Exiled to a wine red Ford Focus

Deel III van â€˜Journey to California’

Wat vooraf ging: Deel I The ‘Gates of Heaven’, Deel II â€˜Almost trapped in a Bad Movie’

Mijn eigen Californian Dream begon pas toen ik, na een verblijf van enkele dagen in het huis van de gastvrije Filipijnse familie van mijn reisgenote Loida in Chula Vista – op een bewaakte compound aan de rand van San Diego – naar een hotel in de stad werd gedirigeerd.
Ik had het niet aan zien komen, het waren zorgeloze dagen geweest. Ik voelde me verbannen…
Wel ging de lieve tante Sylvia mee naar Hertz om me op weg te helpen, maar er waren honderd wachtenden voor ons… Uiteindelijk huurde ik in de buurt van m’n hotel een wijnrode Ford Focus – die zich ontpopte als mijn trouwe kameraad in ballingschap.

Ik moest bij ‘wijnrode Ford Focus’ denken aan ‘de man van de witte Subaru Forester’, die Haruki Murakami opvoert in De moord op Commendatore en daar op een schilderij wordt vastgelegd – weliswaar zonder gezicht… Maar waarom zou de autobezitter ook geen archetype kunnen zijn, zonder zwaard of glazen bol in de hand… 

Zo vertrok Hein in zijn wijnrode Ford Focus richting Sequoia National Park, op weg naar de reuzenbomen. Eerst reed ik dwars door Los Angeles, over een eindeloze reeks verhoogde snelwegen en fly-overs. Toen volgden de dorre vlakten rond Bakersfield…

Door de zon geblakerde velden – ook toen al – bij Bakersfield. Daar links staat ie…

Voorbij Bakersfield ging het 4000 voet omhoog, op naar de redwoods…

Ballad of the wine red Ford Focus

Up to the redwoods
four thousand feet high
I drove my Ford Focus
up to the sky

All the way the American Way (2x)

Had I ever know there
the hardships I would own
I surely had returned then
to San Diego downtown

All the way the American Way (2x)

In my wine red Ford Focus
I drove up to the sky
and never asked questions
never wondered why

All the way the American Way (2x)

‘Exotische berm met wijnrode Ford Focus’ – samen klommen we gestaag omhoog…

Na de ontmoeting met de reuzen van Sequoia National Park, reed ik verder noordwaarts.
Onderweg stopte ik bij een eenvoudige store om een cappuccino te drinken. Ik rommelde wat in de kofferbak en legde daarbij de sleutels even neer.
En sloot toen gedachteloos de klep…

Daar stond ik, in the middle of nowhere, afgesneden van de sleutel tot mijn gehele bezit…
In paniek rende ik de store binnen en deed er m’n verhaal. De vrouw achter de toonbank hoorde me aan en vroeg welk merk ik reed. Toen ik ‘Ford Focus’ zei, liep ze mee naar buiten en zag dat het raam op een kier stond. Zonder aarzeling wurmde ze haar arm naar binnen en kon net het dashboard bereiken, waar aan de kant van het raam een knop bleek te zitten – waarmee ze de kofferbak ontsloot…
Ik zag het met open mond aan – waar ik vervolgens rijkelijk haar koffie in goot. Ik was haar zo intens dankbaar…

Hier ontmoette ik m’n eerste beschermengel – en de daadkracht van Amerika… 

Maar het kan ook heel anders uitpakken…

Toen ik voorbij de hoofdstad Sacramento op een dood punt belandde en niet meer wist hoe ik verder moest, liep ik weer zo’n ‘store’ binnen. Er was niemand te zien. Gelukkig zag ik een koffiehoekje met zelfbediening. Net toen ik wisselgeld uit het bekertje met munten wilde halen, kwam de storeholder binnen. Ze zag me met m’n hand in het bekertje en begon me op hoge toon van diefstal te beschuldigen… Stamelend probeerde ik het haar uit te leggen.

Buiten gekomen voelde ik me opnieuw verbannen en zat verloren in de wijnrode Ford Focus. Tot ik om me heen begon te kijken … en onderstaand tafereeltje zag. Dat bracht me weer tot bezinning…
Ik startte de auto en reed richting San Francisco, op weg naar de Pacific…

Totaal ontgoocheld zat ik daar: ‘Beware, this is America!’ Toch een beschermengel?

Aan de kust bij Half Moon Bay raakte ik aan de praat met Jerry, een gescheiden vrouw met een zoon van zestien, die daar zo maar voor m’n neus stond. Op een bankje gezeten, vertelde ze haar verhaal. Zoonlief had op het schoolplein een afvalbak in de fik gestoken, waardoor er een keet afbrandde. Het was een lijdensweg met de autoriteiten geweest, die leek te gaan uitmonden in de jeugdgevangenis … jeugdgevangenis??
Wel iets anders dan mijn koffiebekertje met munten…

Terug in Holland kocht ik luchtpostpapier. Ik heb nog een jaar lang met haar gecorrespondeerd – tot ze Jesus vond, toen hield het op.

Maarten Houtman spreekt in Het grote gemis over onze ballingschap (later zegt hij het begrip wat dramatisch te vinden en het liever ‘onze tussenperiode op aarde’ te noemen), dat we alleen in ballingschap het Grote Gemis kunnen voelen, niet in de hemel, niet in het paradijs.

“Dat hele gewone doen, wat we allemaal doen, ons hele leven door, krijgt alleen een andere dimensie als we ons bewust worden wat daarin plaatsheeft. Langs die weg gaan we op den duur voelen dat er iets anders is wat dat doen een zin geeft, veruit boven alles wat we bedenken kunnen in deze wereld. En op dat moment begint er eigenlijk een nieuw leven. Terwijl we heel gewoon ons leven van alle dag leven, met zijn vreugden en zijn bekommernissen – ons verbinden met iemand, weggaan, relaties aangaan, relaties verlaten – gaan we ontdekken dat er, behalve al datgene wat we ervan verwachten, wat wel of niet helemaal vervuld wordt, iets totaal anders is wat zich tegelijk met alles wat we al kennen voltrekt.”
Het grote Gemis. Sessie april 1993, maandagmorgen.

Toen ik, rijdend in mijn wijnrode Ford Focus, aan het eind van m’n tocht, … van mijn Latijn, nabij San Luis Obispo in een flits de Stille Oceaan zag, hield op datzelfde moment de wereld haar adem in en voelde ik de voorlopigheid, die als een ontroering door me heen trok.