In de recensie van de NRC kwam het boek van Gladys McGarey er goed af. Toen Klaaske het voor mij op haar Kobo account geladen had, vond ik het eerste hoofdstuk zo betoverend, dat ik het bijna integraal hiernaartoe gekopieerd heb.
Gladys McGarey werd arts in een tijd dat zoiets bijzonder was voor een vrouw. Nu is ze 103 jaar oud en heeft ze een boek geschreven waarin ze vertelt hoe je gelukkig en gezond oud kunt worden. Ze groeide op als dochter van rondreizende missionarissen die medische hulp boden in Mussoorie in India, halverwege het Himalaya-gebergte. Rosan Hollak, NRC, 27 juni 2024
âMensen konden niet alleen voor een behandeling terecht, maar ook voor liefde, vriendelijkheid en een gevoel van saamhorigheid. We werkten van ’s ochtends vroeg tot het heetste deel van de dag, hielden siĂ«sta en werkten vervolgens door tot de nacht inviel. Dan gingen we met z’n allen onder de sterrenhemel om het kampvuur zitten om elkaar verhalen te vertellen. Het leek wel alsof iedereen in de streek wist dat we er waren, en ook dat mijn ouders iedere patiĂ«nt aannamen die hulp nodig had. Op een dag ging mijn vader met mijn broers jagen, wat betekende dat Margaret, onze jongere broer Gordon en ik onze moeder moesten helpen in de dokterstent. Ik vond het heerlijk om haar te assisteren bij mensen met ontstoken wonden, chronische ziekten en botbreuken. Ik was trots dat mijn moeder dokter was. Ik had ook het gevoel dat ik in mijn eerste acht levensjaren zo’n beetje alles al had gezien. Maar op die dag kregen we een wel heel onverwachte patiĂ«nt. Rond het middaguur ontstond er commotie. Er kwam een jonge man het kamp binnenlopen met aan een teugel een gewonde olifant! Mijn moeder begroette hem en probeerde uit te leggen dat ze geen dierenarts was. De man zei echter dat het een heel bijzondere olifant was, hij was het favoriete rijdier waarmee de radja op jacht ging. Een tijdje geleden was de olifant in een bamboestronk getrapt en had zijn poot bezeerd. De wond wilde simpelweg niet genezen. Hoewel de radja normaal gesproken zijn dieren door hun verzorgers liet behandelen, wist hij dat mijn ouders in de buurt waren en hij had de man, de trainer van de olifant, opdracht gegeven om niet eerder terug te komen dan voordat zij zich persoonlijk met de olifant hadden bemoeid. Mijn moeder had nog nooit een olifant behandeld, maar ze was voor geen kleintje vervaard. Ze begon op vriendelijke, maar zelfverzekerde toon tegen de olifant te praten, iets wat ze bij iedere zenuwachtige patiĂ«nt deed. ‘Laten we eens even kijken,’ zei ze met troostende stem. ‘Ik doe heel voorzichtig. Zo te zien doet het behoorlijk pijn.’ Ze bekeek zorgvuldig de linkervoorpoot van de olifant en raakte behoedzaam de gevoelige plek aan. Die was behoorlijk ontstoken en ze zag dat er nog steeds een bamboesplinter in moest zitten. Het was opwindend maar ook een beetje ontzagwekkend om zo dicht bij zo’n machtig dier te zijn. Terwijl ik zijn gerimpelde huid en gladde slagtanden aaide, verbaasde het me dat hij zo’n vriendelijke energie uitstraalde. Mijn moeder had door dat ik wilde helpen en zei me dat ik tangen, kaliumpermanganaat en een grote koperen injectiespuit moest gaan halen. Eerst haalde ik de tangen en de grootste spuit uit onze voorraad. Mijn moeder sprak nog altijd troostend tegen de olifant – ‘goed zo, je doet het hartstikke goed’ – terwijl de olifant daar geduldig en knipperend met zijn ogen bleef staan. Ik ging de dokterstent weer in om het ontsmettingsmiddel klaar te maken. Ik pakte een grote fles kaliumpermanganaat van een plank – onze medische tent was altijd strak georganiseerd – en zette die naast de kan water die we daar bewaarden. Daarna mat ik de zorgvuldig de juiste hoeveelheid oplossing af, vulde een hele kom met de paarse vloeistof, terwijl ik oppaste niet in aanraking te komen met het krachtige chemische spul, want ik wist dat die onverdund mijn huid zou verschroeien. Ik tilde de zware, brede kom met mijn handen op en liep langzaam weer naar buiten, terwijl ik er goed op lette niets op de grond te morsen. Eenmaal terug zag ik dat de olifant rustig bleef staan terwijl hij mijn moeder gadesloeg, die naar de bamboesplinter spitte die zich diep in het gladde, grijze kussen van zijn voorvoet had ingegraven. Hij liet geduldig toe dat ze de lange splinter verwijderde en de ontsteking uitspoelde. Ik begreep wel waarom de radja zo dol was op die olifant. Hij was zo welgemanierd dat hij zelfs geen spier vertrok. Nadat ze de wond had schoongemaakt, smeerde mijn moeder ten slotte zalf op de wond. Olifanten zijn expressieve dieren en deze leek blij, zelfs zo blij dat toen de tijd was aangebroken dat de man hem naar de Ganges zou brengen om hem te laten afkoelen, de olifant met zijn slurf omlaag reikte en Margaret in de lucht tilde, die opgetogen en angstig een gilletje slaakte. We hielden onze adem in. Maar hij zette haar op zijn rug en we haalden opgelucht adem. Toen stak