diepte bracht. Toen vroeg ik haar om dat nog eens te herhalen. Maar het nam de onrust in de groep niet weg â tot het een chaos werd, er kwamen nieuwe mensen binnen, er werd door elkaar gepraat⊠Ik voelde dat ik, ondanks een gevoel van relevantie, er geen vat meer op had.
Het eerste wat me opviel in ons Tai Chi zaaltje in het Huis van de Buurt âHet Schouwâ, aan het Dollardplein in Amsterdam Noord, was de wandplaat met het de kaart van IndonesiĂ«, met het eiland Java waarop Puwokerto ligt, de geboorteplaats van onze Zen-leraar Maarten Houtman â alsof hij er in de geest bij zou zijn…
Als je je de vraag stelt â en ik denk dat iedereen zich die moet stellen â van âhoe kun je opmerkenâ, dan moet je beginnen met die gebieden die niet bedreigend zijn. Zo zou je dus Tai Chi bijvoorbeeld kunnen doen. Maar zodra je met Tai Chi iets probeert te bereiken, dan is het al weer mis. Als je dat van jezelf merkt, zou je dus terug moeten gaan naar eenvoudiger bewegingen, waar niks mee bereikt kan worden, wat je alleen maar kunt ervaren.
Maarten Houtman, Opmerken is een kunst, Eefde december 1989.
Over twee dromen, die me beide bij deze sessie-toespraak van Maarten Houtman deden uitkomen:
âKun je bij de speler komen, die speler die je al zĂł ondenkbaar lang vergezelt. Die gedurig wacht op het moment dat jij je bewust gaat worden dat de touwtjes volgens welke je je beweegt, een centrum hebben van waaruit ze bediend worden. En dat je daarnaartoe afdaalt.â
Maarten Houtman, Een gevoel waar het eigenlijk om gaat
donderdag 7 oktober 2023
In de dagen ervoor waren herinneringen boven gekomen aan een reis die ik als scholier naar Zwitserland gemaakt had. Het was een echte een jongensdroom geweest, zeg maar een cadeautje van het leven. Hoewel er ook scherpe kantjes aan gezeten hadden. Als je ontwaakt uit zoân gelukzalige vakantieherinnering â kan die zomaar in een boze droom eindigen. En je vraagt je af: wat is nu mijn werkelijke leven⊠Want aan het eind van die nacht begon alle materie, waar je normaal je huis op bouwt als op vaste grond, te vervluchtigen in een nachtmerrie â waar, in een geweldsspiraal die op angst gebaseerd is, alles in alles overging; waarbij elk vertrouwen ontbreekt. Alles veranderde voortdurend in zân tegendeel, je raakt alles kwijt. Met als toppunt dat je je telefoon, je life line, kwijt bent â en aan een ander vragen om te kunnen bellen, heeft geen zin, niemand lijkt betrouwbaar, de wereld ontglipt je â tot ze zich tegen jou begint te keren. Mensen ruiken je angst en verwarring, je totale afhankelijkheid. Voordat je het weet storten ze zich op jou als een verward, kwetsbaar wezen. En dan gaat het grote gericht beginnen, de executie door de massa, die je vertrapt als een insectâŠ
Dit alles overkwam me in de nacht vóór de 7e oktober â toen de berichten van de bloedige aanslag op IsraĂ«l binnendruppelden.Mijn nachtmerrie bleek werkelijkheid geworden te zijnâŠ
maandag 8 januari 204
De avond ervoor was spontaan deze vraag in me opgekomen: Hoe kun je bij de kraamkamer komen van het geweld dat in je huist? Dat is de vraag. Die broedplaats waar de woorden gemunt worden waarmee je de wereld te lijf gaat. Hoe kun je de duistere kant van jezelf verkennen?
En die nacht werd ik door een droom overvallen, die me rechtstreeks die âkraamkamerâ leek binnen te voeren...
