Bolle’s Hemelvaart

Bolle de Wijze Kater, de Tao-zenkat

van onze voormalige Huiskamergroep

is  verleden week thuis overleden,

zo berichtte zijn baasje Diana ons –

die hem, na het verscheiden van zijn zusje,

met pillen en veel liefde in leven hield…

En met geloken ogen om zich heen kijkend, ziet hij niets dan leegte:

Want wijs was hij zeker, onze kattige meester,

altijd als wij weer af dreigden te dwalen,

stak hij zijn snorharen door de kier van de deur en trok hem met z’n pootje open.

Liet daarna, staande temidden van onze roerloze gestalten, een klagelijk ‘miauw’ horen –

en bracht ons zo voortijdig aan het shaken.

Want wat een schrik … dĂĄt was niet de bedoeling…

stilte in de zaal graag! eerbied! alles volgens de regels!

… maar zachtjes smolten zij, wij, die eerzame poppen.

Hier en daar ging – niet ongezien – een oogje open,

er was geschuifel van benen, een voorzichtig lachje..

er werd zelfs een hand uitgestoken om Bolle te aaien…

Want zo doctrinair waren wij nu ook weer niet,

we voelden ons eerder betrapt op schijn-heiligheid,

op een net-doen-alsof we Tao-zen bedreven…

Maar miauw, zei de Meester: ‘Zacht zijn zonder opzet,

dat is waar het om draait, als je alle wikkels eraf windt.’

Het was alsof je Maarten hoorde praten…

En zeg nou zelf , mensen, wow, wat een demasquĂ©…

kattenogen die dwars door ons mensen heen keken!

En er was die keer dat de muziek spontaan bij ons inbrak

en onder het zitten  ‘Trinity’ van George Gurdjieff inzette,

uitgevoerd door het Gurdjieff Ensemble –

mijn iPhone bleek op ‘spraakbesturing’ overgeschakeld te zijn –

was het misschien het  ‘miauw’ van de meditatiekat dat

de zaak in beweging zette en ons liet shaken…

Dat je het weet, grijze muis,

de kat is nu ver van huis,

maar hij blijft over ons waken

vanuit zijn meditatiekluis

op de eeuwige jachtvelden

zullen wij voor altijd in zijn aandacht zijn…

Dat ‘Trinity van Gurdjeff leek mij  een gepast afscheid van jou –

de drieëenheid van Aandacht, aandacht, aandacht..

Rust zacht, Bolle.

Uit liefde voor het leven

“Besef dat toch, je bent iets ongelooflijks, je bent zó’n geweldige mogelijkheid. En je zit je aldoor maar af te vragen, zal ik nou een boontje meer nemen of een boontje minder nemen
 [gelach] Dat is jouw formaat niet.

De sterren en de hemel en het heelal, dat is jouw formaat. En jij hebt het alleen in de hand, om in dat formaat je leven te leven. En dan zul je ongetwijfeld brokken maken. Dat moet wel, je moet brokken maken in het leven, dat kĂĄn niet anders. Het kan echt niet anders. Die illusie dat je zo regelrecht naar de hemel wandelt, die is er niet. Maar zorg tenminste dat, als je valt, val dan uit de dertiende verdieping en niet over de drempel. [gelach]
Ja echt, dat meen ik, want dan gebeurt er tenminste iets. [gelach]

Maarten Houtman, Het principe van de eenwording, Eefde, december 1987


Aan deze uitspraak van Maarten Houtman moest ik dezer dagen denken, nadat me – inderdaad – een ongeluk overkomen was. Ik ben nog springlevend, hoor, daar niet van, maar wel is m’n gezichtsvermogen  aangetast.

Dat kwam zo:
Een paar maanden geleden bracht ik in de provincie een bezoekje aan een oude dame, die ik hoogacht. Ik had op haar verzoek een taartpunt meegenomen, Toen ik binnenkwam zat er een medewerkster van het tehuis waar ze woont – die bij m’n verschijning haar stoel afstond en het bloemetje dat ik meegenomen had in een vaas ging zetten. Ik was zeer gebrand op koffie bij het gebak, dat haalde ze ook nog voor ons.