hij zijn slurf naar mij uit. Na wat hij met Margaret had gedaan, was ik niet bang meer. Ik genoot van de leerachtige slang die zich om me heen kronkelde, voelde de sterke spier die zijn neus zo heel anders maakte dan die van mij. Ik had al vaak gezien dat olifanten van de bomen aten en hun jongen optilden, maar ik had nooit zelf hun indrukwekkende slurf aangeraakt of me voorgesteld hoe het zou zijn als er een zich om me heen slingerde. Maar daar hoefde ik niet lang bij stil te staan, want even later zat ik naast mijn zus op de brede olifantenrug. Toen tilde hij onze broer Gordon op, die zijn kleine handen om mijn middel sloeg zodra hij achter me werd neergeplant. En daar gingen we! We reden naar de rivier met de andere kinderen uit het kamp achter ons aan. Eenmaal daar aangekomen sproeide de olifant ons allemaal vrolijk nat. Hoewel het water meestal verboden terrein was vanwege slangen en krokodillen, wisten de volwassenen dat die met de olifant in de buurt wel weg zouden blijven, dus mochten we de hele middag met hem spelen. De volgende dag bracht de man de olifant weer naar het kamp zodat mijn moeder kon controleren of de wond niet weer was gaan ontsteken. De olifant liep regelrecht naar haar toe, wikkelde zijn slurf om haar middel en tilde haar in de lucht, zoals hij met mij, mijn broer en mijn zus had gedaan. De rest van de week kwam de olifant elke dag, en alsof hij mijn moeder zijn dankbaarheid wilde tonen, begroette hij haar met een grote slurvenknuffel, waarop ze als altijd met humor reageerde en vrolijk lachend uitriep: ‘Nou, wees een brave jongen en zet me neer!’ Daarna gingen we allemaal naar de rivier om te spelen, soms reden we op de olifant door het ondiepe water, andere keren sproeide hij ons met zijn slurf nat en gilden we het uit. Het was een cruciale periode in mijn leven. Toen ik het jaar daarop weer naar school ging, was ik blij dat ik daar ten slotte toch niet zo’n hekel aan bleek te hebben. Doordat ik mijn moeder had geholpen bij de behandeling van de olifant had ik ontdekt dat ik een geboren dokter was.â
Afbeelding boven:De Griekse held Odysseus, koning van Ithaka, maakt samen met zijn dapperste vrienden de kykloop Polyphemus, zoon van Poseidon, blind met de gloeiende punt van een paal (tekening naar oude vaasafbeelding).
Poseidon en zoon
Ze zijn niet te vertrouwen op de Olympos, van je familie moetje het hebben, van je eigen broer moet je het hebben. Zeus heeft Odysseus stiekem geholpen toen ik even naar de Aithiopiers was. Ik heb de sluwe ellendeling van zijn vlot geslagen, maar het heeft me niet opgelucht, ik ben razend. Een zoon van mij zit met een uitgebrand oog en Zeus steunt de schuldige gersteter. Plotseling voel ik vaderlijke gevoelens opkomen voor de onbekende Kykloop. Ik wend de paarden en rijd in razende galop naar de woonplaats van Polyfernos, die arme, arme, arme Polyfernos. Hij huist in een grot op de uiterste punt van een bergachtige kust en als ik aan kom rijden over zee zie ik hem zitten in de schaduw van een laurierbosje, een reusachtig schepsel, dat meer op een ruige berg lijkt dan op een menselijk of Goddelijk wezen. Ik zet mijn wagen op het strand en loop naar hem toe. Zodra de reus mij hoort of voelt aankomen, grijpt hij een knots en brult met een stem die de bomen tot in hun wortels doet beven: 'Wie is daar, wie is daar? Ik sla je plat. Zeg wie je bent.' 'Poseidon, de God van de zee.' De reus laat de knots vallen en strekt zijn handen uit. 'Vader! Je bent gekomen. Vader Poseidon!' 'Zo, Polyfernos. Hoe gaat het nu?' 'Je ziet het.' Hij heft zijn mismaakte gezicht met het uitgebrande oog naar het licht. 'Ik ben blind en ik heb pijn. En het is geen doen, een kudde hoeden als je er geen oog op kunt houden, ik raak steeds meer dieren kwijt.â Imre Dros, Odyssee.
Heremetijd, nu is het te laat... m'n oogappel is me afgenomen of heb ik het soms zelf gedaan heb ik h'm soms afgestaan â nu er duisternis heerst zie ik het niet meer helder.
vanuit mijn ooghoeken waren de fantomen rond die mijn verdoofde geest tot leven proberen te wekken: âkijk, ooit kende je meegevoel,â en nu zit ik met de brokkenâŠ
Nu er weer licht is in het oog kan het afstrepen beginnen: huisarts, neuroloog, oogarts (psycholoog slaan we over, kyklopoloog kennen we niet) en de diagnose: het Syndroom van (opgelet!) Charles Bonnet
TMClopidogrel behoort tot de trombocytenaggregatieremmers (âbloedverdunnersâ)
Lieve mensen, Ja, zo dromerig, maar ook grimmig, eenzaam, stil, dan weer donderend, fel, allesoverheersend, â wreed en toch onschuldig. Rotsen, gletsjers, heel pril groen, de zee die in de fjorden diep het land indringt, soms grommend bij de monding. Dan weer stil afwachtend, maar nooit zonder majesteit en ingehouden kracht. De dieren die paden uitsleten en hun plek afbakenden, op hun hoede, maar ook argeloos, overgegeven, zonder angst. We vertellen nog wel met fotoâs en tekeningen en diaâs van die afscheidstocht.
Als ik zeg: âZoek het in de eenvoudige dingen,â dan lijkt dat een beetje dwaas. We zijn gewend dat het in de geweldige dingen moet zitten. Maar mensen, het zit niet in de geweldige dingen, dat zijn fantasieĂ«n van ons denken of van ons voelen. Het eenvoudige aantrekken van je schoenen kan meditatie zijn. Je kunt aan jezelf merken of je aandachtig bent: als je aandachtig bent heb je geen haast, hoef je nergens meer naartoe, je bent op de plek waar het gebeurt, hier, nu! Dat is een groot ding. Dan heb je ook geen tijd meer om plannetjes te maken, om werelden te ontwerpen. Want je bent hier, op de enige plek waar het gebeuren kan. âBelangrijkâ is altijd datgene wat niet bij het dagelijks leven hoort. Dat is heel opmerkelijk. En eigenlijk heel gek! Want wat heb je anders dan je dagelijkse leven, het is het enige wat je hebt! Je dagelijkse leven, je dagelijkse gedachten, je dagelijkse gevoelens, je dagelijkse problemen, daar zit het dus in! Je âzittenâ is toch ook in het dagelijkse leven⊠Maar voor een heleboel mensen is zitten iets wat afgescheiden is van het dagelijkse leven. Mensen, dat is niet waar! Zitten is net zo gewoon als kopjes afwassen. Als je er iets meer van maakt, houd je jezelf voor de gek. Maarten Houtman, Het zit in de heel gewone dingen, Steyl 23 mei 1998
Youssou N’Dour, samen met Neneh Cherry, in ‘7 Seconds’ – over de “eerste zeven seconden in het leven van een pasgeborene, waarin het nog onbewust zou zijn van de problemen van de wereld.”
…en sta op uit de dood, Christus zal over u lichten!
Terwijl wij een land zijn overvloeiende van melk en honing â vanochtend stroomde de melk in de melkschuimer nog over, hij was boven het streepje gevuld â en Albert Heijn onlangs een tekort aan havermelk en krentenbrood had, de vaste ingrediĂ«nten van ons ontbijt, worden intussen overal in de wereld hele bevolkingen gebombardeerd, omdat ze de verkeerde personen, op de verkeerde tijd en plek zijn.
Klaaske vertelde me vanochtend dat ze een hardnekkige nachtmerrie had gehad, waarin ze bij een pont aan de verkeerde kant van de weg stond en aangesproken werd door personen waar ze niets mee te maken wilde hebben. In een nachtmerrie is er tenminste nog wel ruimte om te overlevenâŠ
Ik had zelf net gedroomd over een online âbombardementsspelâ, waarbij ik al snel fantaseerde dat je kon kiezen tussen drie bevolkingsgroepen â in het spel drie kleuren â waar je het bord mee kon vullen…
Een kleine samenvatting hoe onze wereld eruit ziet â die van alle kanten op je aandringt, en pas in vergeten momenten echt tot je doordringt. Je ontkomt er niet aan…
Want jij bent het spel, jij bent de wereld, jij bent de schepping. En je houdt op met jezelf af te scheiden en te zeggen: âIk moet er nog bijhorenâŠâ Je bent er al! Dan heb je mij niet meer nodig, niemand meer nodig, dan ga je je weg.
Foto bovenaan: Circa 210 miljoen jaar geleden, toen op aarde uit het oercontinent Pangaea de huidige continenten zich begonnen te vormen, vond in een naburige sterrenstelsel een frontale botsing plaats (Nature, 19 oktober). Een vrij forse begeleider van het Andromedastelsel bewoog toen door (bijna) het midden van zijn grote broer heen en de effecten daarvan zijn nog steeds te zien. Dat blijkt uit opnamen die de Amerikaanse Spitzer Space Telescope â de grootste infraroodtelescoop in de ruimte â van het Andromedastelsel heeft gemaakt. De ringvormige structuur in het centrum van dit stelsel wijst overduidelijk op een kosmische botsing.
Nu mijn benen minderen is het heerlijk online te zijn vuur uit sloffen te rennen en met bijna lichtsnelheid boodschappen verzenden je verhalen op te dissen plaatjes op laten flitsen
Zie hem aandachtig zitten stil achter de computer een wereld zonder geluid licht voorover gebogen starend naar het scherm en zinnend op verhalen die zijn wereld verbinden
Om me heen geluiden die een ander niet hoort ben ik helderhorend? of ben ik helderziend? nu de zintuigen doven in eigen wereld levend aandacht haast tastbaar
âThe computer is artificial intelligence; it can learn, correct itself, write, compose music, and so on. So the computer, the machine invented by man, is changing society. It is changing the structure of outward human existence. Whether you know about it or not is perhaps of very little importance, but it is taking place; it is happening. If the machine can do everything thought can do â invent gurus, rituals, gods, write poems, beat a grand master in chess â what then is man? This is an important question you have to ask. I donât think many of us realise what a dangerous state we are in.â Krishnamurti in Bombay 1981, gesprek 6
âWaarom koop je geen computer,” zei Maarten Houtman op een keer tegen me, âKrishnamurti heeft gezegd dat de computer de wereld zal veranderen…” Maarten moest bovenstaand citaat in die tijd dus al gelezen hebben. Nou, ik heb zijn advies opgevolgd, hoewel ik mezelf net als timmerman was gaan zien. En de naam van Krishnamurti deed wonderen, ook al had ik geen idee wat zijn boodschap was geweest. Omdat een MS-Dos machine toen de standaard was, kocht ik er ook maar zo een â een âMacâ, waar Maarten toen al jaren mee werkte, kwam toen nog niet in me op, inmiddels is bij mij ook alles MAC wat de klok slaat.
