Te midden van de Bahá’ís

Toen ik in 'De Poort' op dit terras zat - ik was net aangekomen - schoof er een enorm, schuinhangend gevaarte door de lucht: een toestel dat net opsteeg vanaf zweefvliegveld Malden, hier vlak om de hoek.
‘De Poort’ is een oord van de Bahá’í-gemeenschap een loot van de Islam, ontsproten in Iran, met een hoofdkwartier in … Haifa, op de berg Carmel.
Bahá’í is een syncretistische geloofsovertuiging, die een ruime plaats inruimt voor gebed en meditatie. In de woorden van haar stichter, ‘Abdu’l-Bahá:
“Meditatie is de sleutel tot het openen van de deuren der mysteriën. In die toestand keert de mens zich in zichzelf … in die subjectieve gemoedstemming wordt hij ondergedompeld in de oceaan van geestelijk leven en kan hij de geheimen der dingen ontwarren.”‘Abdu’l-Bahá nam de naam ‘Báb’ aan – Arabisch voor ‘de Poort’ – zie verder https://www.bahai.org/

Ik ben hier nu twee dagen en geniet volop. De verhalen komen zomaar naar je toe…
Toen ik zojuist even op het terras zat (dat van de foto boven), raakte ik in gesprek met een vrouw die de tafels kwam afnemen. Toen ik de Mendozaweg op de Mookerheide noemde, vertelde ze dat toen 15 jaar geleden hun boerderijtje in Groesbeek afbrandde, ze tijdelijk onderdak vonden in een vakantiehuisje op Mendozaweg 5 in Mook … naast mijn voorouderlijk huis. Krijg het nou helemaal…
En dat terwijl ik er gisteren daar net een kijkje was wezen nemen en hartelijke ontvangen werd door de huidige bewoners – die me overal lieten rondsnuffelen… Maar daarover straks meer.

Op de dag dat ik hier aankwam, werd ik aangesproken door een man die vroeg of ik deelnemer was aan de cursus De Duik. Toen ik ‘nee’ zei, zei hij dat ik er welkom was… Waarop ik nogal snedig antwoordde ‘dat ik in elk geval m’n zwembroek bij me had.’
Op de website van ‘De Poort’ las ik dat ‘De Duik’  “een uitdagende training is voor iedereen die een (verdere) stap wil maken op het pad van persoonlijke ontwikkeling en spirituele groei. Met een duik in jezelf onderzoek je wat je werkelijke drijfveren zijn.”
(Wat ik er ook las is dat zo’n ‘duik’ een vermogen kost…).

Het had gekund dus. Hoewel…
Had ik niet net Maarten’s waarschuwing gelezen dat de zekerheid die het ‘ik’ biedt, juist je grote tegenstander is?
“Alle zekerheid houdt je vast. Kijk eens naar je leven, wat doe je voortdurend? Je speelt op zeker. Dus voortdurend knevel je jezelf. En je wordt door iedereen aangemoedigd daarin. Er zijn zelfs hele cursussen voor: assertiviteit, profilering… Hatsiekadee, de touwtjes nog een beetje vaster aan…”
Maarten Houtman, Weten dat je niet kúnt weten’, Eefde, december 1988, dinsdagmorgen.

Wat ik dezer dagen leer, is dat het verhaal ‘in beweging moet blijven’. Dus als je verhaal stokt, zul je achter je computer vandaan moeten komen en op onderzoek moeten gaan: nieuwe indrukken opdoen, verdwalen in het bos, mensen spreken… Dat alles kan je vernieuwen, een hint geven over je richting, een link om verder te gaan…

Het ‘huisje op de Mookerhei’ werd in 1961 gebouwd als vakantieverblijf, op ½ hectare grond (die toen nog vrijwel kaal was) aan de Mendozaweg. Toen mijn ouders er definitief gingen wonen, kwam er een aanbouw aan (rechts-achter). Toen mijn vader in 1977 overleed, ging mijn moeder er weg. Sindsdien is het tweemaal van eigenaar verwisseld. NB. Het is jammer dat struiken inmiddels het gezicht op het karakteristieke balkon ontnemen – waarvandaan je ooit de Maasvlakte zag en de torens van Cuijk.

