De nacht volgend op de inauguratie van Donald Trump als president van de Verenigde Staten, had ik een droom waarin ik verwikkeld raakte in een wereld van aanslagplegers. Het eerste wat ik zag, was iemand die een holle buis vulde met explosief materiaal. Omdat ik daar een buitenstaander was, zag ik een kans om me nuttig te maken, door aan te bieden om een grote hoeveelheid materiaal voor ze te vervoeren. Daarbij maakte ik handig gebruik van de aanwezigheid van een truck van van een van de betrokkenen, om daarmee mijn aanwezigheid te rechtvaardigen
Toen de Italiaanse schrijver en uitgever Roberto Calasso vorig jaar overleed, werd hij meer bewonderd dan begrepen. Als hij in de Engelstalige wereld wordt geprezen, is dat meestal omdat hij erudiet is. Ondertussen is Calasso in zijn geboorteland ItaliĂ« beter bekend als uitgeverij-impresario, vanwege zijn leiderschap van de onafhankelijke uitgeverij Adelphi. Calasso's magnum opus, een omvangrijke serie van 11 delen die hij in 1983 begon met The Ruin of Kasch en in 2021 eindigde met The Tablet of Destinies, wordt vaak onbeschrijfelijk genoemd. Eigenlijk is het vrij eenvoudig als je de sleutel eenmaal te pakken hebt. Calasso schrijft gnoseologie (een woord dat hij vaak gebruikt) â dat wil zeggen, een onderzoek naar en geschiedenis van esoterische kennis.
I. Toeristen en terroristen (Intro + twee fragmenten)
De duidelijkste en sterkste gewaarwording van wie op dit moment leeft, is dat hij elke dag opnieuw niet weet waar hij aan toe is. Het terrein is onbetrouwbaar, lijnen splitsen zich, weefsels rafelen, perspectieven verschuiven. Dan beseft hij nog onherroepelijker dat hij zich in het âonbenoembare hedenâ bevindt.
Het ritueel vormt een onverbiddelijke scheidslijn tussen secularisme en religies. De secularisten staan niet toe dat er regelmatig en soms op vaste tijden handelingen worden verricht die zijn gericht op een externe entiteit. Handelingen die een onzichtbare aanwezigheid vereisen. Voor de secularisten is die onzichtbare aanwezigheid er simpelweg niet. En wordt het woord ‘ritueel’ zelf geassocieerd met iets overbodigs, iets hinderlijks, ondoelmatigs. Dus precies het tegendeel van wat het in andere beschavingen betekende.
Deze uitholling van het ritueel – of minstens verbanning naar de periferie van het bestaan – had een euforisch stemmende ontheffing van verplichte handelingen tot gevolg kunnen hebben. Maar dat gebeurde niet. Zwijgend maar koppig berustte het seculiere brein in de gedachte dat het niet buiten steeds herhaalde en strikt geformaliseerde handelingen kon, niet alleen waar het er nog een zekere doelmatigheid aan toekent, bijvoorbeeld in de juridische sfeer, maar op elk terrein van het bestaan, tot in de onbeduidendste en intiemste uithoeken ervan. De uitgebannen rituelen zijn uiteindelijk weer teruggekeerd in de samenleving, er tot haar verste haarvaten in doorgedrongen. Het seculiere leven wordt steeds vaker gekenmerkt door situaties waarin we ons op een bepaalde manier moeten gedragen, alsof we van het ene televisieformat overstappen naar het andere. Overal gelden vaste regels en manieren – die ertoe neigen steeds subtieler en gedifferentieerder te worden. Maar geen ervan is gericht op wat dan ook buiten de samenleving zelf. Het zijn telkens weer tautologische bevestigingen die het bestaande onderstrepen, zoals bepaalde archaĂŻsche riten eerbied voor de godheid benadrukten.