Ik had van Klaaske gehoord, wat het effect van de nieuwe vinding op haar werk aan de VU was geweest. Zelf vond ze de computer eerst ingewikkeld, maar al gauw bleek het een welkome vervanger van de elektrische typemachine te zijn. En haar chef was inmiddels begonnen zijn eigen stukjes uit te tikken. Maar de boekhouder was opgestapt, hij kon er zich niet mee verenigen dat hij niet langer zijn eigen berekeningen mocht uitvoeren⊠Weer een andere collega was woest geworden, toen ze hem emails begonnen te sturen: âJe komt maar gewoon bij me langs, dit is slecht voor het onderlinge contact,â had hij gezegd. Dus dĂĄĂĄr was de wereld inderdaad veranderd…
Maarten Houtman schreef daar een verrassende en humoristische reflectie over: Stil achter de computer, waarbij Nico Tideman hem nog bijstond. Hij neemt daarin afstand van de aanspraak van Zen als âefficiĂ«nteâ methode om tot stilte te geraken â een pleidooi temeer voor zijn concept van âZen als leefwijzeâ:
Dat Krishnamurti een ontwikkeling zag die hij als zeer verontrustend ervoer, kun je ook zien tegen de achtergrond van een wereld, die inmiddels totaal verslaafd is aan de smartphone â zeg maar de draagbare, geminimaliseerde variant van de computer. Waarbij we met zân allen gebiologeerd op ons eigen schermpje zitten/lopen/fietsen/rijden te kijken. Alsof de rest van de wereld niet bestaat⊠Riekt dat niet naar magie?
Epiloog
âZaterdag 23 september 2023 was een speciale dag. Die dag besloten we om de computer van Hein te verhuizen naar de Elpermeer. We liepen naar de Studio, gewapend met een tas van de Landmarkt. Het regende heel zacht en alles rook naar herfst. De MAC paste precies in de tas, met snoeren en muis. De Studio lag er opeens verloren bij en alle losse eindjes werden zichtbaar. Losse snoeren, stapels papieren en verborgen stofvlokken kwamen tevoorschijn. We deden een eerste poging om een nieuwe orde te vestigen en gingen daarna weer richting Elpermeer. Daar kreeg de MAC zijn nieuwe plaats. Het voelde aan alsof hij daar altijd al stond.â Klaaske Fokkens, Eindje lopen met de MAC
Interview met de Israëlische onderzoeker Maya Wind. NRC woensdag 8 mei 2024
Maya Wind is Postdoctoral Fellow bij de afdeling Antropologie van de Universiteit van British Columbia. Haar beurs onderzoekt in grote lijnen hoe kolonisten-samenlevingen en mondiale systemen van militarisme en politie in stand worden gehouden, met bijzondere aandacht voor de reproductie en export van Israëlische veiligheidsexpertise. Ze heeft voor haar onderzoek steun gekregen van de National Science Foundation, de Social Science Research Council en de Killam Laureates Trust.
U was al jong geëngageerd en actief. U weigerde dienst te doen in het Israëlische leger.
âDat klopt. Ik ben opgegroeid in Jeruzalem en tijdens mijn middelbareschooltijd politiek bewust geworden. Dat was tijdens de Tweede Intifada, [de Palestijnse opstand van 2000-2005]. De bezetting en het verzet ertegen waren toen al sterk aanwezig in mijn leven. Ik kon er niet omheen, ik ben toen betrokken geraakt bij een kleine groep gewetensbezwaarden en heb me verzet tegen de dienstplicht. We wilden het leger onze arbeid onthouden.â
Hoe liep dat af?
âJe kunt in IsraĂ«l vrijstelling van dienstplicht krijgen op orthodox-religieuze gronden, maar dat ging voor ons niet op. Ik heb vier maanden vastgezeten, eerst in militaire hechtenis en toen in een gevangenis. De anderen ook. We wilden een statement maken. Toen ik vrijkwam ben ik me gaan inzetten voor de Palestijnse bevrijdingsbeweging. Die gebruikte toen al begrippen die nu wijder verbreid zijn geraakt: dat IsraĂ«l een project is van vestigingskolonialisme dat is uitgemond in een apartheidsstaat. Mensen schrikken van die termen, maar je ziet dat Amnesty International, de VN en toonaangevende onderzoekers ze nu gebruiken. Palestijnen deden dat altijd al.â
Welke reacties ziet u in Israël?
âVeel IsraĂ«lische academici en intellectuelen uiten zorgen over het momentum dat de boycotbeweging nu aan het krijgen is. Maar geen van hen heeft de totale vernietiging van de onderwijsinfrastructuur in Gaza veroordeeld. Ze gaan niet in op de kern van de zaak, namelijk â dat is de boodschap van mijn boek â dat de IsraĂ«lische academische wereld medeplichtig is aan de vernietiging van Palestijnse kennis en identiteit, en inmiddels aan genocide. In het Westen leeft nog steeds het idee dat IsraĂ«lische universiteiten bolwerken zijn van liberalisme en democratie. Wat ik laat zien is de kloof tussen die mythe en de werkelijkheid. Academische instellingen zijn diep verwikkeld in de repressie. Niet alleen door samenwerking met de IsraĂ«lische veiligheids- en defensie-industrie, maar ook door in archeologisch onderzoek en in geschiedschrijving het Palestijnse perspectief uit te wissen.â
In mijn eigen post De tuin van koning David, was ik al tegengekomen dat bij de aanleg van een kabelbaan vanuit de Palestijnse wijk Silwan in Oost-Jeruzalem naar de Olijfberg en Getsemane, âopgravingen er de Joodse claim op het land moeten ondersteunen.â Tegenstanders van het kabelbaanproject, waaronder Palestijnse inwoners van Silwan en de IsraĂ«lische ngo Emek Shaveh, die zich verzet tegen de politisering van archeologie, dienden verschillende petities in bij het IsraĂ«lische Hooggerechtshof. In mei 2022 bepaalde dat hof dat het niet tegen het project zou ingrijpen.
