Vanochtend vroeg zocht ik m’n balkonnetje op en zag de ochtend gloren aan de horizon. De wereld voelde als herboren. Wat een beloning als je je net met moeite uit Morpheus’ armen hebt bevrijd en je losgemaakt hebt uit je dromen!
Zachtjes aan begon ik te shaken, nota bene op de klanken van het Magnificat van Arvo PĂ€rt – heerlijk om de wereld zo tot je door te laten dringen. Daarna toverde het ‘shuffle all’ van de iPod het magnifieke ‘Sur Le Fleuve’ van Anouar Brahem tevoorschijn, gevolgd door Dhafer Youssef en een nummer uit ‘Welcome to Mali’ van Amadou en Mariam.
Intussen stond ik temidden van de Greatest Lightshow on Earth en zag het uitspansel elke seconde van kleur en impact veranderen. En voelde de elektrificerende energie van de dageraad op de huid en door mij heentrekken. Wat jammer toch dat we dit overweldigende spektakel, dit dagelijks Grote Ontwaken, slechts bij hoge uitzondering meemaken.
Shaken is in deze gezegende omstandigheden een grote vreugde, die je al spoedig doet meebewegen in de kosmische dans.
Sanware Tore Bin Jiya Jaaye Na Beloved without you it’s hard to live my love finds you where are you my beloved tears become song and sighs music
Sanware Tore Bin Jiya Jaaye Na Beloved without you it’s hard to live memory of yours makes me restless cant sleep the whole night bitten of separation wait for you with candle of eyes lit
i burn in your love, n i wait for you beloved n I cant say it to anyone Beloved without you it’s hard to live
my love finds you where are you my beloved tears become song and sighs music Sanware Tore Bin Jiya Jaaye Na Beloved without you it’s hard to live
stars of my hope are starting to sink now how do i reach my beloved’s doorstep all support, friends lost shakes boat and bank is far away
i burn in your love, n i wait for you beloved n I cant say it to anyone my love finds you where are you my beloved tears become song and sighs music
Sanware Tore Bin Jiya Jaaye Na Beloved without you it’s hard to live
Afgelopen week bezocht ik in Voorschoten een darshan van Moeder Meera. Voor wie haar niet kent: het ‘mission statement’ van deze Indiase heilige luidt:
âHet doel van mijn werk is het naar beneden roepen van het Licht van Paramatman en het helpen van mensen. Daarvoor kwam ik â om jullie harten te openen voor het Licht.â
Moeder Meera is voor Klaaske en mij een oude liefde. Door een samenloop van omstandigheden streek zij ooit neer in het Duitse Westerwald, in de omgeving van de stad Limburg. Daar hebben wij hebben haar vele malen bezocht, eerst in het plaatsje Thalheim, later in de Schaumburg, nabij Balduinstein a/d Lahn. De laatste jaren leek de liefde wat bekoeld â tot ik de tip kreeg dat de berg nu naar Mohammed komt en zij met haar darshan ook Nederland aandoet.
Mijn lijfboek Ka â de geniale hervertelling van Roberto Calasso van de Indiase mythologie en heilige geschriften â leerde mij dat darshana ‘visioen’ betekent, waarbij “degene die kijkt zich volledig overgeeft aan wat hij ziet.” Dat is ook wat er gebeurt tijdens de momenten dat je Moeder Meera van dichtbij in de ogen kijkt, ook al lijkt het nog zo vluchtig. Het is maar zelden dat wij iemand diep in de ogen kijken, zonder confrontatie, zonder strijd, een moment dat je helemaal leeft â en alleen leeft, juist in die ontmoeting. Achteraf zoek je naar tekenen van ‘wat het je gedaan heeft’. We hadden in Duitsland altijd het gevoel dat iets van haar warmte â het is maar een woord â op ons afstraalde, het waren altijd bijzondere dagen die we daar samen, en soms met anderen, beleefden.
Een darshan van Moeder Meera vindt in stilte plaats â een heel andere benadering dan de intensieve uitwisseling bij Maarten Houtman. Als je voor haar zit en je naar haar toe buigt, beroert ze kort je hoofd (het moment dat op de foto is vastgelegd). Daarna richt je je op en je kijkt elkaar aan. Een korte knik is haar teken dat het voorbij is. Ook in de zaal heerst stilte, een stilte die alleen maar dieper wordt door haar niet aflatende aandacht voor elk van de langskomende deelnemers. Toch merk je ook je eigen rusteloosheid bij de schier eindeloze rij die, op de knieĂ«n schuifelend over het middenpad, in die anderhalf uur voorbijtrekt.