Voor een paar van de grootste bedrijven, zoals Google is de substantie die in geld wordt omgezet en die ze voedt niet langer aardolie maar reclame. De aanzienlijke economische relevantie daarvan, ofwel het exoterische aspect van de reclame, moet onze aandacht echter niet afleiden van haar esoterische aspect, ofwel de herhaling. Voor reclame is het essentieel dat ze wordt herhaald, net als rituele handelingen. De herhaling garandeert de bestendigheid van de betekenis. En juist die taak is door de samenleving gedelegeerd aan de reclame. Dat is niet gering, integendeel, het is een functie die de zin van elke afzonderlijke handeling onderbouwt. Daarom is het esoterische doel van de reclame een onophoudelijke verspreiding en herhaling van beelden en merken die zich in elke spleet van de psychische ruimte wurmen. En als zij daar niet voor zorgden, zou alles misschien kleur- en vormloos lijken. Het is echter een doorlopend ceremonieel waaraan niet te ontkomen valt. Een proces met als hoogtepunt en bezegeling de sociale media, waar de spontane ontboezemingen van de enkeling gepaard gaan met verplichte bijpassende reclame. Alsof wat er wordt gedeeld onmogelijk los kan worden gezien van de reclame. [âŠ]
II. Het Weens gasbedrijf (Intro; 1e notitie op tijdlijn; notitie over Simone Weil)
Dit gaat niet over herinneringen. Maar over woorden die zijn geschreven, gepubliceerd, uitgesproken, geciteerd en geregistreerd tussen begin januari 1933 en mei 1945. Ongewild doen ze allemaal vertrouwd aan. Alle beelden uit die jaren, van welke herkomst ook, ademen iets hypnotisch. Het was het hoogtepunt van het zwart-wit, in de bioscoop en in het leven. Toen technicolor zijn intrede deed, leek dat een zinsbegoocheling. Alsof de tijd een steeds nauwere spiraal had gevormd die eindigde in een wurggreep.
30 januari 1933. Klaus Mann vertrekt ’s morgens vroeg uit Berlijn, ‘als door een akelig voorgevoel opgejaagd.’ Lege straten. Een slapende stad. ‘Het zou mijn laatste blik op Berlijn zijn, het afscheid.’ Tussenstop in Leipzig. Op het station verschijnt zijn vriend Erich Ebermayer. Bleek, ongerust. “‘Wat is er aan de hand?” vroeg ik hem. Hij leek verbaasd: “Weet je dat niet? De oude heer heeft hem een uur geleden benoemd.” “De oude heer? .. Wie?” “Hitler. Hij is kanselier.'”
âVóór de grote Verteller aan het Verhaal begon, was er een nacht die maar niet eindigde en waarin niets gebeurde. Toen was iemand, al wist niemand wie dat was en wanneer het gebeurde, een lied gaan zingen waarin alles dat er nu is werd opgeroepen om tevoorschijn te komen en zich niet meer in de nacht te verbergen. Maar je begrijpt dat als alles tevoorschijn is gekomen en is gaan leven, er wel eten moet zijn en zo is het gekomen dat de een de ander opeet, de grotere de kleinere, van heel groot naar heel klein.'
Maarten Houtman, De breuk | Werelden 1 â Karti
Herbert Prins
Jannetje Koelewijn, NRC 1 december 2024 (fragment)
Bioloog Herbert Prins maakte lange reizen door de ruigste gebieden. Hij bestudeerde brandganzen en ontsnapte aan ijsberen en straatrovers. “Mag de natuur werkelijk vrij zijn van morele oordelen?
“Dat verheerlijken van natuur en oude landschappen – ik denk dat het moreel gewoon fout is.“
Je laatste hoofdstuk gaat over de reis afgelopen winter naar de Transhimalaya, tussen India en Tibet.
âMet vrienden, uit Wanderlust, en ook omdat ik daar vijfentwintig jaar geleden met een Indiase promovendus een natuurreservaat heb helpen inrichten. Ik wilde weleens weten hoe de lokale bevolking nu met wolven omgaat. En ik had na al die jaren nog steeds geen sneeuwluipaarden gezien.â
Die zie je dan bij het dorpje Kibber, als jullie afdalen langs een diep ravijn.
âMijn droom wordt waarheid, op confronterende wijze. Een van de sneeuwluipaarden â de mooiste beesten op aarde â zien we twee dagen lang een jong steenbokje in zijn macht houden, aan de rand van het ravijn. Het bokje glijdt de hele tijd net niet weg, tot het na twee dagen zo vermoeid is dat het toch een poot verzet. En dan kan de sneeuwluipaard hem dat kleine duwtje geven waardoor hij naar beneden stort, tachtig meter hotsend en botsend over rotsuitsteeksels.â
En vraag jij je af of dit nu moord is, zoals lokale onderzoekers zeggen.
Afbeelding boven: âProWinko kan niet wachten de eerste paal de grond in te slaanâ (Artist impression UNstudio).