We zijn inmiddels een dag verder, het is donderdag Hemelvaartsdag, de christelijke agenda loopt door.
Ik was gisteren behoorlijk geschokt door het verhaal van Maya Wind, ook over haar persoonlijke lotgevallen: dat je in zo’n land zomaar voor maanden in de gevangenis verdwijnt als je dienstweigert â iets wat ik zelf ook heb gedaan. Het is een belangrijk signaal hoe het met de persoonlijke vrijheid in een land is gesteld, of je er met huid en haar aan het systeem overgeleverd bent…
En plotseling zag ik mezelf weer langs de St. Annastraat in Nijmegen staan â het moet rond 1960 geweest zijn â waar op de laatste dag van de Vierdaagse een peloton vrouwelijke IsraĂ«lische soldaten voorbijtrok. Ze hadden gelijk mijn hart gestolen… Nu denk ik: dat was gewoon propaganda⊠âIsraĂ«lâ is voor ons altijd van een andere orde geweest, het vormt een vitaal onderdeel van ons Westers waardesysteem: het geboorteland van Jezus, waar hij zijn âblijde boodschapâ verkondigde en zijn wonderen verrichtte. Kortom, het âHeilige landââ lees de websites van de Evangelicals er dezer dagen maar op na. En dat staat nu plotseling allemaal op z’n kop⊠En het wordt nog eens op scherp gezet door de wereldwijde protesten.
Zelf voldeed ik aanvankelijk aan m’n oproep en ging in militaire dienst. Pas toen ik opgeroepen werd voor herhaling, werd ik dienstweigeraar â een lang en moeizaam traject.
Bij de âselectieâ vooraf hadden ze wel iets in me gezien, ik kwam op in de officiersopleiding. Maar na vier maanden werd het me daar te zwaar en ik gaf er de brui aan. En zei dat ik âgewetensbezwarenâ had â ik had de klok horen luiden. Maar het bood helaas weinig soelaas… Per direct werd ik overgeplaatst naar een onderdeel van de âLimburgse Jagersâ, dat al de volgende dag naar Seedorf vertrok, vlakbij de Oost Duitse grens… Zo werd ik âvoor strafâ â zo voelde het â gebombardeerd tot poortwachter bij het Ijzeren GordijnâŠ
Een halfjaar later gingen we terug naar Nederland en kwamen in Oirschot terecht. We waren daar nog maar nauwelijks bekomen, of er kwam een opgeblazen tambour-maĂźtre langs, die kandidaten zocht voor het klaroenkorps van het garnizoen. Nu speelden meerdere van mijn Limburgse maten in een fanfare, dus dat kwam wel goed. Al helemaal, toen ik zei dat ik klarinet speelde â en toen aangesteld werd als ⊠tamboer! Zo heb ik daar de rest van mijn dienst als een soort vrijgestelde gesleten â als we les kregen in bajonet vechten, zei ik gewoon âneeâ. En dat werd gepikt… Uiteindelijk mocht ik met âstudieverlofâ, ik zwaaide drie maanden eerder af dan de anderen. Zo kon ik in september 1964 in Amsterdam mijn studie psychologie beginnen.
Maar in Amsterdam speelde toen ook andere zaken die mijn aandacht vroegen: het was de tijd van de provo-rellen, de Vietnam demonstraties en de Maagdenhuis-bezetting. En langzaam raakte ik âgepolitiseerdâ. Toen ik een oproep kreeg voor âherhalingâ, weigerde ik dienst â âniet nĂłg eens!â, dat wist ik zeker… Ongeveer in diezelfde tijd begon ik, samen met wat vrienden, aan een eigen studieproject in de polemologie â de âwetenschap van oorlog en vredeâ was in Nederland geĂ«ntameerd door de Groningse volkenrechtskundige prof. Röling. Röling was jurist betrokken geweest bij het het Internationaal Militair Tribunaal van Tokio. Hij zag het daarna als zijn plicht onafgebroken te waarschuwen voor een nucleaire catastrofe-op-termijn â een gedachte die ook toen al sterk aansprak. Vol idealisme richtten wij de Polemologische Studiegroep Amsterdam op, waar we in interdisciplinair verband âPeace Researchâ beoefenden. In de bloeitijd telde de groep wel zeventig deelnemers â een getal wat helaas omgekeerd evenredig was aan resultaat en onderling vertrouwen. Al helemaal, toen een aantal leden âscholingsbijeenkomstenâ ging te organiseren o.l.v. een CPN-kaderlid… Een van onze deelnemers was zoon van PSP senator Mr. Hein van Wijk â die ik al spoedig te hulp zou vragen bij mijn dienstweigering. Want toen ik voorkwam bij de Commissie voor Dienstweigering, werden mijn âgewetensbezwarenâ in eerste instantie niet erkend… Ik moet te weinig âprincipieelâ geklonken hebben en trapte pardoes in hun politieke valstrikken… Er volgde tweede ronde. Toen had ik inmiddels geleerd te zeggen wat er van mij verwacht werd… Het gesprek vond plaats in het gebouw van de Tweede Kamer, mijn commissie bestond uit kamerleden, onder wie KVP senator prof. Beel â het was een procedure die in ere gehouden werd. Ik deed er vanachter een lessenaar mijn prevelementje en beantwoordde vragen â en werd deze keer âerkendâ! Ik had de heren overtuigd.