Hier vieren we de stilte met de muziek van Alim Qasimov â volgens The New York Times “simply one of the greatest singers alive, with a searing spontaneity that conjures passion and devotion, contemplation and incantation.” In onderstaande opname van het gerenommeerde Morgenland Festival in OsnabrĂŒck, wordt hij begeleid door een oude bekende, de Iraanse kamancheh speler Kayhan Kalhor.
Rond Kerst hadden we een kleine reĂŒnie in het huis van een Iraanse oud-collega in IJburg. Ik gaf hem het zelf samengestelde plaatje ‘Kayhan Kalhor Along the Silk Road’ cadeau, met muziek van de Perzische kamancheh virtuoos. Hij keek er wat vlak naar en zei: “Ja, die man ken ik.” Sinds de VPRO-documentaire ‘Onze man in Teheran’ van Thomas Erdbrink, begrijp ik inmiddels iets beter hoe gecompliceerd de verhoudingen in dat land liggen, dus ongetwijfeld ook in de muziek. Daar is welhaast ieder leven een politiek statement. Toen vroeg mijn gastheer – een groot liefhebber van Westerse klassieke muziek: “Ken je muziek uit Azerbeidzjan?” Ik moest stevig nadenken, over de locatie en andere hoedanigheden van het land, en wist ‘Het ligt langs de zijde-route’. Ik herinnerde me ook dat mijn collega over zijn afkomst eens gezegd had, dat de aardrijkskundige grenzen in die contreien soms bevolkingsgroepen en taalgebieden willekeurig doorsnijden.
Ik was benieuwd en ging in de OBA kijken wat ze op de plank hadden – met ‘Sufi’ als richtlijn – en kwam thuis met een plaatje van Alim en Fargana Qasimov (vader en dochter) met ‘Spiritual Music Of Azerbaijan’. Wat een wonder! Ik was direct betoverd door hun stemmen, die springen en kronkelen en overslaan met een ongelooflijke lenigheid. En ik was helemaal verkocht toen ik een aantal video’s van hen zag en beluisterde, waarin ze musiceren met gerenommeerde Westerse ensembles.
Nusrat Fateh Ali Khan is nog steeds mijn ster bij uitstek – zie ook de gewijzigde cover-afbeelding van de blog. Maar nu is het even de familie Qasimova wat de klok slaat, dus voeg ik nog een tweede video toe, waarin ze samenspelen met het Kronos Quartet:
“The rush and pressure of modern life are a form, perhaps the most common form, of innate violence. To allow oneself to be carried away by a multitude of conflicting concerns, to surrender to too many demands, to commit oneself to too many projects, to want to help everyone in everything is to succumb to violence. More than that, it is cooperation with violence. The frenzy of the activist neutralizes his work for peace. It destroys his own inner capacity for peace. It destroys the fruitfulness of his own work because it kills the root of inner wisdom which makes work fruitful.” Thoma Merton: Conjectures of a Guilty Bystander, p. 81
Ik voelde me plotseling begrepen in mijn worsteling van de laatste tijd, toen Klaaske dit citaat van Thomas Merton voor me opspitte uit de sociale media. Bladerend in zijn boek vond ik nog een andere passage die me erg blij maakte, waar hij het heeft over de ‘praising universe’ van het Oude Testament en de psalmen, “of which man is a living and essential part, standing shoulder to shoulder with the angelic hosts who praise Yaweh – and praise is the surest manifestation of true life.”
Een betere sfeertekening van het triomfantelijk cantate, jubilate, exultate van de Qawwals van Nusrat Fateh Ali Khan kun je niet geven, de lof van Allah zindert door de zaal en komt zinderend je lichaam binnen. Om in de stemming te komen, hierbij nog eens zijn juichende Allah Hoo, in zo’n prachtige uitvoering dat het het gebrek aan videobeelden doet vergeten. Eronder vindt je de complete tekst.
“Allah Hoo” by Ustad Nusrat Fateh Ali Khan. Aaaa (Sufi Chants)
Ruler of the world, he has no companions The promised one, there is nothing but you Every great scholar is your student In every scent, there is nothing but you Creator of and worshipped by both worlds Every thing is witness to your manifestation On everyone’s lips is your prayer In every chord, every song is your presence
Every beginning is with your name With your name ends everything Your praise is ‘praise be to Allah’ That you are the God of my Mohammad
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
When this earth and world did not exist When there was no moon, sun or sky When the secret of the truth was still unknown When there was nothing, there was you
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
Everything is a reflection of your glory Every thing cries out that you are the Lord
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
It is the distinction of your enthralling visage You are the unrivalled Lord of the Universe
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
You who shows new beauty every instant Surprises even those who yearn for more Every sapling sings of your creation Every leaf is a signature of your nature
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
My God, you are the splendor you promised You are the curiosity, you are the desire The light of my eyes, the voice of my heart You were, you are, and will be only you
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
(Sufi Chants…)
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
You are everything, what is the argument in this The whole world is searching only for you Even as your magnificence is in every corner He has no companions, Lord of the world
Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu! Allah Huu!