Intussen had ik gemerkt dat de oude dame wartaal uitsloeg, waar ik vreselijk van schrok. De bezoekster was inmiddels verdwenen, en ik vroeg me af in wat voor situatie ik was beland – en stilletjes overgenomen had.  De jarige knoeide intussen gebak op de grond, dat ik gauw wegwerkte.  Zo had ik haar nog nooit meegemaakt… ik was geschokt en probeerde de situatie te redden.
Na een halfuurtje – waarin we ons zo goed en zo kwaad onderhielden, werd de middagmaaltijd binnengebracht, vis met patat. Wat ik toen zag bracht me nog meer in de war. De dikke kokkin – die even breed was als ze lang was – spoot uit een tube een hele sliert mayonaise over de patat. Wat ik zag voelde als een scĂšne uit een Jeroen Bosch, mijn ogen puilden uit…
Toen het gesprek weer op haar familie van vroeger kwam, wist ik: nu moet ik weg…
Ik reed terug naar Amsterdam, voerde thuisgekomen een Skype-gesprek waarbij ik vreemde trillingen zag en zat daarna nog even achter de computer te werken.
Toen ik met Klaaske ’s avonds een video wilde kijken, merkte ik pas echt dat er iets mis was, ik zag strepen en kon de ondertiteling niet goed lezen.
De volgende dag had ik hoofdpijn en was mijn zicht slecht. Een ernstige vorm van migraine, dachten we, maar Klaaske belde  na drie dagen toch de dokter en we konden vrijwel gelijk langskomen – zij moest me toen al begeleiden.
De dokter nam eerst onze gedachte over dat het migraine zou zijn, maar later belde hij dat hij voor ons toch een afspraak met de oogarts had gemaakt in de polikliniek van het Boven-IJ ziekenhuis. Nadat ik die de volgende dag nogmaals het verhaal vertelde wat ik meegemaakt had,  bestudeerde hij mijn ogen. Zijn conclusie was dat het iets met het oogvocht was – een ouderdomsverschijnsel. Maar voor de zekerheid moest ik vier weken later terugkomen voor een ‘blikveldonderzoek’.
Ik heb die weken heel veel geslapen en m’n ogen zoveel mogelijk rust gegeven en hoopte dat het zicht zou verbeteren…
Maar nee hoor. Het blikveldonderzoek wees iets heel anders uit: het moest iets in de hersenen zijn, een infarct dus.
De oogarts was heel meelevend. Toch was er bij ons ook een zekere opluchting: eindelijk op het goede spoor…
Ik werd stante pede doorverwezen naar de neuroloog, die eerst een CT-scan liet maken van m’n hersenen. Toen hij later de foto op zijn scherm had staan, wees hij op verkleurde zenuwcellen bij het visueel centrum in de cortex: Er was inderdaad zuurstoftekort geweest, een herseninfarct door een stolseltje in de aderen. Op mijn vraag naar wat het verband kon zijn met wat ik meegemaakt had, was zijn antwoord ‘dat een infarct ook door een shock kon optreden. Maar dan wel precies in mijn visuele centrum, nergens anders… daar geloofde hij niet in.
Dat bleef mij intrigeren… Alsof ik in de zon gekeken had, of in het hellevuur…
Neurologisch was het in elk geval verklaard.
Ik kreeg de bijbehorende serie vervolgonderzoeken: bloedonderzoek, een hartfilmpje – een onregelmatig hart kan ook een stolling veroorzaken…
Een week later belde de neuroloog me op: “Nou, het hartfilmpje was goed, hoor … MAAR, er zijn sporen te zien van een hartinfarct…
Dus dat werd een doorverwijzing naar de cardioloog, plus weer een rondje ziekenhuis-onderzoek.
Intussen vroeg ik me af: een hartinfarct, maar wanneer dan, ik heb nooit iets gemerkt…
Toen kwam de bijna-dood ervaring bij me boven, die ik in de jaren zeventig had gehad, rond de dood van mijn vader die me erg aangegrepen had – misschien ook omdat mijn moeder in hun hutje-op-de-Mokerhei achtergebleven was, verlaten en stuurloos (ze kon inderdaad geen autorijden).
Het was rond 1976, ik was er slecht aan toe – niet alleen lichamelijk (ik had regelmatig spit aanvallen), maar ik was ook depressief: Klaaske en ik hadden beiden onze bijna voltooide studie psychologie afgebroken, omdat we bij onze – gemeenschappelijke – ’theoretische’ scriptie over gezinstherapie (Klaaske met het accent Kinderpsychologie, ik vanuit de Sociale psychologie) verzandden in ideeĂ«n en speculaties… waarbij ik bovendien gek werd van alle psychische afwijkingen, die ik in mezelf meende te herkennen… Maar ik kwam aanvankelijk  niet op het idee de studie afbreken, ons gezamenlijke project…  En ik voelde de druk van m’n ouders, die al zoveel jaren voor m’n studie hadden betaald…
Tijdens die lange, warme zomer werd het in onze niet-geĂŻsoleerde woonboot ondraaglijk heet. Terwijl ik daar met klamme handen achter m’n studieboek zat, totaal vastgelopen, overkwam het me op een nacht dat ik uit het leven leek te vertrekken. Ik had een visioen waarin ik een lichtwezen zag, dat me naar boven wenkte. Die beleving duurde een eeuwigheid Totdat het idee bij me op kwam dat ik Klaaske niet in de steek wilde laten – het visioen was voorbij.
Hieronymus Bosch, Opstijging naar de hemel (detail)
Ik had de herinnering eraan diep in mezelf weggeborgen, maar er was wel een vaag besef dat ik ‘besloten had’ terug te komen en mezelf daarbij een opdracht had gegeven…
Intussen vond in mijn leven – ons beider leven – daarna een diepe verandering plaats. Nu ik terugkijk, leken we in alles geholpen te worden, we kregen contacten waarvan we nooit van hadden kunnen dromen,
Toen Klaaske bedacht dat we filosofie zouden kunnen gaan studeren – haar oude liefde, op dit moment is ze weer Jenseits von Gut und Böse van Friedrich Nietsche aan het lezen – was er voor onze bezige geest weer linnen voor de schaar. Bij ‘Oosterse Filosofie’ raakten we bevriend met een studiegenote, die 10 jaar in een ashram in India gezeten had. Via haar maakten we kennis met meditatie. En toen we op een vakantie in Oostenrijk waren, ontmoetten we daar een Theosoof die ons later uitnodigde bij hem in de leer te gaan…
Maar toen hadden we al kennisgemaakt met Maarten Houtman, die ons liefdevol onder zijn vleugels nam – en niet alleen om te leren mediteren, maar om een heel nieuw leven te beginnen… Hij praatte me de computer aan (“Krishnamurti heeft gezegd dat de computer de wereld gaat veranderen”) en zo kreeg ik later een bijpassende baan.
Een van de eerste dingen die Maarten tegen me zei toen we in Meditatiecentrum ‘De Kosmos’ bij hem gingen zitten, was dat ‘zitten’ ook goed voor de stoelgang was. Maar … hoe wist hij dat ik daar last mee had… Ik kreeg het gevoel dat ik een open boek voor hem was, dat hij me zomaar kon ‘lezen’. En dat terwijl ik juist zoveel geheimen had… Het voelde als een thuiskomst, na de lange jaren van ballingschap van mijn lichaam – die uiteindelijk tot mijn bijna-dood geleid had.

