Silent City – Lied voor Halabjah

De Iraans-Koerdische kamancheh speler Kayhan Kalhor van The Silk Road Ensemble schreef Silent City – onze bewegende meditatie van afgelopen woensdag – ter nagedachtenis van de tienduizend slachtoffers van de gifgasaanval van 16 maart 1988 op Halabjah, een stad in Iraaks Koerdistan. Het was de wraak van Saddam Hoessein voor de Koerdische rebellie tegen zijn leger tijdens de Irak-Iranoorlog.

Oorlogen en geruchten van oorlogen. Het schijnt de condition humain te zijn. Die oorlog woedt ook in jezelf: …woede – die tot je schrik zomaar gaat meedansen met de strijd op het wereldtoneel.
Als je de (Engelse) Wikepedia over de Irak-Iranoorlog leest – een lemma van vijftig A4’tjes – is dat even helemaal verdwenen. Oog in oog met die oneindige zee van menselijk lijden en menselijke waanzin, raak je verlamd en met stomheid geslagen. Dat gebeurt je niet zo vaak, meestal heb je het idee dat je iets kunt doen, en op z’n minst vind je er iets van.
Het was voor mij ook een schok dat die oorlog van acht jaar, indertijd nauwelijks tot me doorgedrongen is – een bloedbad dat qua omvang vergeleken wordt met de 1e Wereldoorlog, met ‘menselijke golven’, loopgraven en gifgasaanvallen, die ook op Iraanse steden waren gericht.
Nieuw element in het verhaal is het martelaarschap aan Iraanse kant, een voorafschaduwing van de zelfmoordaanslagen in onze tijd:

During the Fateh offensive [in February 1987], I toured the southwest front on the Iranian side and saw scores of boys, aged anywhere from nine to sixteen, who said with staggering and seemingly genuine enthusiasm that they had volunteered to become martyrs. Regular army troops, the paramilitary Revolutionary Guards and mullahs all lauded these youths, known as baseeji [Basij], for having played the most dangerous role in breaking through Iraqi lines. They had led the way, running over fields of mines to clear the ground for the Iranian ground assault. Wearing white headbands to signify the embracing of death, and shouting ‘Shaheed, shaheed’ (Martyr, martyr) they literally blew their way into heaven. Their numbers were never disclosed. But a walk through the residential suburbs of Iranian cities provided a clue. Window after window, block after block, displayed black-bordered photographs of teenage or preteen youths.
Wright, Robin (2001). Sacred Rage: The Wrath of Militant Islam 

Wat is het dan heerlijk als je iets aanboort wat je een grote vreugde en uitgelatenheid schenkt – en je de kracht van het leven weer voelt. Muziek kan je dat geven, mij althans kan muziek ontzettend blij maken.
Zoals de vreugde die ik voelde toen ik – het spoor van Master of Persian Music Kayhan Kalhor op het web volgend – deze verwarmende Perzisch-Indiase muzikale legering tegenkwam: