Cover van de presentatie van mijn rondreis door China in 2011 [klik om te vergroten] |
China heeft al heel lang mijn hart gestolen… even terug in de tijd:
Toen ik in 1962 voor het eindexamen Gymnasium zakte, was dat in meerdere opzichten een dreun: ik zou samen met Klaaske naar Amsterdam om te studeren, ik moest nog een jaar op school zitten, daarna moest ik vanwege mijn leeftijd in militaire dienst … Whamm!!
Toen heb ik voor het eerst van m’n leven gemerkt dat je geholpen wordt – hoewel dat nog niet bewust tot me doordrong. Zo was er de geschiedenisleraar, die me de ruimte bood in dat ‘verloren jaar’ mijn eigen interesse te volgen (dat kende je gewoon niet…). Ik besloot een werkstuk over de geschiedenis van China te maken, met nadruk op poĂ«zie en filosofie. Ik leefde me helemaal uit en maakte op groot papier zorgvuldig opgebouwde schema’s van de tijdlijn en de personages.
Waar die interesse in China vandaan kwam, weet ik niet meer. Wel hadden we – ik was toen een jaar of 10 – een korte tijd een stuurman op kamers, die me probeerde te vermaken met zeemansverhalen over zijn reizen naar China. Maar of dĂĄt nu mijn interesse voedde…
Vijftig jaar later, in augustus 2010, zette ik voor het eerst voet op Chinese bodem.
Samen met zen-vriendin Diana Roffel reisde ik met ons Djoser gezelschap eerst met de TranssiberiĂ« Express naar MongoliĂ«, voor een tiendaagse trektocht door de steppen. Na afloop ging het richting Beijing. Toen zag ik vanuit de trein een serie van die onwaarschijnlijk hoge woontorens staan, die je in het nieuwe China overal tegenkomt, ergens midden op een uitgestrekte vlakte – mijn eerste impressie.
Beijing smaakte naar mĂ©Ă©r… Een jaar later maakte ik, met ander Djoser gezelschap, een rondreis door China van 4 weken, vanaf Beijing met een grote boog naar Hong Kong (zie kaart).
[klik om te vergroten] |
Wat me tijdens m’n reis al opviel, was wat een ongelofelijke magie er voor mij van het land uitging. Die betrof zowel de mensen, de cultuur als de natuur – en lag eigenlijk in elk detail verscholen … óók in de energie die ik er voelde.
Ik probeerde het gisteren tijdens ons huiskamer-zen ter sprake te brengen. Dat is niet makkelijk. Ik heb me daar achteraf op bezonnen en schreef de volgende reflectie:
Gesprek over het lijden dat we zien
Je weet dat de wereld een beroep op je doet, maar je kunt je er niet voor openen.
Wat kun je doen, vroeg iemand.
Je kunt je door jezelf laten verrassen, wachten tot dat moment opbloeit dat er ruimte komt voor iets of iemand anders â zoals een ander zei: totdat er een plek in je hart vrijkomt, en die mens, of dat gebeuren, tot je eigen verrassing er mag zijn, gekoesterd wordt als een oude bekende, een geliefde, als een stuk van jezelf.
We weten allemaal dat je dat niet kunt forceren, door ‘liefdevol’ te zijn of zo, het wordt uit de nood geboren â die noodzaak, daar gaat het om, dat die tot je doordringt. En dat is niet achteraf, als een pluim op je hoed, maar die noodzaak is vooraf, die was er altijd al en wachtte op je om gezien te worden.
Ook bij het shaken draait het om ons vermogen tot resonantie: meegaan met wat er gebeurt.
We hoorden weer een pianostuk van Gurdjieff | De Hartmann, vertolkt door de onovertroffen Alain Kremski – deze keer Musique Pour Les Mouvements no.14