Ik droomde dat ik weg was gelopen bij een sessie van Maarten Houtman â ik liet alles in de steek, alles wat op me lag te wachten en wat voor mij klaar lag liet ik achter me. Ik zweeg. En het was alsof er iets in me dichttrok. En tegelijk wist ik dat het een verraad aan mijn diepste wezen was… En toen bevond ik me plotseling te midden van een spotzieke menigte, die me aan alle kanten tartte en uitdaagde. Maar ik was m’n hele rol kwijt, ik kon niet meer uitstijgen boven het speelbal zijn en kende geen geloof, geen richting – ik liep over van onwaarachtigheid. En de menigte voelde dat feilloos aan, ze daagde me uit en bedreigde me nu en dan. Ook ik neigde tot geweld – maar begreep tegelijkertijd dat ik totaal machteloos was. En hoewel de menigte zich aan alle kanten opdrong, kwam het niet echt tot geweld. Maar ik was onbeschermd. Toen ik wakker werd, tolden de beelden nog door me heen, het gevoel dat het ‘maar een droom’ was geweest bracht geen redding. Toch voelde ik diepweg, vanuit een verre herinnering, dat die bescherming er wel was, dat ik me er alleen maar aan hoefde hoefde toe te vertrouwen.
âWant leed hoort natuurlijk bij de opgave van je leven. Het hoort erbij. En je wordt in je leven gekarnd, totdat je beseft dat je niet alleen die materie bent die gekarnd wordt, maar dat er iets is wat jou karnt. En dat je je daarin begeeft. Zodat de eigenlijke beweging tot je doordringt, en je niet alleen maar die zich traag verzettende materie blijft, die gekarnd wĂłrdt.â
Maarten Houtman, Een gevoel waar het eigenlijk om gaat
âKomt er soms een lamp, om onder de korenmaat of onder de rustbank gezet te worden of juist om op de standaard te worden geplaatst? Niets is verborgen dat niet openbaar gemaakt zal worden; en niets is geheim dat niet aan het licht zal komen. Als iemand oren heeft om te horen, hij luistere.â
Marcus 4, 21
Het begon eigenlijk allemaal bij Hanna Mobach, die â bijbelvast als ze was â Klaaske en mij soms streng toespraak en zei dat wij âons licht onder de korenmaat plaatstenâ⊠En ze stond ons bij met raad en daad, om ons uit ons holletje te krijgen. Toen ze hoorde dat ik overwoog een auto over te nemen, zei ze gelijk: âHet is veel te lang geleden dat je gereden hebt, ga eerst bij mij maar een paar proeflessen nemen.â En zo reed ik achter het stuur van haar Renault Kango voor het eerst weer door de Amsterdamse dreven.
Hanna zorgde er ook voor dat ik als woonbootbewoner, met mijn studio aan de Jisperveldstraat weer vaste voet aan wal kregen. Zo reed ik niet lang daarna dagelijks met mijn auto op en neer door de IJtunnel, van de Binnenkant naar Amsterdam-Noord.
Een paar jaar later kochten we de flat op de Elpermeer en woonden beiden in Noord. Met vlak om de hoek de levensaders, de energiebanen waarlangs auto’s in een onophoudelijke stroom voorbijschieten â de eeuwig swingende snelwegen van deze aarde.
Wie ontkomt er aan die magie⊠Toen ik op m’n 18e direct m’n rijbewijs haalde â ik kende Klaaske net â leek een wereld van onbegrensde vrijheid en van avontuur onder bereik. Mijn vader gaf toen al gelijk aan dat daar grenzen aan zijn, ik mocht alleen onder zijn toezicht in zijn auto rijden ⊠niet harder dan 80! Ik vond het wel een beetje kinderachtig, maar ik kon diepweg zijn bezorgdheid begrijpen. En zo bleef autorijden een testcase.
