Homerus’ Ilias, het grote epos waarmee de Westerse literatuur een aanvang neemt, is vol van oorlog. Maar het is, net als de Mahabharata, óók een religieus boek, waarin de goden meespelen en het lot van de mens bepalen.
De oorlog draait eigenlijk om twee vrouwen. De ene is de ‘goddelijk mooie’ Helena, door de Trojaan Paris geschaakt, waarmee de strijd tussen het verbond van Grieken onder Agamemnon en de Trojanen, onder Hektor, begint – en zich tien jaar lang voortsleept.
De andere vrouw, BrisĂ©ĂŻs met-de-bekoorlijke-wangen, ‘oorlogsbuit’ van de Griekse held Achilles, wordt hem door aanvoerder Agamemnon afgepakt, wat tot de wrok van Achilles en tweespalt onder de geallieerden leidt.
Keerpunt in de strijd tussen de ‘paardenfokkende’ Trojanen en de AchaiĂ«rs is de dood van Patroclos, hartsvriend van Achilles, die zich liet vermurwen toch mee te vechten. Hij trekt ten strijde in wapenuitrusting en met de strijdkar van Achilles, waarvoor de onsterfelijke paarden XĂĄnthos en BĂĄlios gespannen waren – zonen van de windgod Zefyros en de harpij Podarge.
Onderstaande ontroerende scene, waarin de paarden huilen om de dood van Patroclos, was voor mij het hoogtepunt van de Ilias (tekst in de nieuwe bewerking van Imme Dros):
Â
Nu naar de andere kant van de aarde…
Het paard staat in hoog aanzien in Mongolië [klik om te vergroten] |
Een ander land waar paarden tot op de dag van vandaag een goddelijke status hebben, is MongoliĂ«. Ik bezocht het in 2010, na een reis van drie dagen met de Trans-SiberiĂ« Expres, die ik overleefde ‘riding the train’ – shakend in het gangpad, terwijl de trein onder m’n voeten danste.
Op een negendaagse rondreis per ‘steppenbusje’ zagen we temidden van de oneindige vlakten regelmatig kuddes paarden, en ruiters die als gebeiteld op hun rijdier zaten.
Tijdens een verblijf in een ger – een Mongoolse nomadentent – kregen we een concert voorgeschoteld door een rondreizend muziekgezelschap. Ik bewoog enthousiast mee op de muziek, die ongeveer zo klonk (let ook op de paardenkoppen in de krul van de strijkinstrumenten):