CO2 in ons blikveld

VERANTWOORDING
Onderstaand artikel is overgenomen uit NRC, samen met de spotprent van Kamagurka; de overige afbeeldingen (met onderschriften) en de links zijn van mij.

Lieke Smits is kunsthistoricus en postdoctoraal onderzoeker bij de Universiteit Leiden.

Waarom lukt het ons als mensheid maar niet om goed voor onze omgeving te zorgen? Waarom verkiezen we gemak, economische groei en ontkenning boven een leefbare planeet?

Een deel van het antwoord ligt er volgens mij in dat veel mensen geloven dat er een grens bestaat tussen henzelf en hun omgeving. Dat is duidelijk een illusie: onze lichamen huisvesten microplastics en PFAS en door onze CO2-uitstoot die de temperatuur doet stijgen maken muggensoorten met nieuwe ziektes hun introductie in Nederland.

Hoe kan het dat we toch niet doordrongen raken van onze fundamentele verstrengeling met de omgeving? De onzichtbaarheid van vervuiling zal hierin meespelen – zelfs huisafval verdwijnt via ondergrondse containers zo snel mogelijk uit zicht. Een ander obstakel is het moderne mensbeeld, beïnvloed door Descartes, waarin het ‘zelf’ begrensd is.

ILLUSTRATIE KAMAGURKA

In de Middeleeuwen bestond er een ander beeld van het zelf. Dat was relationeel en poreus. Het zelf werd niet alleen gedefinieerd ten opzichte van anderen, maar transformeerde ook constant in relatie tot andere mensen, de wereld en God. Dat kon zowel negatief als positief uitpakken. Anderen konden je de verdoemenis in leiden, maar ook verlossing brengen.

Dat brengt een verantwoordelijkheid voor de relatie met de ander en de wereld met zich mee. Je moet zorg dragen voor alles en iedereen onder je hoede.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit een vijftiende-eeuws verhaal over een jonge vrouw die naar Amersfoort reist om in het klooster in te treden. Onder de bezittingen die ze vanuit huis heeft meegebracht, is een klein Mariabeeldje van klei. Omdat ze zich schaamt voor het simpele voorwerp, gooit ze het onderweg in de gracht. Die daad van veronachtzaamheid zet een hele keten aan gebeurtenissen in gang. Maria verschijnt aan een andere vrouw die ze maant het beeldje uit het water te redden, waar het is blijven drijven zonder met de stroom meegevoerd te zijn. Eenmaal aan wal verricht het beeld wonderen, waardoor het in de kerk wordt geplaatst en pelgrims aantrekt. Eindelijk wordt ze op de gepaste wijze verzorgd en vereerd. In ruil daarvoor redt ze mensen van ziektes, ongelukken en overstromingen.

Op wonderen kunnen we niet wachten. Maar als CO2 net als het Mariabeeldje zou weigeren uit ons blikveld te verdwijnen, zouden we niet om onze verstrengeling met de omgeving heen kunnen. We moeten manieren vinden om onze uitstoot zichtbaarder en tastbaarder te maken. Dan kunnen we mensen misschien nog aanzetten tot zorg.

MET DANK AAN NRC  

Terracotta beeldjes die deel uitmaken van het kunstwerk Asjera’s terugkeer op de tentoonstelling EXODUS in Buitenplaats Doornburg. Bezoekers van de tentoonstelling werden uitgenodigd om een beeldje mee naar huis te nemen, ‘waardoor het werk een wederkerig geschenk is om de vrouwelijke helft van God weer zichtbaar te maken in het dagelijks leven’.

Geheel boven:  Het  complex van het zusterklooster  ‘Onze Lieve Vrouwe ter Eem’ in Amersfoort, waar de Tao-zen sessies van december 1983 en juli 1984 plaatsvonden.
NB

We weten nu dus ook waar die naam ‘Onze Lieve Vrouwe ter Eem’ vandaan komt – maar laat dat bewuste Mariabeeldje, bij de kerkscheiding in 1870, nu in de Oud Katholieke Kerk in Amersfoort terechtgekomen zijn

In elk geval is het nu duidelijk waarom de Paus indertijd, bij zijn bezoek aan Nederland met zijn pausmobiel, graag in dit klooster wilde verblijven - en dat wij van Tao-zen tijdens onze tweede sessie daar in juli, voorafgaand voorafgaand aan dat bezoek, naar het sous terrein moesten verkassen: zie Alain Kremski, Gurdjieff vertolker par excellence voor nadere details hierover.