Het volgende autohoofdstuk kon pas beginnen, nadat ik volledig âingeburgerdâ was in deze maatschappij en het inkomen had van een full time baan. En zo toog ik op 10 november 1997 (de datum op het kentekenbewijs) met Maarten Houtman â die me op allerlei wijzen bijstond, sinds ik hem in 1981 leerde kennen â naar de Aambeeldstraat in Amsterdam-Noord, naar de vestiging van zijn Renault dealer. Die had hij me aanbevolen als betrouwbaar adres voor de aanschaf van een tweedehands auto. Daar waren Klaaske en ik wel aan toe, na die afdankertjes van onze familie⊠Na ter plaatse het aanbod bekeken te hebben, zagen we uiteindelijk op het dak van de garage de Clio staan, waar de keuze op viel: een grijs chassis, met als kenteken NV-GH-73. En zo kwam het dat ik even later, met Maarten als passagier, de ringweg A10 opdraaide om me in het verkeer te voegen. “Nou, dat valt me meeâŠ,” was zijn commentaar, toen hij zag hoe ik dat deed⊠Daar keek ik natuurlijk wel even van op. Maar ik voelde me niet aangevallen, het was duidelijk dat hij me erop attent maakte dat ik een zekere onberekenbaarheid in me had, waardoor je niet wist hoe zoiets zou uitpakken. Dat moet mijn ingehouden gedrag geweest zijn, dat hem eerder het commentaar ontlokt had: âJij bent niet secondair, je bent tertiairâŠâ Je zou kunnen zeggen: er was bij mij sprake van een zekere remming. En ja, als die rem er dan in het verkeer plotseling af gaat⊠De risico’s zijn daar nu eenmaal groter, meer zichtbaar althans, dan in het menselijke verkeer.
Maar dat viel Maarten dus mee. Mijn onstuimigheid had ook bij Klaaske enige twijfel gezaaid, zei ze me nog onlangs. En die keten is nog langer, aan het begin ervan stond dus mijn vader⊠Zo bleek de auto van meet af aan óók een voertuig van zelfonthulling te zijn â naar mijzelf en mutatis mutandis naar anderen.
Terug naar de weg â die al spoedig leidde naar onze favoriete vakantiebestemming: Frankrijk. In Baume-de-Messieurs, in de Franse Jura, bezochten we een spectaculaire grot, de Cascade des tufs.
Toen we weer buiten kwamen, zagen we een inktzwarte lucht. âDirect naar de autoâ, was het eerste instinct. Maar die bleek slechts beperkte bescherming te bieden⊠Hagelstenen zo groot als knikkers sloegen boven ons op het dak. Als de ruiten maar houdenâŠ, was onze grote schrik. Maar die bleven als door een wonder gespaard. Al zat het dak na afloop dan vol putjes. Toen we daar wegreden, zagen we om ons heen allemaal verbrijzelde autoruiten â wellicht had ons oude model, met z’n bijna loodrechte ramen, ons gered â wee al die Fransen, met hun panoramische ruiten⊠Toen we later weer door de campagne reden, zagen we ook daar een spoor van vernieling: ontbladerde bomen, platgeslagen gewasâŠ
âDe weg is eigenlijk alleen maar een richting. Het is geen weg die er al is, hij ontstaat achter je als het ware. Terwijl je gaat ontstaat de weg. Dat is het eigenlijk, hij is er niet, maar door jouw eigen richting ontstaat er een weg.
Dat is een heel groot wonder. Je ontdekt de samenhangen door te leven, niet door erover te fantaseren, maar door te leven. En in dat leven kan het gebeuren.â
Maarten Houtman, De innerlijke reis, Vijfdaagse juli 1993, vrijdagavond
Dat het gevoel van richting bij ons een bijna instinctief gegeven is, daar ben ik onlangs hard mee geconfronteerd toen ik een beschadiging aan mijn visuele cortex opliep door een infarct en ontdekte dat ik sindsdien m’n interne âkaartâ kwijt ben. Klaaske heeft me toen met veel geduld bij de hand genomen, om zelfs zogenaamd âbekendeâ weggetjes weer leren lopen.
