Liber amicorum

Vannacht had ik een betekenis zwangere droom, waarin ik bijna fysiek vastzat aan oude herinneringen. Ik probeerde uit alle macht de banden die mij bonden te verbreken, als een boeienkoning of een explosieven expert – ‘hij die beschikt over de geavanceerde training en kritische vaardigheden die nodig zijn om explosieven onschadelijk te maken’.
Precies zó probeerde ik aan de ene na de andere boei met list en overleg te ontsnappen.

De omgeving waar het allemaal plaatsvond, had de suggestie van de Binnenkant in Amsterdam, de ligplaats van onze woonboot in de jaren zeventig – waarbij ook de bemoeizuchtige buurman van een naburige woonark act de présence gaf.
Het losmaken van die bindingen gebeurde intussen in druk onderling overleg, iedereen had wel een suggestie hoe die ingenieuze koppelingen los te maken … zonder de bom af te laten gaan.

Toen ik uit de droom ontwaakte, had ik behoeft de diepere betekenis van de droom in me te laten afdalen, zonder denken of analyseren – daarvoor was het gebeuren te ingrijpend en omvattend geweest.
Gelukkig kwam Klaaske even later de kamer binnen en kon ik haar de contouren van de droom schetsen, met het achterliggende gevoel dat ik van iets bevrijd was.

Ik had nu al dagen achter elkaar dat soort dromen, er moest binnenin me iets wel heel hard aan het werk zijn…
En dat juist op het moment, dat ik eraan begonnen was de draad op te pakken van de artistieke erfenis van onze vriendin Hanna Mobach.
Daardoor riep het bij mij haast vanzelf reminiscenties op aan die dag, nu ruim vier jaar geleden, dat ik op haar 87e verjaardag genodigd was en zij daar in een psychose geraakte…

21 april 2019, met Hanna in de tuin van Zorgcentrum ‘Walstede’ in Tiel. Het was nog koud, Hanna heeft mijn das om en we hadden plezier! (foto Ingrid Bakker).

Toen ik op die bewuste dag Zorgcentrum Walburg aan de Konijnenwal in Tiel binnenkwam, zag ik dat de koffiemachine beneden in de hal was verdwenen. En omdat ik een dringende behoefte aan koffie had, vroeg ik het personeelslid dat bij Hanna aanwezig was – die mijn bloemen uitpakte en in het water zette – of ze misschien een kopje koffie kon regelen.
Toen ze terugkwam, zaten we even later aan de koffie met gebak, voor Hanna een zelf gemaakt kopje thee.
En toen gebeurde het…
Plotseling liet Hanna haar gebak van het schoteltje glijden…
Ik schoot toe om het van de grond op te rapen, terwijl Hanna intussen als in trance een warrig verhaal over haar familie begon. Ze was totaal de kluts kwijt.
Het personeelslid leek allemaal onbewogen aan te zien, ze vertrok op een gegeven moment zelfs. Ik voelde me totaal in de steek gelaten…

Kort daarop werd Hanna’s middagmaaltijd binnengebracht – en merkte ik dat met mij ook iets vreemds aan de hand was. De vrouwen die maaltijd binnenbrachten, namen voor mijn ogen wulpse proporties aan, alsof ze zó uit een tafereel van Jeroen Bosch waren gestapt – ik was zomaar in een droomwereld gegleden…

Toen ik dit detail later met Klaaske besprak, liet ze de term ‘folie à deux’ vallen… Daar schrok ik van, maar dacht: nou ja, kom nou…
Maar er was toch iets wat me trof, ik kon het niet zomaar naast me neerleggen.

Na afloop van het verjaardagsbezoek ben ik in de auto gestapt en terug naar Amsterdam gereden.
Thuis gekomen in mijn studio, kreeg ik een dringende behoefte een oude vriendin te bellen, om via Skype iets recht te kunnen zetten. En toen meende ik tijdens het gesprek een hevige tremor in haar handen te zien.

De volgende dag bleek dat er iets helemaal mis met me was, mijn ogen leken het niet goed meer te doen.
Ik belde de dokteren ging erheen, ik kreeg een aio te spreken, die mijn verhaal aanhoorde: dat ik ik iets meegemaakt had wat mij totaal ontregeld had.
Hij stuurde me door naar de oogarts.
Daar aangekomen, werden mijn ogen grondig bekeken. De conclusie was, dat het te maken kon hebben met het uitdrogen van de ogen, zoals dat op latere leeftijd vaker plaatsvindt – maar dat ik voor alle zekerheid nog een ‘gezichtsveld-onderzoek’ moest ondergaan.
Een paar dagen later bleek toen dat ik hele stukken miste, ik kon hun visuele raadseltjes absoluut niet oplossen. En werd gelijk doorgestuurd voor een aanvullende hersenscan.

Toen ik daarna bij de neuroloog werd geroepen, liet hij me op de hersenscan zien dat er zich in de visuele cortex donkere plekken bevonden van afgestorven weefsel.
Zijn diagnose stond vast: hemianopsia, gedeeltelijke gezichtsuitval door een plaatselijk zuurstof tekort van de hersencellen, een herseninfarct dus – dat ‘tia’ heet als het tijdelijk is, maar dat was bij mij dus niet het geval.

Pas veel later viel me in, dat ik me daar bij Hanna dus ‘een beroerte geschrokken was’, zoals dat in de volksmond heet – hoewel een beroerte een bloeding in de hersenen is, dat is iets anders dan een infarct.

Ik heb lange tijd een dringende behoefte gehad om het gebeuren te begrijpen – ook om het daarmee aan anderen uit te kunnen leggen: wat was de (oorzakelijke) relatie tussen de scène die ik bij Hanna meegemaakt had en het lot dat me daarna getroffen had.
En misschien was het trillen van de handen van mijn vriendin, dat ik thuis onder het skypen zag, wel het exacte moment geweest dat het infarct zich voltrok: mijn vriendin verzekerde me dat haar handen-op-afstand absoluut niet hadden getrild…
Het kan ook zijn dat dat het teveel geweest van die dag – dat het de spanning in mijn hersenpan voorbij die fatale grens gevoerd had…

29 januari 2021, de 87e verjaardag van Hanna, mijn bloemen worden in Walstede in het water gezet…

Dat speelde zich allemaal af middenin de Corona tijd – die voor Hanna en haar medebewoners een bezoeking geweest moet zijn, vooral door die ‘anderhalve meter afstand’ en de isolatie die dat tot gevolg had.

Het was op zich al heel bijzonder geweest dat Hanna me überhaupt op haar verjaardag uitgenodigd had, mét dat verzoek taart mee te nemen. Al zo’n na veertig jaar lang had ik op die dag telkens te horen gekregen: mijn verjaardag is voor mijn familie was! Ik was daar niet welkom…
Maar de crisis waarin zij zich nu bevond, mede door dat gebrek aan fysiek contact, was al eerder op een dramatische manier tot me doorgedrongen: één van de keren dat ik bij haar langsging, kwam Hanna met uitgestrekte armen op me af, in een soort wanhopig gebaar – één dat ik absoluut niet van haar gewend was. Maar getraind als ik was in dat afstand houden, ging er bij mij een knopje om: dáár kan ik niet aan voldoen, ik moet áfstand houden…’
Zo hield ik mezelf dus achter – althans zo voelde het voor mij. Achteraf gesproken vrij liefdeloos… En misschien werd toen het drama al opgebouwd – gewoon door mijn eigen primitieve drang tot overleven.

Op 25 mei 2023 togen Klaaske en ik met een taxi naar Tiel, met een ‘liber amicorum’ onder de arm, waar we twee weken met veel liefde met de online foto-app Albelli aan gewerkt hadden.

Het heeft al die tijd geduurd om dit op een rijtje te zetten – ik kon de gedachte dat ik ‘gemutileerd’ was gewoon niet van me afzetten. En ook de fatale ‘schuldvraag’ bleef me maar achtervolgen – de verantwoordelijkheid voor jezelf nemen blijkt de échte vriendendaad.

Afb. geheel boven:Terug van de helling op weg naar haar ligplaats, vaart ws. ‘Hobbitstee’ voorlangs de Amsterdam Tower.