Pas onlangs heb ik over die bijna-dood ervaring kunnen praten en ik probeer ik hem nu door te geven in dit bericht.
En dat allemaal dankzij een verkeerde diagnose… Want uiteindelijk heeft de cardioloog – deze keer verscheen mijn kloppende hart op het scherm – geen gebrek aan mijn hart kunnen constateren, wat hem betreft kon ik nog wel een tijdje mee…
Als klap op de vuurpijl kreeg ik gisteren een alarmerend telefoontje van onze huisarts dat de in het ziekenhuis gemeten bloeddruk ‘veel te hoog was’. Daar schrokken we ons weer een hoedje van. Maar uiteindelijk leerde een rondje meten met vijf minuten tussenpauze in een stil kamertje bij hem op de praktijk dat het vals alarm was… Het was voor mij weer een heel nuttige ervaring te ontdekken dat de druk omlaag geschoten was op het moment dat ik  – daar op m’n eentje zittend op een stoel – gevoeld had dat mijn innerlijk alarm verdween. Zo heb je er nog eens wat aan dat je hebt leren zitten ‘zonder opzet’…

De overtocht naar Fudaraku

Voor Casta

Amida Welcomes Chûjôhime to the Western Paradise
 

Ben je langs de laatste wachtpost gekomen
dan is daar, haast ongemerkt, een niemandsland –
niemand bezit het, niemand claimt het,
het is er vreedzaam, een ruimte zonder eind.

Dat is het land waar de Amitabha monniken,
te water gelaten in hun gammele bootjes,
naar op weg waren, in het volle vertrouwen
de eilanden van het Westelijk Paradijs te bereiken –
ze gingen voorbij de einder een gewisse dood tegemoet.

Ze dachten, zo uitvarend naar het eiland Fudaraku,
het Zuivere Land van Boeddha Avalokitesvara te kunnen bereiken, om vóór hun dood de levende Boeddha nog eenmaal te spreken -een heel leven samengebald in Ă©Ă©n moment, in Ă©Ă©n recitatie:
‘Boeddha Amitabha, Boeddha Amitabha, Boeddha Amida,’
aan een ketting van woorden stegen ze op naar het Paradijs.

De hamerslagen waarmee de kist op het dek was gespijkerd
klonken nog na, terwijl de monnik, daar veilig in opgesloten,
moederziel alleen zijn zilte onzekere toekomst tegemoet voer.

Wil je eigenlijk weg uit het gewone leven? Het gewone leven, met zijn zorgen, zijn moeite, zijn ergernissen, met zijn korte momenten van voldoening. Wil je daaruit weg? En mediteer je om daar uit te komen?
Of ervaar je dat meditatie een uiterste concentratie is op wat je bent – niet gisteren, niet morgen, nĂș. En kun je daar bij blijven, of ga je toch weer weg?
Als je voortdurend aarzelt: wil ik dit, wil ik dat, neem ik een boontje meer of minder… Weet dan, liefde is de maat van alle dingen.

______________________________________
Zie ook: Yasushi Inoue, Kroniek van een overtocht naar Fudaraku , in ‘Liefdesdood in Kamara en andere Japanse verhalen’, red. Luuk van Haute.

 Shake v/d week 

 

Hanna’s liefdewerken

N.B. Door met de muis op een afbeelding te klikken, kun je hem in groter formaat bekijken!

Als een moeder die bezorgd is of haar kind wel een plekje in de wereld zal vinden – een ‘overprotective mother’, zoals dat heet – zo voelde Hanna Mobach aan als je een werk van haar cadeau kreeg. Maar je wist: wat ze voor je meebrengt, daar heeft ze haar ziel in gelegd…

Het begon ermee dat Klaaske, samen met enkele andere leerlingen van Maarten Houtman, in 1984 in Hanna’s atelier een tekening mocht uitzoeken. Samen hadden ze er voor gezorgd dat Maarten’s eerste boek, Zen Notities onderweg, dat jaar uitgegeven kon worden (Ankh-Hermes had als voorwaarde gesteld dat we zelf 500 exemplaren zouden afnemen).
De tekeningen waar uit gekozen mocht worden, waren de originelen van illustraties uit het boek. Klaaske zocht deze uit – die sindsdien ingelijst in haar werkkamer hangt:

‘Blauwe klokjes’, 1984.
Penseeltekening op rijstpapier, 62x48cm
 
Later kwam Hanna bij ons op de boot langs met een map met tekeningen uit dezelfde periode, ‘zodat we ze om de beurt in een wissellijst konden ophangen’ – woonboot ‘Hobbitstee’ lag op een strategische plek, achter het toenmalige Meditatiecentrum ‘De Kosmos’ en tegenover het pand waar nu het Zen Centrum Amsterdam gevestigd is. Toen Maarten in 1985 de Stichting ‘Zen als leefwijze’ oprichtte, werd dat het adres van het secretariaat.
 
Maarten stond, als grafisch ontwerper, al gauw met een briefhoofd voor ons klaar.
Hoe blij we ook met Hanna’s tekeningen waren, we kozen er toch voor om er Ă©Ă©n in te lijsten. Die kwam aan het voeteneinde van ons bed te hangen en bleek op mij een heel weldadige uitwerking te hebben.
Toen we 10 jaar later ‘aan wal gingen’, hing Klaaske hem op in haar slaapkamer. Ze was inmiddels overtuigd geraakt van de magische werking van de afbeelding…
 
Boom, 1983.
Penseeltekening op rijstpapier, 62x48cm
 
Onderstaande ‘Bootjes’ kregen we cadeau toen we daar op de Elpermeer aan land kwamen wonen. En ja, het zijn er twee. En beide liggen nu op het droge. Maarten en Hanna hadden eerlijk gezegd hun best gedaan ons ervan te overtuigen om dat bestaan als ‘bootjesmensen’ achter ons te laten en gewoon in een flat in Amsterdam-Noord te gaan wonen, net als zij.
 