Daar is een opmerkelijke parallel het eindeloze geduld waarmee Maarten Houtman ons tijdens sessies in de jaren negentig, geleerd heeft onze weg in ons lichaam te vinden. Hij nam toen elke avond de TaoĂŻstische energie-oefening met ons door â waarbij hij zijn inmiddels allang op de band opgenomen instructie daarvoor, âlifeâ met ons doornam. Alle betrokkenen namen het intussen op hun eigen wijze tot zich: sommigen zaten, anderen lagen, menigeen viel in slaap… âGeeft niks, joh, je vangt het wel op, het komt wel in je bewustzijn binnen,â zei hij dan. Zo werd ons toegestaan slapend onze weg in ons lichaam te vinden â tot we het wel konden dromen…
Ik moest eraan denken, omdat ik me op dit moment afvraag of het mogelijk is dat mijn gedachten gelezen worden door ⊠mijn iPhone â het apparaat waar ik nu op aanât tikken ben. Je zult zeggen: die is gek, zoân dom, onbezield DING.
Maar, zeg ik dan, hoe is het anders mogelijk dat hij spontaan mensen opbelt, terwijl ik âinwendigâ druk met mijn contacten bezig ben⊠Je begrijpt, ik zit in ernstige moeilijkheden⊠Niet dat het plots allemaal uit de lucht komt vallenâŠ
Bij Maarten Houtman had ik â twintig jaar na mijn E.S.P experiment met Paul â op zeker moment ontdekt dat hij het opving als ik wanhopig zijn naam aanriep. Ik heb er al eerder over geschreven, zie Toekomstmuziek, #9 menselijke nabijheid. Maarten leek daar later aan te refereren, toen ik tijdens een gesprek mân kaken stijf op elkaar hield en hij zei: âJa, hoor eens, ik kan geen gedachten lezenâŠâ Dus hoe zat dat nou precies?
Dat van die iPhone lijkt een grapje, maar het heeft wel een serieuze ondertoon⊠ik zal het uitleggen.
Ik kocht onlangs een geavanceerd hoortoestel, dat met mijn iPhone verbonden is. Ik kan er dus âop afstandâ een gesprek mee voeren. So far, so good. Maar toen begon het apparaat plotseling spontaan mensen te bellen die mân adresboek staan. En dan precies op de momenten dat je mij, bij wijze van spreken, kon âhorenâ denken…
Maar wat is âdenkenâ in dit verband eigenlijk? Je kunt ook zeggen dat iemand âin mijn aandacht wasâ â wat meer in de buurt komt van die communicatie zonder tijd en ruimte van het E.S.P. Experiment met mijn vriend Paul.
Siri
Iedereen die wel eens in wetensnood verkeert, weet dat je daarvoor bij het Orakel van Google terecht kunt, de middelares bij de Heer der Kennis, de Allesweter die als een spin in het World Wide Web zit. Het Orakel kan zo elk wetensprobleem voor je oplossen, je kunt je tot Haar richten. Zo heb ik zelf Vrouwe Google onlangs opgezocht in haar Tempel, keek Haar diep in de ogen en stelde deze vraag: âO Groot Orakel van Google, Gij Machine voor de Zoekenden naar de Waarheid, hoor mijn smeekbede aan… Mijn iPhone belt willekeurige mensen uit mijn adresboek op, waarbij een vrouwenstem vertelt wie het volgende uit het lijstje is â met een ijskoude stem, die klinkt alsof het de normaalste zaak van de wereld is… En tegelijkertijd licht dan het schermpje van mijn iPhone op, met de mededeling âSPRAAKHERKENNINGâ… O Alwetende Google, Grootste in Gebruikersaantallen, sta mij bij in mijn nood en vertel wat ik moet doen.â
Per ommegaande beantwoordde Zij mij als volgt:
Zo schakel je de algemene contactsuggesties uit op je iPhone en iPad:
- Open de Instellingen-app op je iPhone of iPad.
- Blader naar Contacten.
- Tik op Siri en zoeken.
- Zet de schakelaar uit bij Toon contactsuggesties.