âProWinko wil bovenop de BCC, Douglas, in de buurt van de Hema en tegenover de Media Markt woontorens met appartementen bouwen. Alle woningen, van 60 tot 75 vierkante meter, moeten tot het middenhuur-segment behoren. De prijzen variĂ«ren van 700 tot 1.000 euro per maand. âUitgangspunt is allemaal appartementen met twee slaapkamersâ, stelt commercieel directeur Estien Bicker van ProWinko.â (Bron NRC, 10 januari 2022).
âKunnen docenten en verplegers dan toch aan een woning komen in Amsterdam? In Noord komen huurhuizen speciaal voor hen: vier woontorens in het winkelcentrum.â NRC 20 januari 2022 (Artist impression UNstudio).
âDe geplande nieuwbouw op het Buikslotermeerplein wordt nog omvangrijker dan al eerder bekend was. Er komen geen 7900 woningen, maar 9900 woningen. En die worden voornamelijk gebouwd in woontorens waarvan de maximale hoogte geen 90, maar 140 meter zal worden. Afgelopen donderdag was er in de Stopera een commissievergadering, waar de omvang geen probleem was en het besluit alleen nog een formaliteit leek te zijn.â Radio Boven IJ op 1 december 2024.
Het is best mogelijk dat de bouwers van de Toren van Babel geen godslasterlijke plannen hadden. Die schrijft Genesis hun ook niet toe. Ze wilden iets waar altijd al naar was gezocht: een weg naar de hemel, een veilige, betrouwbare toegang. En die wilden ze kunnen zien. Dat was hun schuld. Of minstens hun gruwelijke vergissing. Maar ook vergissingen kunnen tot het gewenste resultaat leiden. Niets stond Jahweh zo tegen als het snoeven van de mensen dat ze zelf klaarspeelden wat ze aan het doen waren, alsof ze autonoom waren. En nooit zei Jahweh het zo duidelijk als toen werd begonnen met de bouw van de Toren van Babel. âDit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.â Roberto Calasso, Het boek van alle boeken, 2019.
âNu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijnâŠâ Kerk in Hong Kong Central, gezien vanuit Bank of China Building, 55e verdieping; (eigen foto, 2011).
In het Groninger Museum opent 30 november de tentoonstelling Hoe Van Gogh naar Groningen kwam, âover eigenzinnige Groningers en ondernemende studenten die de moderne kunst in 1896 naar het Noorden brachten.â
In dat jaar 1896 waren schilderijen te zien die later beroemd zouden worden, maar nog geen titel hadden. Zo beschreef een krant een schilderij als âzeer hard geel, bijna schreeuwend geel; daarboven een hemel van een pijnlijk doodelijk blauw, en uit den storm van het koren vliegen eenige zwarte raven omhoogâ â wat haast wel moet verwijzen naar âKorenveld met kraaienâ (1890). NRC 26 november 2024: âHoe in 1896 zes studenten met succes het werk van Van Gogh voor zes dagen naar Groningen haalden.â
in mijn ouderlijk huis in Nijmegen, hing boven het boekenkastje rechts jarenlang een reproductie van Van Goghâs âKorenveld met kraaienâ. Het was een statement van mijn vader met zân kunstzinnige achtergrond, die mij indertijd wel beviel. Ik wierp er regelmatig een blik op, om me mee te laten voeren door het vlammende protest tegen wat wij onze âwerkelijkheidâ noemen â met zijn âbijna schreeuwend geel; daarboven een hemel van een pijnlijk dodelijk blauw.â
Het interieur van ons huis aan de Driehuizerweg in Nijmegen.
Misschien was het wel die âschreeuwâ â Ă la Munchâ die mij zo beviel.[1] Voor mijn vader was het eerder zijn pure enthousiasme voor de durf van Van Gogh en zijn uitbundige kleuren â net als vermoedelijk bij die zes Groningse studenten (onder wie de latere historicus Johan Huizinga). Inmiddels is Van Gogh ânationaal kunstbezitââŠ
____________________ [1] Volgens een bericht in âTrouwâ van 22 januari 2022, heeft Edvard Munch op âDe Schreeuwâ in het Noors geschreven âKan alleen zijn geschilderd door een gekâ.