Het project van Maya Wind, die onderzoekt âhoe kolonisten-samenlevingen en mondiale systemen van militarisme en politie in stand worden gehoudenâ, deed mij even denken aan mijn verhaal met de polemologie â ook al zijn de omstandigheden beduidend anders.
Dat het bij een weigerachtige houding in militaire dienst, ook heel anders kan aflopen dan bij mij, hoorden we op diezelfde dag van 8 mei nog van Hans, medebewoner van ons stadsdeel Amsterdam Noord. Hij kwam op het Buikslotermeerplein onverwachts aan ons tafeltje zitten bij Roezemoes â ik was nog helemaal in de ban van het krantenbericht, en stak gelijk van wal⊠Maar Hans â die een paar jaar ouder is dan ik â vertelde vervolgens een heel ander verhaal⊠Hij weigerde meteen bij opkomst dienst en werd toen in een speciaal bataljon âvoor moeilijke gevallenâ geplaatst. Toen ze op oefening waren in La Courtine, kreeg hij er genoeg van en had uit protest de bajonet in de grond gestoken, onder de uitroep: âIk ga naar huis!â Hij was stante pede voor de krijgsraad gedaagd⊠Daar vroegen ze hem toen âhoe hij aan zulke idiote ideeĂ«n kwam…â Later hoorde hij, dat ze in zijn woonplaats Ermelo navraag bij hun buren hadden gedaan â bij de buren, nota bene… Alsof hij een staatsgevaarlijk sujet was… En dat had hem voor het leven getekend… Sindsdien staat er een kruisjein zijn paspoort … een kruisje?? Maar is het eigenlijk niet hetzelfde verhaal dat je nu hoort over mensen, die om onnaspeurlijke redenen als âterrorisme verdachtâ te boek staan? En kom daar dan maar eens af! We zeiden tegen Hans: âGelijk je dossier opvragen en dat kruisje weg laten halenâŠâ Maar het voelde wel heel ongemakkelijk aanâŠ
Terug naar IsraĂ«l. Zal Maya Wind daar nu als âstaatsgevaarlijkâ te boek staan? Maar zie hoe ze de ban gebroken heeft, dat âanti-IsraĂ«lâ in deze kwestie hetzelfde zou zijn als âantisemitischâ… Voor mij heeft ze dat gedaan!
Zo oefenen we met onze labels de meest vreselijke terreur uit. Hoe komen we daarvan los? Hoe komen we los van een wereld vol geweld: âWat heb ik met oorlog te maken, is de cruciale vraag die Maarten Houtman stelt. En bovenal: JE MOET DAT ZĂLF ONTDEKKEN, daar helpen geen leraren, cursussen of lieve moedertjes aan…
Sagittarius A*, ook wel bekend als Sgr A*, is een superzwaar zwart gat en een radiobron in het centrum van de Melkweg. Het object bevindt zich in de samengestelde radiobron Sagittarius A op 26.673 lichtjaar van de Zon. Het bevat 4,15 miljoen zonsmassa's in een gebied met een radius van minder dan 6,25 lichtuur. Ontdekt: 13 februari 1974. (Wikipedia)
Twee jaar geleden haalde hij voorpaginaâs van kranten wereldwijd: het gigantische zwarte gat in het centrum van de Melkweg, Sagittarius A* (Sgr A*), vastgelegd door een netwerk van radiotelescopen. Nu hebben diezelfde telescopen indirect een opname gemaakt van de magnetische velden rondom Sgr A*, een object waarvan de zwaartekracht zo sterk is, dat alles wat te dichtbij komt, er voor altijd in verdwijnt, zelfs licht. Astronomen zagen daarop sterke, spiraalvormige magnetische velden, wat eerder ook al werd waargenomen bij een ander veelbestudeerd zwart gat M87*. Mogelijk is dit dus âtypischâ voor zwarte gaten. En misschien straalt Sgr A*, net als M87*, dan ook stromen materie uit via dat magnetische veld. Sgr A* staat 27.000 lichtjaar van de aarde en zijn massa is vier miljoen keer die van de zon. Laura Bergshoek, NRC 28 maart 2024
Klimaatverandering
Als wolken verdwijnen bij een zonsverduistering houden ze geen licht meer tegen. Dit effect bemoeilijkt het âdimmenâ van de zon.