Maar of het helpt? We wachten het af. Ik zal pas gerust zijn, als ik NOOIT MEER, ongevraagd en onverwacht, die robotstem in m’n gehoorapparaat te horen krijg â die me ijskoud vertelt waar ik niet om gevraagd heb. En dan de volgende uit het lijstje gaat bellen…
Emilie voor de affiche met âVrouwelijk mummieportret uit Thebeâ[1]NB Het origineel van het mummieportret staat verderop.
Toen ik in het Allard Pierson Museum de zaal met de mummieportretten betrad met mijn wazige ogen, waande ik me al in het dodenrijk â daar waar de schimmen rondwaren...
Gelukkig nam mijn gids me na afloop bij de hand, om het Rokin over te steken.
En in wat voor een onwaarschijnlijke wereld waren we daar beland… Op hout geschilderde portretten van mensen die bijna 2000 jaar geleden geportretteerd werden na hun overlijden, zowel kinderen als mensen in de kracht van hun leven. Om hen daarmee âeen gezichtâ te geven als ze eenmaal gemummificeerd waren â of zoals Museum Tijdschrift vermeldt: âPortretten vastgelegd voor een leven in het hiernamaals,â
Ik heb in m’n leven maar weinig ontzielde lichamen gezien. Fraai vond ik het niet. Ik heb ook nooit begrepen dat mensen nog âeen blik in de kistâ wilden werpen. Dan dacht ik: maar het is toch voorbij…
De enige mummie die ik ooit heb mogen aanschouwen, was Lenin in zijn Mausoleum op het Rode Plein (onder), toen Moskou in 2010 het vertrekpunt was van mijn reis met de TranssiberiĂ« Express. Nou, en dat was geen pretje, zo’n zielloos lichaam â waar je, vanwege de drukte, ook nog in de looppas langs moest…
Misschien was het gelaat van de dood voor de oude Egyptenaren ook wel een reden om âMummiepaneel-portrettenâ te laten maken â op hout geschilderde portretten, die op het gezichtsgedeelte van gemummificeerde personen worden vastgezet. Ze werden gemaakt tijdens de Romeinse periode in Egypte. Ze zijn ook wel bekend onder de naam âFajoemportrettenâ, naar de regio waar de meeste exemplaren zijn opgegraven, vanaf het midden van de 19e eeuw. Bron: Tentoonstellingsfolder Allard Pierson Museum
âIn het Allard Pierson Museum valt op hoeveel invloed de Romeinse cultuur op Egypte had. Ondanks dat de Romeinse keizer zelden in Egypte was en de province werd geregeerd door lokale notabelen, namen de Egyptenaren veel Romeinse gebruiken over. In de tentoonstelling zijn bijvoorbeeld beelden te zien van Romeinse goden in een Egyptisch jasje. Egypte was ook eeuwen een Griekse provincie geweest. Toch waren de Grieken lang niet zo succesvol in het opleggen van hun cultuur aan de Egyptenaren. Het is dus bijzonder hoe succesvol de Romeinen waren in het verspreiden van hun ideeĂ«n. De mummieportretten zijn een soort mengeling van Romeinse en Egyptische culturen. Daarmee zijn het niet alleen schitterende schilderijen, maar ook belangrijke relikwieĂ«n van de gedeelde Romeins-Egyptische geschiedenis.â Bron: Jeroen de Baaij, KunstVensters, 2 november 2023
Het realisme van de portretten is verbluffend, ongeveer zoals de dieren in grotten van Lascaux, Chauvet en Sulawesi (Leang Tedongnge) verbluffend zijn. Zo oud en zo goed! Maar nu zijn het geen dieren maar mensen, die je aankijken alsof je voor de spiegel staat. Vol frontaal en onbeschaamd. De vraag of er vooruitgang in de kunst is, wordt door de beste portretten meteen belachelijk gemaakt. Expositie Allard Pierson, 2000 jaar oude mummieportretten alsof ze gisteren zijn geschilderd. NRC 4 januari 2024
Muziek van de week: âI Rememberâ
Album: Escalay (The Water Wheel), 1971
Musicus: Hamza El Din, voice and oud
____________________ [1]Â Eigen foto’s, tenzij anders aangegeven.