Toen ik mei 2008 op aanraden van Maarten Houtman met âshakenâ begon, vertelde hij dat deze oefening â de specialiteit van de Balinese âEnergy masterâ Ratu Bagus â stoelt op de âlatihanâ, een oude Javaanse esoterische traditie, die bij Maarten kennelijk een weerklank opriep. Ik zocht naar âlatihanâ op het internet en kwam het boekâConcerning Subudâ[1] tegen van de Engelsman John Bennet, waarvan de inleiding, De betekenis van âLatihanâ, hier opgenomen is:
1. De betekenis van âLatihanâ
Het Indonesische woord latihan kan niet adequaat worden vertaald. De wortel ervan, latih, brengt het idee over van vertrouwd raken met iets, het assimileren en in jezelf opnemen. Het dichtstbijzijnde equivalent is waarschijnlijk training. De algemene vertaling “oefening” is misleidend in zoverre het wordt geassocieerd met het idee van een bepaalde vorm van werk, zoals fysieke, mentale oefening of religieuze oefening. Dit alles heeft betrekking op het “werken van buitenaf”, wat het exacte tegenovergestelde is van de latihan. Na de eerste wilsdaad waarmee we ons onderwerpen aan het proces, komt de training die we in de latihan ontvangen niet voort uit een opzettelijke handeling van onszelf. In de latihan worden we geleidelijk doordrongen en doordrenkt van de levenskracht die vanuit onze eigen ontwaakte ziel in ons stroomt.
Hoewel latihan een training is van de hele mens, wordt het niet ondernomen omwille van het resultaat. Pak Subuh benadrukt dat de ware betekenis van de latihan aanbidding van God is. De training is het resultaat van aanbidding, maar het is aanbidding die essentieel is; het resultaat is bijkomstig. De uitdrukking “aanbidding van God” vereist uitleg, vooral in deze tijd waarin zoveel mensen in opstand zijn gekomen tegen religie omdat ze denken dat aanbidding onverenigbaar is met een acceptabel concept van Godheid. Ze beweren dat een God die aanbidding van Zijn schepselen eist een antropomorf concept is; een overblijfsel van tribale theologie, toen God werd afgebeeld als een Koning die heerst in de hemelen en, in Zijn eisen, weinig verschilde van een menselijke tiran. “Want Ik, de Heer, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid van de vaderen bezoek aan de kinderen, tot in het derde of vierde geslacht van hen die Mij haten.” Wanneer we zulke passages lezen, moeten we onthouden dat ze behoren tot het Hemitheandrische tijdperk, waarvan het Meesteridee dat was van de menselijke afhankelijkheid van HeroĂŻsche hulp. Met elke volgende les heeft de zich ontplooiende mensheid een dieper besef gekregen van de betekenis van Godheid. Als we zulke naĂŻeve antropomorfe concepten van de Schepper niet langer koesteren, volgt daaruit niet dat aanbidding geen betekenis meer heeft. Het is theologen al lang duidelijk dat God geen aanbidding eist omdat Hij het nodig heeft of verlangt, maar omdat het het middel is waardoor de ziel van de mens kan terugkeren naar de Bron waaruit hij is voortgekomen. Het is ook goed begrepen dat aanbidding de staat of conditie is waarin de mens in de aanwezigheid van zijn Schepper staat: het is de erkenning of het besef dat er een immense Kracht is die groter is dan alle andere krachten, en dat deze Kracht welwillend is jegens alle schepselen, inclusief de mens.
Wat niet zo goed begrepen wordt, zelfs niet door theologen, is dat de staat of conditie van aanbidding niet bereikt kan worden door de tijdelijke instrumenten van de mens – dat wil zeggen, door de lagere centra. We kunnen met onze geest en gevoelens, en zelfs met ons lichaam, God willen aanbidden, maar dit zijn slechts instrumenten; ze kunnen niet de aanbidder zelf zijn. Aanbidding is een kracht die exclusief is voor de ziel van de mens, want alleen in de ziel kan er een direct bewustzijn zijn van de Kracht en Liefde van God. Aanbidding kan niet ontstaan ââin de geest of het hart, hoezeer we ook met ons verstand weten dat aanbidding noodzakelijk is en met ons hart de wens voelen om te aanbidden. Ware aanbidding is de bewuste aanvaarding van de toestand waarin we zullen verkeren op het moment van de dood, wanneer onze persoonlijke wil van ons wordt afgenomen.
Een eenvoudige observatie kan iedereen overtuigen van de waarheid van deze ogenschijnlijk harde uitspraak. Soms overweldigt het gevoel van onze eigen nietigheid in vergelijking met de krachten van de natuur ons in de aanwezigheid van een groot natuurverschijnsel, zoals een machtige storm op zee of zelfs een groot aantal bergen wit van de sneeuw, en ervaren we een staat van ontzag die tegelijkertijd gevuld is met vrede en dankbaarheid dat zulke grote dingen aan ons worden onthuld. Het is gemakkelijk te verifiĂ«ren dat zo’n ervaring niet ontstaat in de geest of gevoelens, noch is het het resultaat van ons eigen verlangen om de natuur te bewonderen of te “aanbidden”. Als we beginnen te “denken over” de ervaring waarin we zijn getild, vallen we onmiddellijk terug in onze gewone staat; op dezelfde manier, als we beginnen te genieten van de staat, verandert het in iets persoonlijks en vals. Als de aardse natuur ons kan optillen naar een intensiteit van ervaring die de geest en de gevoelens te boven gaat, hoeveel te meer moeten we dan verwachten dat aanbidding van God een toestand zou moeten zijn die volledig buiten het bereik van onze gewone functies ligt.
Daaruit volgt niet dat aanbidding geen betekenis meer heeft. Het is theologen al lang duidelijk dat God aanbidding niet eist omdat Hij het nodig heeft of verlangt, maar omdat het het middel is waardoor de ziel van de mens kan terugkeren naar de Bron waaruit hij is voortgekomen. Het is ook goed begrepen dat aanbidding de staat of conditie is waarin de mens in de aanwezigheid van zijn Schepper staat: het is de erkenning of het besef dat er een immense Kracht is die groter is dan alle andere krachten, en dat deze Kracht welwillend is jegens alle schepselen, inclusief de mens.
Religieuze mensen hebben de neiging om aan te nemen dat, als hun geest en gevoelens actief zijn in aanbidding, hun ziel ook aanbidt. Ze verwijzen naar geest en gevoel als “krachten van de ziel” en dit leidt tot de fout om te veronderstellen dat de ziel wakker moet zijn wanneer de krachten worden uitgeoefend. De waarheid is dat wanneer aanbidding voortkomt uit en wordt geleid door onze eigen wil, het alleen aanbidding kan zijn door en van de instrumenten, niet aanbidding door en van de ziel. Dit is een harde uitspraak, maar tenzij het wordt begrepen, kunnen de gebreken van menselijke aanbidding nooit worden begrepen.
____________________ [1]âConcerning Subudâ. An introduction to the background, origins and practice of Subud, the religious practice introduced by Muhammad “Pak” Subuh in Indonesia in the 1940s, and established internationally from 1957 onwards.
Wie door deze deur gaat, kan niet meer terug â Per me si va ne la cittĂ dolente… Als je goed kijkt, kun je zowel de schim van de koper (r.) als van de verkoper (l.) zien.
GeĂŻmponeerd door het wijdse uitzicht over het NDSM terrein in Amsterdam-Noord, vanaf de 10e verdieping van The Cube (zie de uitbouw ervan rechtsonder), heb ik vrijdag mijn handtekening gezet onder de verkoopakte van mijn studio aan de Jisperveldstraat, waar ik sinds 1995 woonde . Nu de akte is gepasseerd, kan ik me weer verenigen met Klaaske aan de Elpermeer â waarmee een oud verbond hersteld is, een oude stam herenigd.
Een abuis selfie bij aanvang van de ceremonie, waarop ik zorgelijk kijk: Heb ik de terrorisme toets doorstaan? Deugde de stichting wel waarvan ik voorzitter ben?De twaalf apostelen van Hanna hangt nu op de Elpermeer.
Voor mijn gevoel nog vrij recent â ook al is het inmiddels vijftien jaar geleden: op 18 april 2009 â had ik een gesprek met Maarten Houtman, naar aanleiding van het feit dat âLekepraatâ toen werd uitgegeven. Ik had dat laatste interview met Maarten op een Cd gebrand, die ik bij mijn recente verhuizing tegenkwam. Ik was hem glad vergeten…
Over âLekepraatâ In de nadagen van Meditatiecentrum âDe Kosmosâ in Amsterdam nodigde Maarten Houtman, zenleraar en nestor van de Nederlandse zen beweging, zijn collega Nico Tydeman uit om gesprekken te voeren over hun beider passie: de zenmeditatie. Ondanks de verschillen, werkten ze vanuit dezelfde inspiratie. En bovendien waren ze oude vrienden. Uiteindelijk werden in totaal twintig gesprekken gevoerd, die zich uitstrekten over de periode maart 1989 tot mei 1995. Na elk gesprek kwam Maarten bij Klaaske langs om het bandje te laten uittypen. Vervolgens ging de tekst naar Nico, die z'n commentaar gaf. Maarten is daarna lan bezig geweest om de gesprekken vorm te geven, hij heeft er veel energie in gestoken. Maar uiteindelijk bleef het concept op de plank liggen.