Woensdagmiddag struinde ik in rap tempo naar de Mendozaweg – een wandeling van meer dan een uur, maar het liep lekker. Wel maakte ik me allengs zorgen over de terugweg: zou ik op tijd zijn voor de maaltijd, zouden m’n benen het niet begeven… En toen ik daar in de buurt kwam, begon ik zelfs op geparkeerde zakelijke auto’s te letten, of ik met een ervan straks wellicht mee terug zou kunnen liften…
Maar toen ik uiteindelijk het huis op nr. 7 bereikt had – door mijn vader ooit Kohinoor genoemd, ‘Berg van licht’ – lonkte het avontuur. Ik maakte contact met de dame die de tuin stond te sproeien. Ze vertelde dat er een paar jaar geleden ook iemand langs was gekomen. ‘Ja, mijn nichtje en haar man,’ zei ik. Ik werd direct binnen gelaten en vergat even alles. Zelfs zó, dat ik op het eind m’n bril kwijt was – die ik achteloos in m’n achterzak had gestopt…

Maar toen ik eenmaal weer buiten stond, besefte ik dat het inmiddels écht laat was … nog een heel uur teruglopen… Ik begon steeds sneller te lopen over de lange Biesseltsebaan – tot er een auto naast me stopte en een vrouw vroeg ‘of ik het bungalowpark wist te liggen’. Ik begon op m’n smartphone te zoeken – ze bleek precies de verkeerde kant op te rijden, ondanks haar TomTom. En toen ik het eenmaal gelokaliseerd had, bleek het pal naast ‘De Poort’ liggen… Als betrouwbare gids mocht ik met haar meerijden en binnen een mum waren we er… Bij het afscheid bedankte ze me ook nog voor ‘de psychische begeleiding’ – ze had in de rats gezeten…
Dan vraag je je af: hoe is het in godsnaam mogelijk, alweer zo’n coïncidentie op deze magische plek … terwijl je gaat ontstaat de weg


Tot slot nog wat ‘Bahá’í-varia’


De Bahá’í-beweging koestert haar ‘100 deugden’… Eén ervan zie je als je het terrein van ‘De Poort’ verlaat: een bordje met Weg van Dienstbaarheid. “Dienstbaarheid is ons eigenlijk te min…”, zei Maarten Houtman vaak. Hij zou zich hier thuis gevoeld hebben… NB Anderzijds, toen ik aan de vooravond van m’n vertrek dit ‘raakvlak’ in een gesprek met de manager noemde, konden we elkaar daarin toch niet echt vinden… De geschiedenis van het onderkomen bleek meer stof op te leveren.
Bij de deuren op de gang hangen naambordjes met ‘Moed’, ‘Vergevingsgezindheid’, ‘Respect’, ‘Mededogen’, en nog vele andere. Bij mijn kamer was het ‘Volharding‘: Volharding is de wil om door te gaan. Wanneer je je ware richting hebt onderscheiden, blijf je op koers, hoe lang het ook duurt, ongeacht de hindernissen die je op je pad tegenkomt. Op mijn handdoekenpakket lag het kaartje van ‘Inzicht’ – zie boven. Je voelt de verleiding het als een persoonlijke boodschap te zien…
Vanaf m’n bed ontwaar ik op het plafond een versiering, het moet wel een gestileerde pijl richting Mekka zijn… Ik check de richting met het kompas van mijn telefoon. En ja hoor: 130° ZO. En dat terwijl de Bahá’ís in het Perzië van de 19e eeuw door de sjiieten als ketters beschouwd werden en te vuur en te zwaard bestreden, uitgeroeid – zoals de Katharen in Frankrijk. En ze worden er nog steeds vervolgd…
In de schemer wordt bij de ingang van ‘De Poort’ de feestverlichting ontstoken – een van de kleine attenties die het verblijf zo aangenaam maken. Het personeel – ook dat van buiten – is aardig en behulpzaam (ook zo’n deugd…). En de vegetarische maaltijden zijn overvloedig en lekker. Zo wordt er een ruimte gecreëerd waarin je je vrij en op je gemak kunt voelen… En er staat een espressomachine, een heet water- en een melkschuimapparaat vrij ter beschikking… Wat wil je nog meer? Amsterdam was vergeten – geef mij maar de Bahá’í…