Stapelwolken boven land lossen vrijwel direct op tijdens een gedeeltelijke zonsverduistering. Dit blijkt uit onderzoek van de TU Delft en het KNMI. Wolken die er niet zijn houden ook geen zonlicht tegen. Met dit tegenwerkende effect moet rekening gehouden worden in onderzoek naar het âdimmenâ van zonlicht om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan, schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications Earth & Environment. Klimaatverandering kan bestreden worden door de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer te laten afnemen. Het is de vraag of dat gaat lukken, en of dat op tijd gebeurt. Daarom is er ook interesse in â hoogst controversiĂ«le â technische ingrepen om klimaatverandering aan te pakken door zonnestraling tegen te houden en zo de temperatuur te laten dalen. Dit wordt solar geo-engineering genoemd. Laura Wismans, NRC 26 februari 2024
Eclipsmania
Miljoenen Amerikanen kijken vandaag naar de zonsverduistering: eclipsmania is een feit. âHet is een hele bijzondere ervaring, maar de files zijn vreselijk.â In een plaatsje in Arkansas trouwen ruim driehonderd stellen op het moment dat de maan tussen de zon en de aarde schuift. Gevangenen in de staat New York hebben afdwongen dat zij tijdens de volledige zonsverduistering gelucht worden. Delen van Texas kondigden de noodtoestand af vanwege de verwachte mensenmassa die daar het fenomeen komt bekijken dat maandag over Mexico, de Verenigde Staten en Canada trekt. Ohio sluit scholen en schort deze maandag 8 april alle wegwerkzaamheden op om het verkeer vrij baan te geven. Eclipsmania is een feit.
Complete zonsverduisteringen zijn schaars, maar komen met enige regelmaat voor. Omdat de maan in doorsnee vierhonderd keer kleiner is dan de zon en zich zoân vierhonderd keer dichter bij de aarde bevindt, ogen ze ongeveer even groot. En kan de maan de zon blokkeren op het moment dat ze elkaar in de hemel perfect kruisen. Op klaarlichte dag wordt het dan enkele ogenblikken nacht. Emilie van Outeren, NRC 7 april 2024
Maanmania
1Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. (Lucas 21:25).
âDood is dus niet alleen dat einde van ieder van ons individueel, maar het is het principe van het sterven â het principe van het verenigen eigenlijk. Dood is eigenlijk weer verenigen, is eigenlijk weer thuiskomen.â Maarten Houtman, De val uit het lichtend weefsel, Sterrelaan 25 januari '92
Afgelopen nacht, vier hoog in onze flat in Amsterdam-Noord, meende ik door het raam het geluid van kabbelend water te horen. En ik was weer terug op onze woonboot in Amsterdam Centrum, deinend op het altijd bewegende water, terug âin mijn elementâ â terug naar vijftig jaar geleden.
Het begon voor Klaaske en mij allemaal met die woonboot, âHobbitsteeâ geheten, waarop we van 1966 tot 1996 woonden. Op zeker moment bleek dat die boot â gelegen t/o Binnenkant 39 â op een strategische plek lag. Zeg maar dat die plek âZenâ was… We lagen daar namelijk niet alleen om de hoek van het toenmalige Meditatiecentrum âDe Kosmosâ â waar Klaaske en ik in 1981 in de leer gingen bij Zenleraar Maarten Houtman. Maar Binnenkant 39 zou later ook het pand worden, waar Maarten’s collega Nico Tydeman z’n intrek in nam met zijn âZen Centrum Amsterdamâ â en waar nu nog steeds een Tao-zen groep van Maarten onderdak vindt.
En ja, het regende daar toeval… Was dat misschien omdat het bij Zen juist om âde binnenkantâ gaat? Wie zal het zeggen.
Toen ik in 1982 in âDe Kosmosâ een weekend met de bekende Vietnamese zenleraar Thich Nhat Han volgde, was Maarten er ook. Op een gegeven moment zag ik hem daar in een scĂšne met een vrouw, waarmee hij een wel heel bijzondere relatie moest hebben… Toen ik aan het eind van de dag met hem naar de uitgang liep, zei hij: âDat was m’n ex…â Als gereformeerde jongen was ik daar best een beetje door geschokt: hij was dus gescheiden…
Een paar dagen later, op onze eerstvolgende Zen-les in âDe Kosmosâ, vroeg Maarten of hij met zijn vrouw bij ons langs kon komen, ze heette Hanna Mobach. Ik was blij verrast… En vroeg me ook af: die naamâMobachâ, die kende ik … dat was van die pottenbakkersfamilie uit mijn geboortestad Utrecht, waar mijn ouders mee bevriend waren. Die van die prachtige vazen, waar hun hele huis toen mee vol stond â en een aantal bij ons op de boot stond.
Het vervolg van het verhaal is, dat Klaaske in 1984 in Hanna’s atelier een tekening mocht uitzoeken. Samen met enkele andere leerlingen van Maarten, had ze de voorverkoop georganiseerd van zijn eerste boek: âZen notities onderwegâ â dat door Hanna geĂŻllustreerd was. De tekeningen waar Klaaske uit mochten kiezen, waren de originelen van de illustraties uit het boek. Maar er hingen er nog meer, haar oog viel op de onderstaande â die sindsdien in haar werkkamer hangt:
Als een moeder die bezorgd is of haar kinderen wel een plekje in de wereld zullen vinden â zo voelde Hanna aan als je een werk van haar cadeau kreeg. Maar je wist: wat ze voor je meebrengt, daar heeft ze haar ziel in gelegd…
Dat was in 1984. In het jaar daarop richtte Maarten de stichting âZen als leefwijzeâ op, om zijn Tao-zen meditatie âvoor een ieder toegankelijk te makenâ. Klaaske en ik kwamen in het bestuur, onze woonboot âHobbitsteeâ werd het adres van het secretariaat â zie onder:
Hanna was heel erg blij met de steun die Maarten ondervond â eenmaal gepensioneerd, was hij soms wel veertig weekenden per jaar op stap voor zijn Zen-werk… En dat deed hij allemaal vanuit eigen inspiratie, er was geen organisatie, geen beweging of âschoolâ, die daarachter stond. Maar nu dus onze stichting…
Toen we in 1996 op de Elpermeer gingen wonen, kregen we âBootjesâ cadeau, als welkomstgeschenk aan vaste wal. En ja, het zijn er twee, en beide hangen nu hoog en droog boven de bank. Maarten en Hanna hadden hun best gedaan ons ervan te overtuigen, om dat bestaan als âbootjesmensâ achter ons te laten. En gewoon in Amsterdam-Noord in een flat te gaan wonen, net als zij.