Toen ik tien jaar later de beschikking kreeg over Maarten's computer archief, werd ik ongeduldig. Ik besloot het daar opgeslagen âLekepraatâ nog eenmaal te redigeren en uitgave klaar te maken. November 2009 was het zover, Lekepraat werd onder de titel âGeen meester, geen leerlingâ bij Asoka uitgegeven.
Gesprek tussen Maarten en Hein (fragment)
In dat laatste interview met Maarten, vroeg ik hem op zeker moment waar zijn aandacht naar uitging, nu Lekepraat naar de achtergrond was verdwenen.
â Maarten: Wat voor mij op het ogenblik steeds opnieuw de vraag is, als je nou dat hele leven samenvat, met het jappenkamp en alles wat er bij is, wat is dan het gevolg eigenlijk in jouw leven â mijn leven dus â van die bezigheden die je allemaal gepleegd hebt. Ik kan alleen maar vaststellen dat ze mij gemaakt hebben eigenlijk, of veranderd hebben, tot wat ik nu ben. En al zodanig onuitwisbaar zijn. Ja, ik ga natuurlijk op een bepaald moment dood en dan is dit leven afgelopen. Maar tot op heden is er eigenlijk niets van wat ik beleefd heb, ook niets van mijn jeugd, onbelangrijk.
â Hein: Nee, want jij bent er ook nog steeds bezig met je jeugd.
â Maarten: Ja, en ik merk dat heel veel van mijn jeugd langzamerhand een beetje schimmig geworden is, door alles wat er daarna gebeurd is. Maar het is tenslotte het begin van een leven wat heel volledig was, heel bevredigend was, heel vanzelf was â vooral dat vanzelf wat ik toen beleefd heb tot mijn achtste jaar, toen ik voor het eerst in een kosthuis kwam, waar het niet goed afliep. Maar tot aan dat moment was het eigenlijk zĂł vanzelfsprekend, ik dacht er niet over na. Je had het gegeven, je leefde, elke dag waren er nieuwe dingen om te beleven en dat was heerlijk. En ik had ook een taak, dat was ook heel anders dan in de meeste jeugdervaringen, ik had een hele duidelijke taak, ik moest varkens eten geven, ik had met allerlei dieren een hele duidelijke taak. En dat heeft ook gemaakt dat ik eigenlijk altijd een groot verantwoordelijkheidsgevoel heb gehad voor de dieren, omdat ik die taak had. En daar ben ik ook heel blij om, want het was dus niet alleen maar het gadeslaan, het was niet alleen maar het bekend raken met het leven van de dieren, maar ik had daar een functie in. En dat is eigenlijk gebleven. En zo heb ik dus in mijn leven heel vaak het gevoel gehad, dat alles wat ik beleefde, dat ik daar deelnam aan iets. En dus, omdat ik deelnam, er ook een verantwoordelijkheid voor had. Ja en dat is natuurlijk bij Nico, die hier is opgegroeid, op een seminar groot geworden, is dat totaal anders geweest. Hij kon kiezen, ik kon niet kiezen, het kwĂĄm zo. En ik voelde me daarin zo opgenomen, dat het nooit bij me opgekomen is dat het ook wel eens anders had gekund â ja, dat kan ik theoretisch nu wel zeggen, maar dat is wat anders.
â Maarten: Ja, voor een groot deel is het mijn werk geweest. Maar de oorsprong, het eerste begin, dat is heel enthousiast van twee mensen geweest. Maar op een bepaald moment verloor Nico zijn belangstelling daarvoor, omdat hij weer nieuwe dingen zag. Dat is heel simpel wat er gebeurd is.
â Hein: En jij hebt ook de volgorde, de chronologische volgorde, heb je omgegooid. Dat was ook vanuit een gevoel van opbouw, zeg maar.