Bootjes, 1993
Ongeglazuurde witbakkende klei, 32x25x5,5cm
Later kwamen, niet ver van de plek waar de twee bootjes hingen, daar nog drie bomen bij…
‘Bomen’ staat nu fier op een wat gammele antieke kast, zorgvuldig vastgeplakt op het bovenblad door Hanna – die zei dat ze ze eigenlijk afgekeurd had, maar het zonde vond om ze weg te gooien…
En zie ze daar staan, ze hebben inmiddels menige huislijke storm doorstaan!
Bomen, 1998
Ongeglazuurde witbakkende klei, h49cm
 
Twee bloempjes, 1985
Penseeltekening op rijstpapier, 15x11cm
‘Twee bloempjes’ fleurt op de Elpermeer het halletje op. Het is een tere mini-penseeltekening, als het ware twee bevroren bewegingen – je ziet het Hanna doen: met zwier en met puntigheid, om dan los te laten. “Breng nooit veranderingen aan in wat je aan papier toevertrouwd hebt,” was een advies wat haar vader, zelf ook kunstenaar, haar gaf.
 
‘Fruitschaal’, ∅ 33cm
De naam ten spijt, hing Klaaske ‘Fruitschaal’ aan de wand – ze wist niet hoe deze ‘schaal’ fruit zou kunnen bevatten. Toch, als ik dezer dagen een bezoekje aan Hanna breng in haar kamer in ‘Walstede’ in Tiel, staat op haar tafel net zo’n eigen gemaakte schaal, mĂ©t fruit – die ik wel een beetje terzijde moet zetten, om ruimte te maken voor m’n ellebogen.
Ik denk gewoon dat in Hanna’s werk functionaliteit niet meegebakken is. Het gaat om het materiaal, de vorm en de kleur. En wat je ermee doet, wordt aan je fantasie overgelaten.
Vogel, 1982
Porcelein, pigmenten en veldspaatglazuur; roestvrijstalen plaat; 27,5x22cm
 
Sluitstuk van de collectie is deze prachtige tegel-met-vogel op staalplaat – de combinatie tegel-metaal is er Ă©Ă©n die je in Hanna’s werk veelvuldig tegenkomt. De kwetsbaarheid en het fijnzinnige van de penseeltekening op het porcelein, geeft een prachtig contrast met het koele metaal – dat uit een andere wereld lijkt te komen.
 
 
 
Kleine schets voor ‘Dijk met huisje’, 1975
Brons, 18x6x3,5cm

En dan nog een nagekomen exemplaar…

Het is een miniatuur uitvoering (waarvan twee afgietsels bestaan) van de Dijk met huisje die op Hanna’s website staat – die door Mart Joosten uitgevoerd is in cortenstaal en aanzienlijk groter is: 17x107x37cm.
We kregen het beeldje cadeau van Sarah Visscher-Mobach, bij het afhalen van een doos met ‘Stichting Zen’ erop, die ze tussen de boedel in Hanna’s atelier aantrof. Na opening bleek er een archief van Maarten in te zitten. Daarin troffen we o.a. vijf door hem geschreven tijdschriftartikelen aan (van oudere datum), die we gelijk gedigitaliseerd hebben – zie: De dwaze monnik en Vier artikelen over dood en sterven.
Hanna’s liefdewerken, noemde ik dit verhaal. En het is duidelijk dat elk van deze werken, elke detail ervan, met liefde geschapen is. Het is ook een voorrecht te midden van zo’n verzameling kunst te mogen wonen.
Maar de lezer zal allengs begrepen hebben dat ook de gift ervan een daad van liefde was: uit pure blijdschap dat er nog meer mensen op de wereld bleken te zijn die zich van harte en zonder enige reserve in wilden zetten om het meditatie werk van Maarten te ondersteunen.
Hanna zag wat hij vermocht, hoe hij alles gaf wat hij had, ten allen tijden beschikbaar was voor wie zijn hulp nodig had – die je zelfs opbelde als hij op afstand voelde dat je het moeilijk had. Als je dan de telefoon opnam, was het even stil … en dan klonk zijn stem: “… met Maarten…”
Hij die er ook nu nog steeds voor je is.
_________________________________
 
Ook Yo-Yo Ma bereidt ons een vriendendienst met zijn #SongsOfComfort â€“ een project, dat werd gelanceerd aan het begin van de COVID-19-pandemie ‘om troost te bieden in een tijd van angst en vrees.’
 

Foto bovenaan, Ingrid Bakker

naar boven

Nobuko Miyamoto – “What Time is It On the Clock of the World”

Simin Tander[1]

Eens was er alleen maar een nacht,
niets dan een nacht,
niets bewoog, er was geen leven.
En toen, niemand weet wanneer, 
begon iemand te zingen en riep
dat alles wat tot nu toe verborgen was geweest
in de nacht waarin niets gebeurde,
tevoorschijn moest komen
en van zich moest doen weten.
Dat lied was zo indringend
dat het ook gebeurde:
alles kwam tot leven.