Nu ik al geruime tijd vol overgave shake op de qawwali-liederen van Abida Parveen en Nusrat Fateh Ali Khan, was het een blijde verrassing onderstaande Cd van Omar Faruk Tekbilek tegen te komen. Je merkt dan weer even dat er toch een rode draad door je leven loopt…
Het was mijn afscheidsgeschenk toen ik in 1993 mijn rondjes in het Tropenmuseum verruilde voor een fulltime baan. Na jarenlang een mix van kunst en cultuur uit de hele wereld ondergaan te hebben, viel mijn keuze als vanzelfsprekend op deze soefi muziek (zie ook de prachtige tekst van de titelsong). Het was trouwens niet allemaal rozengeur en maneschijn in dat museum, in een haiku-bundeltje, dat ik opdroeg aan mijn vertrekkende chef Pauline Kruseman, dichtte ik:
Mijn tropenjaren:
zestig meter Afrika
zestig maal per week.
one truth
all the same what has been found and written, what has been taught, all the same, all the same.
the same game, we’ve been playing the same game, since the beginning the same game, all the same; the truth all the same; all the same.
all the same, all the same, what has been found, all the same. know yourself, that’s the power. look at yourself, watch your breath, that’s the wisdom, that’s all that has been found, by the children of adam, since the garden of eden. we are breath, but nothing else, let’s watch it, enjoy it. let’s give thank tot the lord for the gift, for the breath. you are the lord, you are the joy, you are the source, you are the secret and the same truth. since the beginning, the same game.
Uit de statistieken van de Shakingzen blog blijkt Abida Parveen in 2014 het meest beluisterd te zijn, gevolgd door de Gudjieff vertolking van Alain Kremski. Dat was een verrassing, omdat de laatste weken in mij het bovenstaande lied ‘Mujhe Bekhudi’ maar blijft doorklinken… In september woonde ik in het Muziektheater een concert van Abida Parveen bij. De omstandigheden waren niet ideaal, ik zat helemaal boven achter in de zaal, op het balkon voor de filmende pers. Abida was ver weg en de geluidsversterking was abominabel, althans voor mijn zwakke gehoor. Maar sfeer was er wel, al gauw werd er op diverse plaatsen in de zaal, en zelfs op het podium, meegedanst. Onzichtbaar voor de zaal, heb ik tegen de achterwand ook nog een tijdje mee geshaket âș
Wonderbaarlijk dat er, temidden van een zee van islamitisch conformisme en fundamentalisme, nog steeds eilanden zijn waar het Soefisme voortleeft â met een muzikale traditie die wereldwijd zo’n krachtige inspiratiebron biedt. Dat geldt niet alleen voor Pakistan â of all places â maar ook voor India, Turkije, SyriĂ« (tot voor kort) en een aantal Afrikaanse landen (denk aan Youssou N’Dour, Dhafer Youssef en Modou Gaye). Ook de muziek van Gurdjieff is aan deze traditie schatplichtig. Ik hoop in het komende jaar dit spoor te kunnen vervolgen…
Dan is er goed nieuws van ECM Records: in januari 2015 verschijnt een nieuwe dubbel Cd van Anouar Brahem: Souvenance –Music for oud, quartet and string orchestra. Pianist FranÒ«ois Couturier is in het kwartet teruggekeerd. Het was een beetje stilletjes rond Brahem, na The Astounding Eyes Of Rita zes jaar geleden. Hij legt zelf een verband met het gebeuren in TunesiĂ« en buurlanden, dat hem sterk aangegrepen heeft. Hieronder een sneak preview van ‘January’, het eerste nummer van de tweede Cd. Veel kijkplezier!
Gastvrij ontvangst in een ger, na panne op weg naar Ulaanbaatar (Mongolië, 2010) [klik om te vergroten]
‘Mongolian Traditional long song’ is het openingsnummer van When Strangers Meet, het debuutalbum van The Silk Road Ensemble. Aan de opnamen â waar drie jaar van voorbereiding aan voorafging â namen musici deel uit Beijing en Ulaanbaatar, Teheran en New Delhi, de Verenigde Staten en Europa. In het Cd boekje beschrijft Yo-Yo Ma hoe de opnamestudio prompt veranderde in een zijderoute caravanserai, met het geluid van talen en muziekinstrumenten van over de volle breedte van het Euraziatische continent. Sprekend over de jam sessions, doet hij een opmerkelijke uitspraak over het creatieve proces:
Part of being artistic is being prepared to ask questions you don’t have the answers. It’s something that happens inside you – something that’s very private, very intimate, but if you locate your question and if you’re able to make it come alive in a musical form, and somebody else receives it and it comes alive within them, you can get pretty connected to another person.
