Nu mijn ziel ingelogd is op de Elpermeer
(naar mijn wachtwoord blijft het gissen)
is het tijd om stil te staan bij het efemeer
van ons vluchtig en kortstondig leven â
want zielsverhuizen doe je maar Ă©Ă©n keer.
Voor mijn gevoel nog vrij recent â ook al is het inmiddels vijftien jaar geleden: op 18 april 2009 â had ik een gesprek met Maarten Houtman, naar aanleiding van het feit dat âLekepraatâ toen werd uitgegeven.
Ik had dat laatste interview met Maarten op een Cd gebrand, die ik bij mijn recente verhuizing tegenkwam. Ik was hem glad vergeten…
Over âLekepraatâ
In de nadagen van Meditatiecentrum âDe Kosmosâ in Amsterdam nodigde Maarten Houtman, zenleraar en nestor van de Nederlandse zen beweging, zijn collega Nico Tydeman uit om gesprekken te voeren over hun beider passie: de zenmeditatie. Ondanks de verschillen, werkten ze vanuit dezelfde inspiratie. En bovendien waren ze oude vrienden. Uiteindelijk werden in totaal twintig gesprekken gevoerd, die zich uitstrekten over de periode maart 1989 tot mei 1995.
Na elk gesprek kwam Maarten bij Klaaske langs om het bandje te laten uittypen. Vervolgens ging de tekst naar Nico, die z'n commentaar gaf.
Maarten is daarna lan bezig geweest om de gesprekken vorm te geven, hij heeft er veel energie in gestoken. Maar uiteindelijk bleef het concept op de plank liggen.
Toen ik tien jaar later de beschikking kreeg over Maarten's computer archief, werd ik ongeduldig. Ik besloot het daar opgeslagen âLekepraatâ nog eenmaal te redigeren en uitgave klaar te maken.
November 2009 was het zover, Lekepraat werd onder de titel âGeen meester, geen leerlingâ bij Asoka uitgegeven.
In dat laatste interview met Maarten, vroeg ik hem op zeker moment waar zijn aandacht naar uitging, nu Lekepraat naar de achtergrond was verdwenen.
â Maarten: Wat voor mij op het ogenblik steeds opnieuw de vraag is, als je nou dat hele leven samenvat, met het jappenkamp en alles wat er bij is, wat is dan het gevolg eigenlijk in jouw leven â mijn leven dus â van die bezigheden die je allemaal gepleegd hebt. Ik kan alleen maar vaststellen dat ze mij gemaakt hebben eigenlijk, of veranderd hebben, tot wat ik nu ben. En al zodanig onuitwisbaar zijn.
Ja, ik ga natuurlijk op een bepaald moment dood en dan is dit leven afgelopen. Maar tot op heden is er eigenlijk niets van wat ik beleefd heb, ook niets van mijn jeugd, onbelangrijk.
â Hein: Nee, want jij bent er ook nog steeds bezig met je jeugd.
â Maarten: Ja, en ik merk dat heel veel van mijn jeugd langzamerhand een beetje schimmig geworden is, door alles wat er daarna gebeurd is. Maar het is tenslotte het begin van een leven wat heel volledig was, heel bevredigend was, heel vanzelf was â vooral dat vanzelf wat ik toen beleefd heb tot mijn achtste jaar, toen ik voor het eerst in een kosthuis kwam, waar het niet goed afliep. Maar tot aan dat moment was het eigenlijk zĂł vanzelfsprekend, ik dacht er niet over na. Je had het gegeven, je leefde, elke dag waren er nieuwe dingen om te beleven en dat was heerlijk.
En ik had ook een taak, dat was ook heel anders dan in de meeste jeugdervaringen, ik had een hele duidelijke taak, ik moest varkens eten geven, ik had met allerlei dieren een hele duidelijke taak.
En dat heeft ook gemaakt dat ik eigenlijk altijd een groot verantwoordelijkheidsgevoel heb gehad voor de dieren, omdat ik die taak had. En daar ben ik ook heel blij om, want het was dus niet alleen maar het gadeslaan, het was niet alleen maar het bekend raken met het leven van de dieren, maar ik had daar een functie in. En dat is eigenlijk gebleven.
En zo heb ik dus in mijn leven heel vaak het gevoel gehad, dat alles wat ik beleefde, dat ik daar deelnam aan iets. En dus, omdat ik deelnam, er ook een verantwoordelijkheid voor had.
Ja en dat is natuurlijk bij Nico, die hier is opgegroeid, op een seminar groot geworden, is dat totaal anders geweest. Hij kon kiezen, ik kon niet kiezen, het kwĂĄm zo. En ik voelde me daarin zo opgenomen, dat het nooit bij me opgekomen is dat het ook wel eens anders had gekund â ja, dat kan ik theoretisch nu wel zeggen, maar dat is wat anders.
â Hein: Wat mij wel duidelijk geworden is, omdat ik zowel jouw bewerking heb gezien als de oorspronkelijke tekst van âLekepraatâ, is dat je er veel energie in gestopt hebt, heel veel. Want ik had het met Erna over bewerken van interviews â wat voor haar natuurlijk haar professie is â dat jij dat naar mijn idee heel professioneel hebt gedaan. Dus eruit halen wat belangrijk was, hĂ©Ă©l veel weglaten, dingen omgooien, om wat jij belangrijk vond in een nog helderder licht te zetten. En ook zelfs dingen invoegen, waarbij je je nogal wat dichterlijke vrijheden veroorloofd hebt.
â Maarten: Ja, voor een groot deel is het mijn werk geweest. Maar de oorsprong, het eerste begin, dat is heel enthousiast van twee mensen geweest. Maar op een bepaald moment verloor Nico zijn belangstelling daarvoor, omdat hij weer nieuwe dingen zag. Dat is heel simpel wat er gebeurd is.
â Hein: En jij hebt ook de volgorde, de chronologische volgorde, heb je omgegooid. Dat was ook vanuit een gevoel van opbouw, zeg maar.
â Maarten: Ja, het was vanuit een gevoel dat, als ik het omgooide, het duidelijker werd, zal ik maar zeggen. Dat het project op zichzelf eraan zou verbeteren.
Foto boven: Mijn nieuwe onderkomen op de Elpermeer, met de âTwaalf kussentjesâ van Hanna Mobach â die daar na de verhuizing met de klopboor aan de wand bevestigd is. Onder de bezielende leiding van Emilie, die altijd klaarstaat voor oude mensen, de dingen die voorbijgaan.