‘Imah vertelt Maarten het scheppingsverhaal’, in:
Maarten Houtman, Onvoorwaardelijke liefde
Mennorode, augustus 2006

Met Klaaske als filmoperateur, hebben we meer dan een week dagelijks naar ‘Planet Earth’ van David Attenborough gekeken – de afleveringen ‘Freshwater’, ‘Caves’, ‘Deserts’, ‘Ice Worlds’, ‘Great Plains’, ‘Jungles’, ‘Shallow Seas’, ‘Seasonal Forests’, ‘Ocean Deep’ – met beelden van zo’n overdonderende schoonheid en een verhaal dat zo diep in het vlees snijdt, dat ik sindsdien zelfs anders door ons stadspark loop… Ik ervaar het groen, de geluiden, de vogels, dan als natuur, een kracht die op zichzelf staat, met een eigen leven dat – ondanks de bescheiden omvang en inpassing in de bebouwing â€“ grenst aan, overloopt in, het mijne.
Alles is natuur, ik ben natuur…
Maar het scheppingsverhaal van de oude vertelster Imah gaat verder:
En ja, toen het er allemaal was,
moest het blijven leven, moest het voedsel hebben.
Dat voedsel was wel aanwezig,
maar de sterkste at de iets zwakkere op
en die weer de nog zwakkere.
Dus zo is het vandaag de dag.
Dat er gedood wordt, dat er begeerd wordt,
dat is heel natuurlijk. En jij hoort daar ook bij.
Alleen, als jij weet wat ik je nu verteld heb,
dan kun je proberen, als je iets neemt,
dat met eerbied te doen,
zĂł dat er zo min mogelijk leed is.
“En,” zegt Maarten dan, “daar kwam ik toen voor het eerst dat woord ‘leed’ tegen.”
Attenborough â€“ die de beelden van ‘Planet Earth’ zelf becommentarieert en in het perspectief plaatst van de neerwaartse spiraal van de natuur – sprak dat woord ‘leed’ ook een keer uit…
Dat was op het moment dat we een onafzienbare kolonie walrussen zagen, ergens aan de noordrand van SiberiĂ«, dicht op elkaar gepakt op een strook langs de kust: hun laatste toevluchtsoord. Ze kropen daar over elkaar heen, verstikten elkaar, om eraan te ontkomen, sommigen klommen naar een plekje hoog op de rotsen … maar vielen te pletter als ze terug in het water probeerden te komen.
En dit soort doembeelden van kolonies en kuddes waren er meer.
Hoe betoverend de beelden vaak ook waren, bij onze filmische rondgang door de natuur zagen we meer van dat ‘alledaagse’ dierlijk leed: de strijd om de macht en om de pecking order, achtervolging en doden van de prooi en daarna de strijd om de prooi…
Dat is het leed wat Imah bedoelde, en wat ze probeerde te verzachten voor de jonge Maarten.
Maar toen ik in al die afleveringen van ‘Planet Earth’ de zoveelste barre tocht naar de broed- of geboortegronden had gezien, met de blinde drang die te bereiken en alle gevolgen van dien, en al die paringsrituelen en de voortplantingsscĂšnes â€“ toen ik zag pas goed hoezeer die hele natuur totaal onderworpen is aan de allereerste en allerbelangrijkste drive: de instandhouding van de soort…
Ja, en toen kreeg ik – zelf een natuurlijk gegeven, ‘mens’ geheten – steeds meer het beklemmende gevoel: waar doen we dit nu allemaal voor … blind, niets ontziend, alles overheersend…
En plotseling vond ik er weinig ‘moois’ meer aan â€“ juist de blindheid grijpt je naar de keel … Ă©n daaraan gepaard de eeuwige herhaling, miljoenenvoudig, al miljoenen jaren lang…
‘Ik,’ zei de gek. Laat me niet lachen…
Dan maar weer een blog, dacht ik … met deze, zeer toepasselijke,   Shake v/d week  :
__________________________________________
[1] Award winning and ECM recording artist Simin Tander is one of the most amazing voices in European jazz; she „balances on the boarders of pain and beauty, of gracefulness and passion.“ (Augsburger Allgemeine Zeitung) and sings with an intensity that is rare to find.
With her enchantingly tender and equally expressive voice Simin builds bridges between occidental jazz and arabesque-like vocal flights, between rich songwriting and freely improvised textures. She draws a fascinating route to her Mid-Eastern heritage by also singing in Afghaani / Pashto, the language of her late father.

De tijd stond even stil in de Huiskamergroep…

Het ‘zithoekje’ van de Huiskamergroep, 19 april 2019

Deze blog is meer dan tien jaar gekoppeld geweest aan het bestaan van de ‘Huiskamergroep’ – een kleinschalige meditatiegroep in de lijn van het Tao-zen van Maarten Houtman – waarvoor we onderdak vonden in De Pijp, niet ver van het gelijknamige metrostation.

Het ‘shaken’ op muziek was in de Huiskamergroep een vast onderdeel van het programma, als bewegingselement tussen twee periode’s van het stille zitten – waar â€˜meditatie’ steevast mee geassocieerd wordt: “Ga maar zitten,” wordt er in het klassieke Zen-onderricht gezegd, met een ondertoon van ‘dan komt alles goed’…

In het onderricht van Maarten Houtman kreeg het z.g. â€˜lichaamswerk’ een centrale plaats. Maarten placht het lichaam aan te duiden als ‘de verbinding met het Onnoembare’ â€“ een opening naar het onbekende.
Dat is vaak een schok voor mensen die het meer ‘in de geest’ plachten te zoeken – diezelfde geest, die ons als kettingdenkers juist op de plek houdt, in een roes van ‘weten’… 
Maarten zei dan: “Maar je weet niet hoe het verder gaat, dat is nog in het verhaal verborgen…” 

Toch nog enigszins onverwachts is aan de bijeenkomsten van onze Huiskamergroep nu een einde gekomen, de overgebleven vijf deelnemers gaan voortaan hun eigen weg.
Dat is na zo’n lange verbintenis toch even wennen, alsof je relatie uit is…
Maar het biedt ook de ruimte je nu nĂłg meer op je eigen weg te bezinnen. Want uiteindelijk staan we er allemaal alleen voor.