Ik was dezer dagen met teksten van Maarten Houtman bezig, waar hij het heeft over het denken wat altijd naar oplossingen zoekt. Waarna hij vervolgt:
Maar je gaat merken dat het iets heel bijzonders is om een vraag een vraag te laten, en er niet bij in slaap te vallen; om datgene wat er is, zich aan je te laten ontvouwen. In dat ontvouwen verander jij. Je moet alleen maar volgen, en zien wat het aan je wil tonen. De macht ligt dĂĄĂĄr, niet bij jezelf, die ligt elders.
‘Het hervindt zichzelf’, Tao-zen sessie 13 december 1996 in Huissen
‘Mongolian Longsong’, gezongen door Ganbaatar Khongorzul. Uit: When Strangers Meet, Yo-Yo Ma & The Silk Road Ensemble, 2001.
Het motto ‘When Strangers Meet’ is ook van toepassing op de volgende geluidsopname van Kayhan Kalhor. Hij wordt op zijn kamancheh begeleid door Brooklyn Riders, een strijkkwartet gevormd door musici uit The Silk Road Ensemble: Johnny Gandelsman, viool, Colin Jacobsen, viool, Nicholas Cords, altviool, en Eric Jacobsen, cello. Het is prachtig om te horen hoe de twee klankwerelden zich vermengen in ‘Waiting for the Rain’:
Pablo Picasso, 1911, Klarinet (Stilleven met een klarinet op een tafel) [klik om te vergroten]
Op mân zestiende wilde ik een klarinet. Het waren de sterren van de jazzmuziek die voor mij een belofte inhielden: Sidney Bechet (âPetite Fleurâ), Benny Goodman. Maar op de Nijmeegse muziekschool leefden ze nog in de 18e, 19e eeuw, met Fritz Kröpsch en Carl Stamitz (‘Klarinettenkonzert B-dur’). Helaas kon ik daarna ook bij Jan de Pijper, een begaafd muzikant van wie ik later in Amsterdam les had, mijn draai niet meer vinden. Zo raakte ik, ondanks de ‘vrije’ setting, in een spagaat tussen eigen interesse en de eis van de les. Maar ik stak er wel Ăets van op, en het instrument bleef me boeien. Wel had ik broertje dood aan spelen van papier. Ik ben pas echt klarinet gaan spelen toen ik begon te improviseren. Niet in bepaalde stijl, en zonder grondmelodie. It was just me.In het â enige â belendende vertrek van onze woonboot luisterde Klaaske mee. Ze vond het fijn om er naar te luisteren, ondanks de hartenkreten die het instrument soms slaakte. Zo speelde ik jaren op mân eentje, maar altijd ook een beetje voor haar. Mijn solospel was, denk ik, een manier om mezelf te horen â en een beetje gehoord te worden â waar woorden bleven steken of tekort schoten. Maar uiteindelijk bleek het geen taal waarmee ik buiten mijn eigen wereld kon treden. Op mân vijftigste heb ik de klarinet in de wilgen gehangen.
‘Improvisation in Dastgah Nara’ – Kamancheh solo van Kayhan Klahor. De adembenemende beelden laten de techniek tot in het kleinste detail zien.
“Improvisation is flying. You have to take off gradually as far as your mind can take you. It depends on your mental and physical state , and if you are playing for an audience their reactions and expectations play an important role. It is an emotional transaction. If the audience wants you higher, they send you higher and vice versa. Improvisation is painting. You start with a blank canvas with no idea what you want to create on it, the subject is unknown. You have the instruments, which are the color and the brush, and your mind and imagination sets the limits of how far you can go. Its a work which take place at a particular moment, never recreated. Finally, it is the power of musicianship, technique, style and experience which over-shadows the finished work to the extent that it becomes identified as the artist’ own.” Kayhan Kalhor
Ghazal [Kayhan Kalhor, Shujaat Husain Khan, Swapan Chaudhuri] – ‘My Eyes, My Heart’ Uit: As Night Falls on the Silk Road, Persian and Indian Improvisations.
“The music that we play together reflects the improvisatory styles of our cultures. This means taking a small idea or melodic phrase and developing it in something larger, beyond its primary character. That is the most important aspect of this music. It is taking an idea and than moving it a step further and then further, bringing each other along without crossing each others’ boundaries.” Kayhan Kalhor