â Maarten: Ja, het was vanuit een gevoel dat, als ik het omgooide, het duidelijker werd, zal ik maar zeggen. Dat het project op zichzelf eraan zou verbeteren.
Het J.H. van Heekpad, dat Elpermeer en Jisperveld verbindt. âBen je langs de laatste wachtpost gekomen dan is daar, haast ongemerkt, een niemandsland â niemand bezit het, niemand claimt het, het is er vreedzaam, een ruimte zonder eind.â Uit: De overtocht naar Fudaraku
Foto boven: Mijn nieuwe onderkomen op de Elpermeer, met de âTwaalf kussentjesâ van Hanna Mobach â die daar na de verhuizing met de klopboor aan de wand bevestigd is. Onder de bezielende leiding van Emilie, die altijd klaarstaat voor oude mensen, de dingen die voorbijgaan.
Maarten vertelde ooit dat hij graag nog een keer het Alhambra had willen zien…
Als ik zeg: âZoek het in de eenvoudige dingen,â dan lijkt dat een beetje dwaas. We zijn gewend dat het in de geweldige dingen moet zitten. Maar mensen, het zit niet in de geweldige dingen, dat zijn fantasieĂ«n van ons denken of van ons voelen. Het eenvoudige aantrekken van je schoenen kan meditatie zijn. Je kunt aan jezelf merken of je aandachtig bent: als je aandachtig bent heb je geen haast, hoef je nergens meer naartoe, je bent op de plek waar het gebeurt, hier, nu! Dat is een groot ding. Dan heb je ook geen tijd meer om plannetjes te maken, om werelden te ontwerpen. Want je bent hier, op de enige plek waar het gebeuren kan. âBelangrijkâ is altijd datgene wat niet bij het dagelijks leven hoort. Dat is heel opmerkelijk. En eigenlijk heel gek! Want wat heb je anders dan je dagelijkse leven, het is het enige wat je hebt! Je dagelijkse leven, je dagelijkse gedachten, je dagelijkse gevoelens, je dagelijkse problemen, daar zit het dus in! Je âzittenâ is toch ook in het dagelijkse leven⊠Maar voor een heleboel mensen is zitten iets wat afgescheiden is van het dagelijkse leven. Mensen, dat is niet waar! Zitten is net zo gewoon als kopjes afwassen. Als je er iets meer van maakt, houd je jezelf voor de gek. MAARTEN HOUTMAN, Het zit in de heel gewone dingen, Steyl 23 mei 1998
De stroom van het denken vormt de achtergrondruis van mijn levensverhaal â zoals de ringweg hier in Amsterdam-Noord suist als de eeuwig zingende bossen. Het is een fenomeen waarvan je weet dat het met je leven verweven is â het is haast ondenkbaar dat het ooit stil zal vallenâŠ
Toen het mij, door een speling van het lot, ooit een keer overkwam dat mijn denken stil viel, voelde ik me totaal verloren, een diepe angst greep me bij de keel⊠Ik had geen enkel houvast meer, zou hier ooit een keer een einde aankomen ⊠help, ik verzuip![1]âš Op dat moment â het was nog  in onze âhippietijdâ, op de woonboot aan de Binnenkant in Amsterdam Centrum â sloeg de klok van de Montelbaanstoren ⊠en ik was weer terug in de tijd, terug in de stroom van het bekende â van alles wat je in je normale leven ongemerkt verder draagt.
En nu, veertig later, is daar het suizen van die snelweg bij gekomen. Hoewel ik natuurlijk ook mijn hoortoestel uit kan zetten.
Woensdag 19 juni 2024 15:24, een normale dag vanaf het balkon,.. (stratenmakers doen er nog een decibelletje bovenop).De precieze locatie van de opname.
Youssou N’Dour, samen met Neneh Cherry, in ‘7 Seconds’ – over de “eerste zeven seconden in het leven van een pasgeborene, waarin het nog onbewust zou zijn van de problemen van de wereld.”
____________________ [1] Sinds juli 2023 mag in AustraliĂ« mdma, de werkzame stof in partydrug xtc, gebruikt worden bij de behandeling van mensen met een zware posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ook in Nederland wordt volop geĂ«xperimenteerd met Psilocybine voor therapeutische doeleinden (zie âTrump’s dayâ).
Afb. bovenaan: Salvador Dali, La persistencia de la memoria , 1931, 24x33cm. Museum of Modern Art, New York.