Wat niet wegneemt dat de oefening door dat jarenlange samen zitten nu toch wel behoorlijk ‘ingeslepen’ is – “het lichaam leert alleen maar door herhaling,” zoals bewegingsmeester Gurdjieff ons voorhield…
Daarom hebben we in onze Huiskamergroep ook zo vaak geshaket op zijn muziek, die hij ‘objectieve muziek’ noemde – muziek die op alle luisteraars een gelijke uitwerking zou hebben: transformerend, hun geest richtend, op een nieuwe manier verbindend met het vibrerende universum.

Ook dit blog gaat nu op eigen kracht verder – maar niet nadat we ons als deelnemers nog eenmaal overgegeven hebben aan die verbindende kracht voor lichaam Ă©n ziel.
Hierbij dan weer zo’n klassieke Gurdjieff-De Hartmann vertolkingen door Alain Kremski, met als achtergrond een ‘road movie’ met een verrassend einde.

Nagekomen vakantiepost

Azam Ali zingt Hildegard von Bingen

1a. O Euchari,
in leta via ambulasti
ubi cum Filio Dei mansisti,
illum tangendo
et miracula eius que fecit videndo.
 
1b. Tu eum perfecte amasti
cum sodales tui exterriti erant,
pro eo quod homines erant,
nec possibilitatem habebant
bona perfecte intueri.
 
2a. Tu autem in ardenti amore
plene caritatis
illum amplexus es,
cum manipulos preceptorum eius
ad te collegisti.
 
2b. O Euchari,
valde beatus fuisti
cum Verbum Dei te in igne columbe imbuit,
ubi tu quasi aurora illuminatus es,
et sic fundamentum ecclesie edificasti.
 
3a. Et in pectore tuo
choruscat dies
in quo tria tabernacula
supra marmoream columpnam
stant in civitate Dei.
 
3b. Per os tuum Ecclesia ruminat
vetus et novum vinum,
videlicet poculum sanctitatis.
 
4a. Sed et in tua doctrina
Ecclesia effecta est racionalis,
ita quod supra montes clamavit
ut colles et ligna se declinarent
ac mamillas illius sugerent.
 
4b. Nunc in tua clara voce
Filium Dei ora pro hac turba,
ne in cerimoniis Dei deficiat,
sed ut vivens holocaustum
ante altare Dei fiat.

Sint Eucharius wordt vereerd als de eerste bisschop van Trier. Hij leefde in de tweede helft van de 3e eeuw.


Hildegard for me is a feminist icon whose contributions to the canon of universal spirituality & mysticism, are immeasurable. Her work transcends centuries & musical, religious/mystical genres. It awakened me to the ancient philosophy of “The Music of the Spheres”. That if the human body is made entirely of elements forged by stars, then indeed we are celestial bodies & the cosmos is within us. If the rotation of heavenly spheres produce tones & harmony, then they must resonate within us. Thus, music in its most sublime form, is our participation in the harmony of the universe. That we may bring some harmony to our souls in our longing to return to our celestial home.

Azam Ali


At the height of the Middle Ages music for religious purposes was increasingly being composed by individuals, one of the most famous being the abbess, authoress, and mystic, St Hildegard of Bingen (1098-1179). She wrote a mystery play Ordo Virtutum (1158), a musical drama, one of the first ‘moralities’ ever written, depicting the fight for Anima (the Soul) between the Devil and 16 Virtues, including Caritas (alto) and Misericordia (soprano). Hildegard also composed many liturgical songs that were collected into a cycle called the Symphonia armoniae celestium revelationum. The songs from the Symphonia are set to Hildegard’s own texts and range from antiphons, hymns, and sequences, to responsories (e.g. ‘Columba aspexit’, ‘Ave generosa’, ‘O ignis spiritus’, ‘O Jerusalem’, ‘O Euchari’, ‘O viridissima virga’, ‘O Ecclesia’ ). Her music is monophonic, consisting of exactly one melodic line. Its style is characterized by soaring melodies that push the boundaries of the more staid ranges of traditional Gregorian chant, so that her music stands outside the normal practices of monophonic monastic chant. It both reflects 12th-century evolutions of chant and pushes those evolutions further in being highly melismatic, often with the recurrent melodic units. There is an intimate relationship between music and text in her compositions, whose rhetorical features are often more distinct than is common in contemporary chant. The reverence for the Virgin Mary reflected in her music shows how deeply influenced and inspired Hildegard and her community were: by the Virgin Mary and the Communion of Saints

Robert Ignatius Letellier, The Bible in Music




Gedicht


Als ik ’s nachts in mijn tent naar de sterren kijk
en de kleine speldenprikjes zie in ’t firmament
waardoor uw hemelse licht naar binnen schijnt,
zindert mijn wereld van die verborgen krachten,
van die allesomvattende bron van eeuwige licht –
en zie mij hier als een blinde mijn weg aftasten 


Hein de Kikker



Panorama’s Zuidlaardermeer [klik om te vergroten]


Panorama_1, fotomontage
[Canon Eos 400D]
Panorama_2, fotomontage
[Canon Eos 400D]

Rechter foto panorama_2
[Canon Eos 400D]



De Midlarense ‘boksboom’ [klik om te vergroten]
Zie ook de gelijknamige post van 17 februari


De ‘boksboom’ ’s winters – ingeknotte oerenergie…
[iPhone 6s]
De boksboom nu …
[Canon Eos 400D]

… temidden van het omringende landschap.
[iPhone 6s ‘panorama’]

Klaaske onder de boksboom
[Canon Eos 400D]



Ich hebe meine Augen auf zu den Bergen, von welchen mir Hilffe kommt

Zomer 1958 reed ik met schoolvriendje J.P. naar Zwitserland, in een grote Amerikaanse slee-met-chauffeur. Onderweg deden we nog wat toeristische bestemmingen aan, zoals de historische stadjes DinkelsbĂŒhl en RĂŒdesheim in Beieren, die geheel ongeschonden uit de Tweede wereldoorlog waren gekomen – zoals ze begin 17e eeuw gespaard waren gebleven voor de verwoestingen van de 30-jarige oorlog. Ze vormden een wonder van bouwkunst en menselijke civilisatie, we keken onze ogen uit…
Daarna klommen we weer in de Dodge – een wonder op wielen – die door de chauffeur, de heer Janssen, behendig door Duitsland werd gelaveerd – al schold hij zo nu en dan op een verkeersdeelnemer: ‘Aan de kant, anders zwiep in je in de kartoffels!’ (de oorlog lag nog pas vlak achter ons…). Maar verder was hij een heer – mĂ©t uniform en pet, zoals dat in zijn functie van hem verwacht werd.

De gigantische Dodge-met-vinnen (zie foto) was de dienstauto van de vader van J.P., die president-directeur van een groot openbaar nutsbedrijf was. Hij had deze vakantie voor ons bedacht: wij reden op de heenweg mee naar het Zwitserse Beatenberg, waar hij en zijn vrouw in ‘Bibelheim’ verbleven, het theologische opleidingsinstituut, dat zij als baptisten steunden en dat nauw met de familie verbonden zou blijven. Daarvandaan zouden zij terugrijden naar Nederland, terwijl J.P. en ik nog twee weken in het jeugdkamp verbleven.
De ochtend na onze aankomst werden we naar hun hotelkamer geroepen, waar ze ons wezen op het uitzicht door de openslaande ramen – in trance zag ik daar drie alpenreuzen, die zich tegen de ochtendhemel verhieven: Eiger, Mönch en Jungfrau waren hun namen, op het rijtje af (zie de foto bovenaan).
Dat was het tweede wonder dat ik die vakantie mocht aanschouwen…

Maar in de loop van de dag werd ons op twee stipjes gewezen, die zich tegen de wand van de Eiger aftekenden: twee bergbeklimmers, die daar doodgevroren aan touwen hingen, omgekomen in een poging die vrijwel onneembare noordwand te bedwingen…
En dan kijk je het met ongeloof nog eens aan – om dan de blik af te wenden. De dood die je ziet, maar niet onder ogen durft te zien, wilde je het liefst zo snel mogelijk vergeten: dat botsende detail wat de idylle verstoorde – maar wat natuurlijk een onuitwisbare indruk op je maakte.

Het derde wonder wat ik tijdens die vakantie mee mocht maken, was een stuk alledaagser: een grote kom Zwitserse mĂŒsli aan de ontbijttafel – waar veel Zwitserse room in moest zitten – waaruit ik maar bleef eten, telkens schepte ik mijn bord weer op, terwijl onze gastheren ons maar bleven toelachen, bleven aanmoedigen… Ik had nog nooit zoiets lekkers gegeten!

Over wonderen gesproken…
Ze hadden daar in ‘Bibelheim’ een uitgesproken ‘gevoel waar het eigelijk om gaat’: alles draaide om JEZUS: “Ich bin der Weg und die Wahrheit und das Leben” – je hoefde alleen maar in Jezus te geloven, en je zou ‘gered’ worden.
We zongen de liederen die ons in het jongenskamp geleerd werden, uit volle borst mee:

Ich bin glĂŒcklich
und weisst du auch warum
Jezus wohnt in meinem Herzen,
darum...

Waarbij dat ‘darum’ als een tollende donder klonk:

... da-rrrrrr-um

Dat gebeurde tijdens de ‘opwekkingsbijeenkomsten’, die – heel ‘Zen’ – ‘Andacht’ werden genoemd. Ze wensten ons bij die gelegenheden ‘eine gute Andacht’.

Maar J.P. en ik vonden bij elkaar desondanks steun in onze afwijzing van het hele gebeuren, met onze gedeelde intellectuele achtergrond Ă©n ontwakende seksualiteit – maar dat hadden die smiechten daar natuurlijk wel degelijk in de gaten…
Toen we op een avond balorig het naburige dorp Beatenberg in waren gegaan, in plaats van de verplichte scholing te volgen, kregen we de volgende dag ongenadig op ons donder … alsof we met de vijand hadden geheuld, met de duivel – alsof we een zware zonde hadden begaan..
Maar … we hadden gespijbeld, ja. Verder waren wij ons van geen kwaad bewust… Dus we hoorden het aan met stijgend ongeloof, met verbijstering…

J.P. was intussen met een geheel ander vorm van ‘redding’ bezig: hij wilde dokter worden. Waarbij hem het voorbeeld voor ogen stond van een oom, die in Kenia zendingsarts was – hij zou daar later nog een vakantie doorbrengen. Maar uiteindelijk liep die voorkeur van hem uit op een academische carriùre in de medische wetenschap.[1]

‘Bibelheim’, met op de achtergrond de Thunersee en de Zwitserse Alpen.

[1] Dat was een trendbreuk in de familie: Een oudere broer van J.P. zocht zijn toevlucht in Amerika, en schreef daar het boek ‘New International Dictionary of Pentecostal and Charismatic Movements. The Definitive History of the Spirit-Filled Church. Encyclopedic coverage of: Activities of the Spirit over 2,000 years of church history in 60 countries and regions’, uit het jaar2002. Jaja, een sterke familie…
En een jongere broer van J.P. zou later gedurende tien jaar de leiding hebben van de Bibelschule ‘Beatenberg’ (zie foto boven) – die in de traditie stond van de Zwitserse kerkhervormer Zwingli (16e eeuw).

The President Sang Amazing Grace

Kronos Quartet and Meklit

Met dank aan Smithsonian Folkways

A young man came to a house of prayer
They did not ask what brought him there
He was not friend, he was not kin
But they opened the door and let him in
And for an hour the stranger stayed
He sat with them and seemed to pray
But then the young man drew a gun
And killed nine people, old and young
In Charleston in the month of June
The mourners gathered in a room
The President came to speak some words
And the cameras rolled and the nation heard
But no words could say what must be said
For all the living and the dead
So on that day and in that place
The President sang Amazing Grace
The President sang Amazing Grace
We argued where to lay the blame
On one man’s hate or our nation’s shame
Some sickness of the mind or soul
And how the wounds might be made whole
But no words could say what must be said
For all the living and the dead
So on that day and in that place
The President sang Amazing Grace
My President sang Amazing Grace


Keen readers of the New York Times op-ed column this week may have noticed a shout-out to Ethiopian-born, San Francisco-based vocalist Meklit and the genre-defying Kronos Quartet for their powerful rendition of Zoe Mulford’s modern classic, “The President Sang Amazing Grace.”  Columnist Thomas L. Friedman writes: 
 “As I was reflecting last weekend, my friend Elena Park, an executive producer for Stanford Live, sent me a YouTube video â€” an incredible performance the other day by the singer Meklit and the Kronos Quartet of ‘The President Sang Amazing Grace.’ The song was written by Zoe Mulford about the 2015 murder of nine people at the Emanuel A.M.E. Church in Charleston, S.C., by a white supremacist. It was debuted by Mulford in 2017, telling in song how a different president, Barack Obama, came down to that church for a memorial service and during his eulogy for the Rev. Clementa Pinckney sang ‘Amazing Grace,’ one of the most moving and healing moments of his presidency.”

 




Een Chinees-Amerikaans muzikaal sprookje

 

çŸŽć›œćŽèŁ”éŸłäčç«„èŻ 

We maakten al eerder kennis met The Roving Cowboy van Wu Fei en Abigail Washburn â€“ in een duet ‘dat reikt van de Appalachian country tot de prairies van Xinjiang’.

Nu ik via Muziekweb over hun nieuwste album beschik, is het tijd om iets meer over hen te vertellen. Bijvoorbeeld dat ze er zĂł uitzien (zie de video hieronder). 

PING TAN DANGE  èŻ„ćŒč舞 

Wu Fei schreef het liedje Ping Tan Dance toen ze in Beijing quyi  (verhalende volksliedjes) studeerde, waartoe ook het locale genre pingtan behoort â€“ wat ze hier omsmeedt tot een satire op een vrouwelijke collega die voor haar carriĂšre feestjes afloopt.
Abigail Washburn zegt er dit over:“We feel like angry old grandmas when we think about the injustice for women musicians. And so that’s what we did in this song; we both inhabit our internal ‘angry old gramma’.”

FOUR SEASONS MEDLEY / DARK OCEAN WALZ  ć››ć­Łæ­Œ/ é’æ”·ćŽć°”ć…č

Het repertoire van Wu Fei & Abigail Washburn is een wonderlijke mix van Chinese en Amerikaanse volksliedjes. Zo gaat het verhaal van het nu volgende Four Seasons Medley / Dark Ocean Waltz als volgt:

“In China, a dozen folksongs are titled ‘Four Seasons’, and each of them cites the four seasons as metaphors for love and friendship. In this version, daffodil, pomegranate, orange, osmanthus and snow represent a girl’s longing for love. The melody is common among the Hua’er folksongs in Qinghai and Gansu provinces.”

Hieronder de tekst van het Chinese liedje – dat beide dames van een aangepaste lyriek voorzagen die beter past bij hun eigen wereldbeeld (zo gaat ‘For Seasons Medley’ bij hen ‘Dark Ocean Waltz’ heten):

Spring comes with daffodils blooming;
Young girls come to pick the wildflowers, my love.

Summer arrives, girls’ hearts full of longing.
Pomegranate flowers turn to seeds, prettier than agate, my love.

My love, my love,
My love, I will take your hand.

Autumn arrives and tan-kwai fragrance is everywhere;
Girl ’s hearts rippling and waving, my love.

Winter arrives, snow flying, filling the sky.
Girl’s hearts whiter than the driven snow, my love.

WATER IS WIDE / WUSULI BOAT SONG  äčŒè‹é‡Œèˆč歇 

Hierna een live optreden van Wu Fei & Abigail Washburn (die al sinds 2005 samenspelen) uit 2015 in Vermont, met ‘Water is Wide’ â€“ een traditional van immigranten uit Schotland en Ierland, die geĂ«nt wordt op ‘Wusuli Boat Song’, een volksliedje van het Nanai volk uit de provincie Heilongjiang.
In het zwarte kader eronder wordt de oorspronkelijk tekst van het Chinese liedje geplaatst naast hun eigen moderne variant.

 

 

                                   

DANWEI MUSIC 湁音äč

We sluiten af, vanuit een binnenplaats in Beijing, met het ontroerende verhaal van Wu Fei over haar leven met haar guzheng â€“ terwijl intussen de wind in de klankkast speelt…

 


PS De nacht vóór ik dit blog schreef, werd ik wakker met ‘mellow-green’ op m’n lippen. En ik wist: dat moet straks de achtergrondkleur worden…