Aan land op de Elpermeer
Later, niet ver van de plek waar de twee bootjes hangen, kwamen daar nog drie bomen bij. âBomenâ staat nu fier op de kast âkast van tante Fienâ (een familie-erfstuk waar we zeer aan gehecht zijn), door Hanna zorgvuldig vastgeplakt op het bovenblad. Ze zei dat ze ze eigenlijk afgekeurd had, maar het zonde vond om ze weg te gooien… En zie hoe fier ze daar staan, ze hebben menig huislijke storm doorstaan!
Bij haar vertrek naar Tiel, gaf Hanna ons nog onderstaande magische tegel-op-koperplaat, met de nadrukkelijke mededeling âdat hij bij de stichting Zen als leefwijze thuishoorde en daar moest komen te hangen.â
Hij hangt nu in de centrale hal van ons secretariaat, naast de de opbergkast met artikelen voor verzending. Maarten Houtman heeft altijd gezegd, dat hij rond zijn persoon geen organisatie wilde â dĂĄĂĄr waar het, bij alle mensen met een bijzondere inspiratie, altijd is misgegaan. Maar voor alledaagse dingen is er altijd een plaats en een tijd. Zo ook hier.
Studio âPied Ă terreâ
Toch was onze studio aan de Jisperveldstraat de eerste voet aan wal â de troef die Hanna ons in handen gaf voor een leven in Noord: âIk heb hem in de krant zien staan, is het geen geschikte ruimte voor Klaaske’s massagepraktijk, in plaats van dat hokje bij jullie op de boot?â Maar uiteindelijk ging Ăk erop in â al gauw reed ik elke avond na mijn werk op en neer naar de studio in Noord, mijn pied Ă terre…
Daar heb ik ook samen met Hanna haar website gemaakt, in volle concentratie â waarbij ze nu en dan zei: âJij moet iets met je handen gaan doen!â Dan was ik perplex⊠Maar ze was in haar ambacht ook niet anders gewend â en zie wat er uit die handen kwam…
Toen ik nog niet zolang geleden een afbeelding van bovenstaande tegel aan Hanna liet zien, zei ze: âOh, die is dus bij jou…â Waarmee ze te kennen gaf dat ze in haar hoofd wel degelijk een lijstje bijhield, van waar en bij wie diverse van haar kunstwerken terecht gekomen warenâŠ
Op 25 mei 2023 togen Klaaske en ik met een taxi naar Tiel, met een âliber amicorumâ onder de arm â waar we twee weken met veel liefde met de online foto-app Albelli aan gewerkt hadden. Het beslissende moment om het cadeau naar haar toe te brengen, bleven we nog even voor ons uitschuiven vanwege de afstand tot Tiel â tot we resoluut in een taxi stapten. We kwamen ruim op tijd bij âDe Herbergierâ aan. Het staat op een eerbiedwaardige locatie, tegenover de historische `Ambtmanstuin â waar we nog even konden verpozen na de rit.
Hanna bleek oud en broos â ze was inmiddels negenentachtig â maar nog wel aanspreekbaar. Op haar kamer werd een lunch geserveerd . We kregen het ook over meditatie â waar Maarten soms van zei ‘dat zij er met haar kunst óók mee bezig was.’ Het Liber Amicorum, ‘Hommage aan Hanna’ geheten, lag nu geopend op tafel. “Verveelt het jullie nooit om er dagelijks naar te kijken”, vroeg Hanna. We konden haar gerust stellen, we genieten er elke dag van.
Een vergeten stukje Bussum
Toen mijn vader in 1977 overleed, moest mijn moeder noodgedwongen hun geliefde huis op de Mookerheide achter zich laten â dat veel te afgelegen was, zeker als je geen auto reed â en vertrok naar Bussum. Daar voelde ze zich veiliger, in de buurt van haar kinderen in Amsterdam. Na een ambitieus avontuur met de verbouwing van haar nieuwe huis daar, belandde ze uiteindelijk in âDe Gooise Warandeâ, een verzorgingshuis aan de Mezenlaan, waar ze een goed verzorgde oude dag had â waarbij de bezoekjes van haar familie de rode draad waren in haar vrij geĂŻsoleerde bestaan. Ze overleefde mijn vader zestien jaar… Toen ze in 1993 overleed, kreeg ze een grafmonument dat ontworpen en uitgevoerd werd door Hanna:
De stele is speciaal voor het graf gemaakt, de zerk is een van de zes beelden uit de serie âVerdwenen waterâ: âKleur en glazuur kunnen eenzelfde vorm een heel andere betekenis geven: ingetogen fluweelzwart of een stralend blauw. Het blauwe beeld werd op een graf geplaatst en weerspiegelt daar de hemel, ook als de lucht grijs is.â Hanna Mobach, Lijf als landschap (2)
Epiloog
Afbeelding geheel boven: HANNA MOBACH, Ontwerp voor âJacobâs droomâ (Maarten als Jacob), 1979. ReliĂ«f in de kerkzaal van verpleeghuis âDe Wijngaardâ in Bosch en Duin, 2x3m. Het vertelt het verhaal van Jacobâs droom, waarbij engelen opstijgen en neerdalen langs een ladder die tot de hemel reikt. Grote vleugels verbeelden dit.