Vanaf Le Perron tussen de rails…

Bakkerij Le Perron aan de Termini in Amsterdam-Noord – mĂ©tro Ă  deux pas
Begin deze week maakte ik hardhandig kennis met de infrastructuur van de met Hemelvaart geopende bakkerij/coffeeshop ‘Le Perron’, om de hoek van deelraad en metrostation Amsterdam-Noord, een heerlijke plek om ’s ochtends je krantje te lezen.
Als was het om de naam eer aan te doen, is de benedenverdieping daar ongelijkvloers gemaakt, met een soort plateau in het midden – waar je zomaar pardoes af kunt donderen, als je even niet oplet.
Dat was ook precies wat mij overkwam, toen ik daar de trap afkwam van het toilet boven – en zĂł druk bezig was met de vraag of er beneden dan geen invalidentoilet zou zijn, dat ik het bewuste afstapje vanaf le perron miste en zelf bijna invalide werd… Ik zweefde even in een luchtledig, kwakte toen met m’n hoofd tegen een lager staand tafeltje en viel languit tegen de grond. Het glazen peper- en zoutstelletje klapte tegen het raam en spatte vervolgens op de grond uit elkaar.
Ik lag daar wat onwezenlijk uitgestrekt, maar was goed terecht gekomen en had verder niets gebroken. Toen de gĂ©rant me overeind hielp, leek ik onbeschadigd te zijn, ‘niks aan de hand.’ Maar m’n slaap deed wel pijn…
Omdat ik van het strijdtoneel van Homerus’ Ilyas heb geleerd dat een klap tegen de slaap fataal kan zijn, zat ik ’s middags bij de dokter om me te laten controleren. Net een week daarvoor had ze nog mijn bloeddruk gemeten – die veel te hoog was, maar na een weekje thuismeting normaal bleek te zijn – en had ze geconstateerd ‘dat ze me maar weinig zag’. Dus dat was een verrassing.
‘Nou, tot de volgende keer maar weer,’ zei ze toen ik wegging. ‘Liever niet,’ dacht ik onaardig…
Toch had ze me goed geholpen, het leek erop dat ik met de schrik vrijgekomen was. Ik kreeg wel advies me ’s nachts een paar keer door Klaaske wakker te laten maken.
Klaaske bij Roezemoes, onze stamkroeg aan het Buikslotermeerplein
Een andere geliefde pleisterplaats is Patisserie Kwekkeboom, daar niet ver vandaan

Ik werd met pleinvrees bevangen op het Buikslotermeerplein,

de zogenaamde vertrouwde wereld leek me zo onverschillig –

de koude wind die er in de maand mei nog van de daken viel,

de corona crisis in de horeca ingewisseld voor echte oorlog.

Ja, op dat Buikslotermeerplein had je ooit een fraaie fontein,
totdat wat kunstmijdende Noorderlingen het nodig vonden
om elke dag opnieuw het watertje met zeepsop op te leuken
en de gemeente er toen zat van had en alles af liet breken…

Wij trekken daar dagelijks onze baantjes naar Albert Heyn
en biowinkel Michel Does, als de portemonnee het toestaat,
met in de zon lonkende terrasjes, waar we dan op stranden,
met meeuwen die de zee verraden, ver weg en toch dichtbij.  

Vandaag ben ik bij mijn vriend de boom te rade gegaan,
die me aanraadde stevig met m’n voeten op de grond te gaan staan,
‘net als ik,’ zei hij, terwijl hij dromend uitkeek over het schooltuinen complex.