Mutter Meera ist eine Meister aus Deutschland

‘Een nieuwe lente, een nieuwe begin’, 4 maart 15:00
[klik voor vergroting]
Mutter Meera ist eine Meister aus Deutschland
Ich traf Sie in das Dorf Talheim im Westerwald.
Schon beim ersten Treffen habe ich mich verliebt –
laut Protokoll durfte man Sie tief in die Augen sehen –
fĂŒr eine Begegnung, eine Heilung, fĂŒrs Licht der
Pranja Paramita – Ihre Augen die mich anlĂ€chelten…
Ik heb haar daarna nog vele malen opgezocht
maar ervoer haar toen  als een gewone Indiase ascete,
die lach van de eerste keer heb ik niet meer gezien…
En toen ik een keer aan haar woning aanklopte
om een vraag te stellen, werd niet opengedaan.

Veel later riep ik haar thuis in wanhoop aan –
en hoorde een stem die zei: “Neem een hond…”
Mijn eigen stem? Ongelovig hoorde ik het aan –
en ik wist, ze had gezegd: als je mij aanroept,
moet je het advies dat geef wel opvolgen…

Maar een hond, in mijn flatje van vier bij vijf…
of bij Klaaske – die had op een keer gezegd:
een hond is voor mij een gepasseerd station,
en bovendien, met dat parket wat hier ligt…

Ik bleef in ongelovigheid achter, me bewust
dat dat advies ‘van boven’ me toch heilig was…
In de jaren daarna sloeg soms de twijfel toe:
had ik haar advies nu toch maar opgevolgd…

Als me iets overkomt – zoals met m’n ogen –
probeer ik mezelf aan de onverbiddelijkheid
van het noodlot te ontwurmen: hĂĄd ik maar…
…als ik haar advies nou maar opgevolgd had,
dan was die hond nu ‘geleidehond’ geweest…

En natuurlijk waren er gedachten over plezier
dat ik met mijn hond vast gehad zou hebben,
zoals achter een bal aanrennen op het strand,
of genoeglijk samen bij de kachel zitten –
zo’n hond zoals Snoopy uit de Peanuts,
een beetje maf, maar ontzettend trouw…

Ik zag er ook iets van karma in, een terugkeer –
een hond uit m’n jeugd had een spuitje gehad,
nadat hij een hap uit m’n arm had genomen
toen ik op m’n tenen naar het wiegje sloop
om het kindje te bekijken waarover hij waakte –

“alweer een kindje,” had mijn moeder gezegd.
De baas van de hond – een meester – was er
met vrouw en kinderen kapot van geweest.
Maar hij had ook medelijden gehad met mij,
ik kreeg een boek over honden die bijten…

Mutter Meera ist eine Heilige aus Deutschland
Ich traf Sie dort in Talheim, im Westerwaldkreis
Schon beim ersten Treffen habe ich mich verliebt:
Ihre dunklen Augen lÀchelten mich an, sie waren 
ein Bad im milchweiße Licht von Pranja Paramita.

Ik weet nu: het is oppassen met Oosterse meesters –
zoals me eerder met Thich Nhat Han overkwam[1]
Dat wederzijdse misverstand blijkt diep te liggen,
zij denken dat wij blindelings op ze af zullen gaan,
jij probeert het, maar kĂșnt ze niet zomaar geloven –
maar je kunt je óók niet onttrekken aan hun ban…

In die ban van Mother Meera heb ik jaren geleefd,
van: had ik maar…, en: hoe zou het geweest zijn…
Tot ik onlangs bij de kapper zat en daar plezier had,
m’n gehoorapparaat uit en nog met mondkapje op,
spraken we gebarentaal, schoten telkens in de lach…

En precies het moment dat mijn kapmantel af ging
had ik de koan van M. Meera’s hond opgelost…
Alweer: je kĂșnt een Oosterse Wijze niet ‘volgen’,
om dat te kunnen, heb je begrip nodig, inzicht
Toen bij die kapper was ik domweg even gelukkig.

_____________

[1] zie: Hoe Thich Nhat Han op mijn pad kwam.